1868, No, |6. 1MNGSOAG 35 FEBRUAR1J. 55*" Jaargang.
GEMEENTE-RAAD te GOES,
B1NNENLANPSCHE BERICTEN.
«sa>r4:LT?v'j?ïA'fe2s--—■.»»»«««.
COESSdtüE 10! RANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond uitgezonderd op feestdagen
Prys per kwartaal 1,85. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone adverteutlEn worden a 16 et. de regel geplaatst,
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-fi regels
ƒ1,80, behalve het zegelregt.
Ite Inzending van advertentien kan geschieden tot vèór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
TEN RAADHUIZE ALDAAR,
OP D1NGSDJG DEN 25 FEBRÜARIJ 1868
DES AVONDS TEN 7 'A URE.
Punten van Behandeling
1 Mededeeliug ingekomen stukken.
2 Rapport en verantwoording Nieuwejaarsbedeeling.
3 Rekening van de Leenbank 1867.
4 Benoeming lid der commissie voor middelbaar
onderwijs.
5 Aanbeveling lid voor de gezondheids commissie.
6 Belegging afgelost kapitaal voor het Gasthuis.
7 Wijziging alimentatie geld in het Gasthuis.
8 Plaatsing Kiosk op den wal voor de harmonie.
9 Voorstel tot het vinden van de verplegingskosten
van publieke vrouwen.
10 Verzoek tot deelneming in de geldleening voor
den spoorweg van TilburgNijmegen.
De cpening van de nieuw gekozen kamer, op
morgen wordt meer met nieuwsgierig verlan
gen dan in spanning te gemoet gezien. Men
wenscbt te weten wat het ministerie zeggen zal,
Ha de bittere teleurstelling, die het heeft onder
vonden in verband tot de redenen die het vóór
eenige weken voor de ontbinding opgaf.
Dat het niet uit het veld geslagen is door de
verkregen uitkomst, is duidelijk. Het blijft zoo
kalm zitten het gaat de kamers weder zoo
bedaard ontmoeten, als of er niets gebeurd ware.
Indien eene zekere mate van sang-froid voor
een minister noodig isdan hebben de tegen
woordige titularissen daarin eene krachtige aan
beveling, dat zij daarvan eene ongewoon groote
dosis bezitten; de reden welligt waarom zij zoo
rustig kunnen voortgaan onder al de gebeurte
nissen van den laatsten tijd.
Dat het niet wenscht heen te gaan is even
duidelijk. Waarom zou het gewacht hebben tot
de ontmoeting met de kamer, indien het ge
meend had voor de stem der kiezers te moeten
wijken. Het staat vast in zijn schoenen, zooals
men in de taal van het gewone leven zegt, en
laat zich door geene honderdtallen vervaard
maken. Besloten om te blijven, tot eiken prijs,
zal het slechts de voorwaarde optegeven hebben,
waarop de kamër blijven mag. Zoodoende zul
len wij de stabiele regering verkrijgen, waarvan
Nederland zijn heil verwachten moet.
Maar zeker ook rekent het kabinet er op
dat het bij de kamer ondersteuning vinden zal,
anders ware het reeds afgetreden. »Eene vol
doende ondersteuning bij 's volks vertegenwoor
digers is onmisbaar. Zonder die kan in een vrij
landals het onze niet worden geregeerd."
Zoo luidde het ministerieele woord toen van
Z. M. de tweede ontbinding werd gevraagd en
het is dus buiten allen twijfel, dat het nog op
die ondersteuning hoopt, anders zou het zeker
de kamer niet afgewacht hebben.
Er is iets redelijks in die handelwijze. Het
zou toch misschien voor laakbare zwakheid of
inbeelding gehouden zijnzoo de ministers nu
maar gezegd haddenaangezien de meerderheid
der kamer bestaat uit mannen die wij niet
hebben aanbevolendie ons vroeger hebben
tegen gestaan verwachten wij dat de ge-
wenschte ondersteuning ons ontbreken zal en
daarom gaan wij henen. Er is immers nog niets
te zeggen van die nieuwe kamer, waarin eenige
droppelen fonkel nieuw bloed zijn gebragt en
waarin het conciliante element met één voor
stander is vermeerderd. Zou het niet ontijdig
zijn, als nu reeds over de stemming der kamer
werd beslist, men kan toch nooit weten
Bij de kennis die wij met ons ministerie ge
maakt hebben, kan die doodelijke bedaardheid
ons niet verwonderen. Het is nu eenmaal aan
genomen om te stellenhet kabinet kent 's lands
heil en den weg die daarhenen leidtzoo ie
mand zich daartegen verzet, die is een verder-
ver des volks. Er is thans geen sprake meer
van de mogelijkheid, dat de liberale beginselen
ook in aanmerking kunnen komen en zoo de
voorstanders van dezen zich willen laten gelden,
dan brengt het algemeen belang mede, dat men
die zonder genade weg zende.
