DINGSDAG 3 MAART. 55" Jaargang. PUBLIEKE BESTEDING. het daarstellen van eene verblijf plaats voor werklieden, aan de westzijde van de haven dezer gemeente POSTERIJEN. 1868. N°. 18. -gg> GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Prijs per kwartaal f 1,95. fr, p. p. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BelS-eudra aiding, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter algemeene kennis dat de EERSTE ZITTING van den MILITIE RAAD voor deze gemeente, zal gehouden worden op Dinysdag den 17 Maart 1868, des morgens ten half tien ure, in het gewone lokaal in de Abdij te Middelburg. Dat die zitting is bestemd tot het doen van uit spraak omtrent de vrijwilligers voor de militiede lotelingen bij art. 55 56 der wet bedoeld en alle overige lotelingen. en dat IN PERSOON voor den militie-raad moet verschijnen: de vrijwilliger voor de militie, de lo- teling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke ge steldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte, en hij die voor een loteling als plaatsver vanger of als nummerverwisselaar verlangt optetreden. En worden mitsdien de belanghebbenden opgeroepen en aangemaand zich ten bovengemelden dage en ure bij den militie-raad aantemelden, op straffe bij de wet bepaald. Gedaan te Goes, den 29 Februarij 1868. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Bek.end.mak ing. DE BURGEMEESTER VAN GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het Dat het kohier van het PERSONEEL no. 6 en 7 voor deze gemeente, over het dienstjaar 18671868, bekleed met alle formaliteiten bij de wet gevorderd, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 29 Febru arij 1868. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, zullen op Zaturdag den 14 dezer, des namiddags ten een ure, ten raadhuize, in het openbaar aan de minst inschrijvende trachten aantebesteden volgens bestek en voorwaardenwelke daarvan van heden af ter gemeente secretarie zullen ter lezing liggenen waarvan aanwijzing op het lokaaltus- schen de twee poortenzal gedaan worden op Maan dag den 9 dezer, des namiddags ten vier ure. Goes den 2 Maart 1868. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. De DIRECTEUR van het Postkantoor te Goesbrengt ter kennisse van het publiekdat ten gevolge van eene nieuwe regeling van de dienst der Britsche pakketbooten, de verzending der brievenmalen naar Neêrlandsch Indien, niet meer op vaste datums plaats vindt doch nu geregeld om de veertien dagen en wel van Goes via Marseillete beginnen Donderdag 26 Maart, SouthamptonVrijdag 20 Triest, Dingsdag 24 Drukwerken via Marseille, moeten twee da gen te voren bezorgd worden, ten einde niet aan het verhoogd port van 2'/a onderworpen te zijn. In de verzending der brievenmalen, door mid del van de Fransche pakketbooten via Marseille, komt geen verandering en geschiedt dus den 16 van iedere maand. Goes, De Directeur voornoemd, 27 Febr. 1868. B. MEIJLINK. Zoolang deze regering aan het roer is ge weest heeft zij er eene studie van gemaakt om altijd en overal hare geestverwanten voor te trekken, om ze door eereteekenen vaster aan zich te verbinden, ten eindealzoo, bij alle gelegen heden, van ruimen invloed zeker te zijn. Geen tijdperk in de laatste vijf-en-twintig jaren waarin de ridderorden z^tQ kwistig werden uit gedeeld; en waar men, op andere wijze, de vrien den een bewijs van dankbaarheid geven kon daar bleef dit niet achter. De benoeming van een adviseur bij binnen- landsche zaken, waartoe een der ijveraars tegen de verkiezing van den heer Geertsema te Haar lem gekozen werd brengt ons nog eens tot deze opmerkingdie trouwens reeds dikwijls genoeg kon worden gemaakt. Wij veroorloven ons geene de minste aanmer king op deze benoeming, die, wij willen het ver trouwen, door de'talenten van den benoemden volkomen gewettigd