1868. No. 13. DINGSDAtt 11 EEBRUARIJ. 55,le Jaargang. »9K»» $««<- «S22^ pi -CBtn-' É0ESSCHE I:»I B i T. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,95. fr. p. p. ƒ1,9». fiewooe advertentie» worden a 15 ct. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels ƒ1,30, behalve het zegelregt. De inzending ran adrerlentiën kan geschieden tol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Beli.encimali ingeii BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES verwittigen de ingeschrevenen voor de Nationale Militie van den jare 1867, voor de ligting van 1868, voorde tweede maal, dat de LOTING der personen die aan de ligting van dit jaar moeten deelnemen is bepaald op WOENSDAG DEN 19 FEBRUAllIJ 1868 des middags ten 12 ure, te Goesin de groote geregtzaal op het Raadhuis. En worden diegenen, die redenen van vrijstelling hebbenopgeroepenom op Woensdag den 12 te vo ren des namiddags ten 1 ure, te verschijnen ter secretarie der gemeente, tot opmaking van de ge tuigschriften voor de vrijstelling wegens broederdicnst of als eenige wettige zoom gevorderd; terwijl de lote- lingen of derzelver ouders verpligt zijn te gelijker tijd de bewijzen van broederdienst bij den Burge meester over te leggen. Gedaan te Goes den 8 Februarij 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: Dat het kohier van het PATENTREGT voor deze gemeente, tweede kwartaal van het dienstjaar 1867 1868. bekleed met alle formaliteiten bij de wet ge vorderd, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze ge meente. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 8 Februarij 1868. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente: Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1867 (ioo- pende van 1 Mei 1867 tot ultimo April 1868), aangevraagd gedurende he: tweede kwartaal van dat jaar, ingevuld gereed liggen en tot derzelver afgifte, ter secretarie zal gevaceerd worden, van heden tot den 25 Februarij, uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voormiddags negen tot des namiddags twee ure. Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaal den tijd ten nutte te maken ten einde van alle kos ten bevrijd te blijven, vermits, volgens art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820, de onafgehaalde patenten of de afschriften van dezelve, door eenen deurwaarder der directe belastingen, on verwijld aan de patentpligtigen moeten worden uit gereikt, tegen betaling van tien cent; waartoe dan ook den 26 Februarij en volgende dagen zal worden overgegaan. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 10 Februarij 1868. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR, De herstemmingen zijn afgeloopen en de nieuwe verkiezingen, die nog moeten plaats grij pen, kunnen niet zöó uitvallen dat de stand der zaken zoo als die zich thans voordoet belangrijk veranderen kan. 'tls nu reeds voor allen duidelijk, zoo als' trouwens al voor eenige dagen kon opgemaakt worden dat het minis terie zijn doel niet heeft bereikt, om met eene door hem bestuurde kamer meester te blijven van het terrein. Wij staan voor het onloochen bare feit, dat de poging om eene ministerieele meerderheid te verkrijgen mislukt is dat dit plaats vond, niettegenstaande alle middelen wer den aangewend om het doel te bereiken, en dat dus de natie zich duidelijk genoeg heeft uitge sproken, om aan het kabinet den weg te wijzen. Nu de uitkomst zoodanig is schuiven som migen de schuld op de kieswetalsof daarvan ook sprake zou geweest zijn in het tegen ge stelde geval, 't Is als de kinderen, die overtuigd van hunne schuld, de oorzaak daarvan overal willen zoeken en op ieder ander die schuld wil len overbrengen. Anderen komen telkens terug op kwade prak tijken, die er van de zijde der liberalen zouden gepleegd zijn. Wij laten de onbewezen beschul diging voor rekening der teleurgestelde minis- terieelen. Zeker is het, dat zij althans niet bij zonder kiesch waren in de keuze der middelen. Als toch, zooals in een Zeeuwsch district ge beurde een