Slechts ééne vraag schijnt nog belangstelling
te wekkenzullen de ministers eenvoudig er op
rekenen, dat zij nu ondersteund zullen worden,
of zullen zij een votum uitlokken, dat over hun
lot beslist
Er zijn er die meenen dat zij zoolang zullen
volhouden, tot zulk een votum onvermijdelijk ge
worden is, dat zij inmiddels eenige noodzakelijke
en dringende zaken zullen laten afdoen en dat
na eenigen tijd eene nieuwe ontbinding den volke
welkom zal zijn.
Hatelijke onderstellingals of dit ministerie
van kamer-ontbindingen leefde. Alsof het bij
gemis aan steun bij de vertegenwoordigers zich
zei ven ondersteunde, en immers het heeft zelf
gezegddat in ons vrij land de steun der ver
tegenwoordigers onmisbaar is.
Neen het rekent er op, dat ook de oud-leden
der kamer, door dit laatste proces, nieuw ge
worden zijn, dat zij nu hebben leeren inzien
hoe de graaf van Zuylen het algemeen vertrouwen
waardig isdat eene ongelukkige dwaling vroe
ger tot afstemming zijner begrooting heeft ge
bragt. Meende het ministerie in de gekozen
leden derkamer van die gewone menschen te
zien die wat zij eenmaal zwart noemden zwart
blijven noemendan zou het alle denkbeeld van
steun bij de kamer hebben laten varen. Nu
heeft het betere gedachten en wacht daarom
de kamer af.
Het volk moet dus eigenlijk meer nieuws
gierig zijn om die nieuwe kamer met hare oud
leden aan het werk te ziendan om het sta
biele kabinet in zijne nu reeds bekende houding
te leeren kennen. En waarlijk dat is belangrijk.
De meerderheid der kamer werd gekozen door
hen die dit ministerie niet willen en het minis
terie rekent er op dat die meerderheid het on
dersteunen zal; wie heeft zich nu bedrogen?
De kiezers in hunne keus of de ministers in
hunne verwachting?
Dat zullen de volgende dagen leeren. Wordt
de kamer met eene straf- en boetpredikatie
zooals vroeger door den heer Borret, geopend,
dan weten wij, wat wij wachten kunnen, als de
ministers zich bedrogen hebben. Maar misschien
komt het toenaderendzooals dezer dagen gezegd
werd, en als men eenmaal aan het toegeven is,
wie weet In ieder gevalhet tijdelijk
afgebroken spel op het politieke ganzenbord
zal morgen worden voortgezet. Het ministerie
zit als nog in de put; het hoopt daaruit te wor
den verlostja het hoopt meerhet slaat een
begeerig oog naar eindelijke winst van het spel-
Maar tusschen de put en de pot staat ook de
doodHet spel is dus nog niet gewonnen.
GOES 24 Februarij 1868.
In sommige haagsche kringen loopt het ge
rucht, dat het lintje, aan den minister Hasseltnan
geschonkenzijn uitzet wezenen de heer
's Jakobhet uitgevallen lid der tweede ka
mer, hem opvolgen zou.
Mogtenonverhooptal de ministers blijven
zittendanzegt menzal van den kant der
oppositie eenvoudig aldus gehandeld worden;
bij de discussie over de definitieve begrootings-
wetten voor 't loopende jaarzou op elk daarvoor
vatbaar hoofdstuk een amendement worden voor
gedragen op het traktement van den betrokken
minister. Arnh-Cour.
De minister van binnenl. zaken heeft dezer
dagenbij circulaire aan de commissarissen des
konings in de verschillende provinciënhet vol
gende te kennen gegevenbetreffende de nieu
we regeling van de sterkte en indeeling der
dienstdoende en rustende schutterijen: De
thans vastgestelde nieuwe formatie der schut-
-tercorpsen zal evenwel eerst bij de inlijving
der ligtiDg van het loopende jaar in 't leven
kunnen tredenvermits de schutterijen eerst
op de bij art. 23 der wet van 11 april 1827
(Staatsblad no. 17) en art. 3 van Zr. Ms.
besluit van 19 sept 11. (Staatsbl. n°. 100) ge
vorderde sterkte te brengen zijn door de in
dit jaar te doene ligting, die, volgens art. 23
van het koninklijk besluit van den 28 junij
1828 (Staatsbl. n0. 42), in de maand aug.
wordt ingelijfd. Tot op dat tijdstip zullen
d- rhalve de schutterijen blijven zooals die thans
zijn ingerigt en zamengesteld."