zal zijn wij zijn ook de leer niet toegedaan, dat men in de eerste plaats op de politieke rigting van verdienstelijke man nen moet zien en erkennen gaarne dat onder de voorstanders der regering mannen van groote bekwaamheid gevonden worden; maar het moet wel de aandacht trekken dat sedert eenigen tijd alles wat talent bezit, in de conservatieve partij schijnt te schuilen en dat de bekwaamsten dikwijls worden voorbijgezien wanneer ze het geluk of ongeluk hebben, van niet ministerieel te zijn. Het is een feit, dat een zeer groot deel der natie niet ministerieel is. Wat men ook van de laatste verkiezingen moge zeggen, dat is er ten minste duidelijk uit gebleken. Er volgt uit, dat de regering dus bij dat groote deel der natie geen steun vindt en nu zoekt zij die bij de enkelen, die aan haar getrouw, slechts wach ten op eene plaatsing in de maatschappij, waar door zij in de gelegenheid gesteld worden om regeringswerktuigen te zijn. De regering toont alzoo dat zij noch onpar tijdig is noch vertrouwen stelt in de kracht harer beginselen dat zij kunstmiddelen moet aanwenden, om zich staande te houden; waarbij zij echter uit het oog verliestdatmoge zij alzoo enkele oogendienaars winnen, juist daar door eene menigte anderen meer en meer van haar verwijderd worden, dat zij haar eigen pres tige ondermijntdoor de middelendie zij aanwendt, om het te bewaren. Wij achten het niet staatkundig van ODze hooggeroemde specialiteiten, dat zij geen oogen schijnen te hebben voor de verdiensten van man nen buiten hunne rigting, maar wij hebben er ook nog een ander bezwaar tegen. Eene regering, die zoo kennelijk hare vrienden en handlangers beloont, aanmoedigt, vereert, geeft ook ligt aan leiding, dat men hare zijde kiest, niet uit over tuiging, maar om vooruit te komen. Men zal zoo iets onmogelijk achten bij menschen van beginselenmaar hoevelen zijn er, die zich van dezen maar weinig rekenschap geven of die, door allerlei omstandigheden, soms zich ge drongen achtenom den voordeeligsten weg te kiezen. Voegen wij er bij, dat eene regering die te- vinden is, voor de vleitaal van wie hare gunsten noodig hebben, zich zelve verpligtingen oplegt, die Diet altijd even gemakkelijk worden nage komen; dat zij niet altijd magtig is, om het mis bruik tegen te gaan, dat men van hare gezind heid om de vrienden te wille te zijn, maakt. Er zijn vele benoemingen, onder dit minis terie gedaan van welke iedereen begrijpt, dat ze geschied zijn om vrienden te believen; me nigeen klom hooger op omdat hij zelf of de zijnen de brug daarvoor gelegd hadden door het ministerie te dienen.- Zouden die allen het politieke standpunt hebben ingenomen, waarop zij nu schijnen te staanindien zij daarin niet hun voordeel hadden gezien? Aan wie de schuld dezer beginselloosheid en wat te denken van eene regering, die tot zulke middelen hare toe- vlugt neemt. Of blijkt niet reeds, dat zij zich de wet moet laten voorschrijven, om geen enkelen der zorg vuldig getelde vrienden te verliezen? Zij kan niet juist wikken en wegen, want anderen hou den haar de schaal voor, en al durft men ook de hoogst geplaatsten in den lande, met onge- kenden overmoed, beleedigen, de regering moet niet alleen het dulden maar voelt zich zelfs gedrongen, om indirect een goedkeurend oordeel daarover uittespreken door de aanverwanten van dezulken, onmiddellijk daarop te verheffen. Men denke aan eene benoeming die in de laatste dagen is geschied. Als wij deze en dergelijke handelingen der regering in aanmerking nemen, dan meenen wij daarin eene bevestiging te zien van ons gevoe len, dat het ministerie er nog niet aan denkt, om voor een votum der kamer te wijken, maar dat het wenscht nog wat gedragen te worden als op de vleugelen van hendie het zelf in de hoogte geheven heeft.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1