anti-revolutionair kandidaat bij eenen kiezer komtdie bekend staat voor zeer anti-katholiek, hem zegt, dat het ministerie de katholieken begunstigt, maar dat hij de minis ters zal tegenwerken in dit opzigt en ze zal helpen wegjagen omdat ze zoo zeer voor de katholieken zijn, dan vragen wij of men dit een loijaal middel noemen kan, om op de kiezers te werken, en aan welke zijde de kwade praktij ken zijn? Doch op alle deze dingen komen wij niet terugnu de zaak beslist is en dat alles tot de geschiedenis behoort. Wij herhalen slechts de vraagde ernstige vraag door geheel het volk gedaan waarom moest een maatregel genomen worden, die zoo vele treurige indrukken verwekken zoovele beroeringen aanbrengen, zoo weinig doel tref fen kon Wij zijn benieuwd wat het ministerie daarop zal antwoorden hoe het zijne zaak zal verde digen nu het blijkt misgezien en misgetast te hebbenwij wachten niet zonder ongeduld wat een kabinet doen zal, dat zich wilde opdrin gen, maar dat door de meerderheid afgewezen werd en in ieder geval eene zedelijke nederlaag leed, waardoor het allen zedelijken invloed ver loren heeft. Er zijn er, die eene derde ontbinding ver langen om zoodoende tot het doel te komen. Maar de nu verkregen resultaten laten ge makkelijk berekenen, dat ook dan de verwach ting zou worden beschaamd; want moge het zijn, dat sommige, dat vele kiezers zelfs onder den indruk van het oogenblik of minder zelfstan dig gehandeld hebben, het is toch moeijelijk aan- tenemen dat de meesten tegen hunne overtui ging stemden of nu plotseling veranderen zullen. Het plan is vrij onzinnigal wordt het met ernst voorgeslagen. Maar men schijnt ook niet te bedenkendat daardoor een dwang zou wor den uitgeoefend, waaraan geene verstandige re gering zich ligt wagen zal. Laat het waar zijn, wij nemen het voor een oogenblik aan, dat de helft van het volk con servatief is zoo als men nu en vroeger reeds, uit de stemmingen wilde afleiden, wat geeft dan die helft het regt, om de andere te over- heerschen en haar als niet bestaande te be schouwen Als er onder liberale ministerien oppositie van conservatieven en anti-revolutionairen was, heeft niemand zich daarover beklaagd maar aan ieders meening werd plaats gegeven en aan herhaalde kamer-ontbindingen werd niet ge dacht. Thans mag er geene oppositie zijn. Alles moet ministerieel zijn of de vertegenwoordiging wordt ontbonden. Is dat constitutioneel? Is dat denkbaar in een vrij land Is dat in het belang van de regering zelve? De zaak is haast ondenkbaar. Slechts de vreemdsoortige gebeurtenissen van den laatsten tijd kunnen de gedachte er aan regtvaardigen maar van zekere zijde wordt het denkbeeld ge ëxploiteerd en de agitatie daardoor gevoed; het ongerijmde schijnt aannemelijk te worden om dat men er telkens op terug komt. Misschien is het goed, om er over te sprekenom het onmogelijke er van duidelijk te doen gevoelen. Maar zeker is het tijd, dat men het naden ken opwekke en het onhoudbare van de stelling doe uitkomen dat eene regering alles op het spel zou mogen zettenom hare rigting aan het volk op te dringen. Ons volk komt mis schien traag tot bepaalde overtuiging, maar, als het die eens heeft uitgesproken, dan weet het ook daarvoor vast te staan. De ministerieele partij troost zich, dat de nieuwe leden der kamer zoo edelmoedig zullen zijn, om het regeren met dit ministerie mogelijk te maken en dat er alzoo eene ministerieele meerderheid zal worden verkregen. Flaauwe troost, als dit de eenige vrucht der ontbinding is, dat men drijven moet op de hoop die op eenige onbekenden gebouwd is. Maar zij zijn niet allen onbekend, die nieuwe leden en van velen weet mendat zij althans de beginselen van dit kabinet niet zijn toe gedaan. Zullen zij nuenkel om deze ministers aan het werk te laten hunne beginselen moeten ver loochenen, om de ministers genoegen te doen. Dan was het eene slechte keus die op zulke vertegenwoordigers werd uitgebragt. Houden zij aan hunne beginselen vast, dan

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1