VRIJDAG 7 FEBRUARIJ.
558te Jaargang.
BEKENDMAKING.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
1868. No. It.
on»*
—ec£& ■4^»—
GOESSCIIE COURANT.
i>e uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, nitgezonderd op feestdagen.
Prys per kwartaal J' 1,95. fr. p. p. f 1,90.
Gewone advertentiën worden a 15 cl. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels
f 1,30 behalve het zegelregt.
De inzending van adrertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op tien flag der uitgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te weten
dat door den raad dier gemeente, den 19 Novem
ber 1867, is genomen het navolgende besluit:
DE GEMEENTERAAD van GOES.
Besluit:
„Het besluit van dezen raad tot heffing van eencn
„boofdelijken omslag in de gemeente Goes, vastge
steld den 31 Julij 1865, goedgekeurd bij koninklijk
„besluit van den 19den September daaraanvolgende
„no. 61, waarbij is toegestaan, tot een maximum van
J 20,000,00 de heffing van eenen hoofdelijke omslag
„voor den tijd van vijf jaren, ingegaan den lsten
„Januarij 1866 in zoo verre te wijzigen, dat de som
„van twintig duizend gulden, als maximum
„van dien omslag, genoemd in de eerste alinea van
„dat besluit, zal worden vervangen door die van
„vier en twintig; duizend gulden.
en dat hetzelve door Z M. den koning is goed
gekeurd bij hoogst deszelfs besluit van den 17 Januarij
1868, no. 49.
En is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort, den 6 Februarij 1868.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Het Dagblad heeft den volke verkondigd, dat,
nu de algemeene toestand in Europa een vrede-
lievenden keer heeft genomen, het de verzeke
ring geven kan dat hoogstwaarschijnlijk het
voorstel van wet tot wijziging der militie-wet
niet weder zal worden ingediend.
Zeer teregt wordt er door het Handelsblad
op gewezen, dat deze verklaring vooral in twee
opzigten merkwaardig is.
Het Dagblad kwam die verzekering geven
juist even vóór de herstemming. Het wilde
kennelijk de kiezers gerust stellendie zich
beangst maaktendat de militie nog drukken
der worden zou en het gaf die verzekering vooral,
omdat bij de eerste stemming er nog al eens
op gewezen was, dat wij van dit ministerie niet
anders te wachten hadden in dit opzigtdan
voor het volk drukkende bepalingen.
Die verzekering vóór de herstemming trekt
reeds de aandacht, maar in dubbele mate omdat
er kennelijk bedoeld wordt met een ministerieel
communiqué invloed uitteoefenen terwijl het
Dagblad steeds beweertdat het met de mi
nisters in geen de minste betrekking staat.
Het Handelsblad spreekt waarheid als het
daarbij voegt, dat het ministerie door zulk eene
halve belofte door eene belofte die gegeven of
niet gegeven is volstrekt niet gebonden is en
dat men dus de gevreesde wet misschien toch
zal zien indienen, al heeft het ook in het Dag
blad gestaan, dat de wet niet komen zal.
Er wordt dezer dagen veel gesproken van
misleiding aan de zijde der liberalenzulke
handelingen zijn het overtuigend bewijs, dat de
ergste misleiding van de zijde der anti-liberalen
wordt gepleegd.
De goedgeloovige kiezers denkenals zij ten
minste het Dagblad lezen (en wij gelooven niet
dat het aantal groot is van hen, die de ellenlange
artikelen met eeuwige herhalingen doorworste
len) dat zij nu volkomen gerust kunnen zijn en
dat zij dus ministerieel kunnen blijven waar
hun dat als zaligmakend wordt voorgehouden.
Maar de kiezers moeten weten dat zij de
verzekering ontvangen van hemdie telkens
herhaalt: ik weet niets officieels al zegt hij
in éénen adem, zeer voornaamwij meenen de
verzekering te kunnen geven.
Het zijn niet alleen de kiezers die daarbij
belang hebben en het was vrij natuurlijk, dat
er op gewezen werd, in het oogenblik waarop
men te beslissen had, of men voor of tegenstan
ders van zulke maatregelen ter vertegenwoor
diging zou zenden. Maar juist daarom zou het
een verachtelijk spel zijnr- indien men nu eene
ijdele hoop opwekte.
En toch het kan zeer goed eene ijdele hoop
zijn,wanneer wij aan vroegere verzekeringen ge
looven, dat namelijk het Dagblad van de minis
ters geene mededeelingen ontvangt.
'tls waar wij zijn er aan gewoon dat het
ministerieel orgaan driest loochent wat het vroe
ger met hoog gezag verzekerde en het weet
sommige zaken zóó te schrijven, dat het later
gemakkelijk valtdaaraan eene andere betee-
kenis te geven, maar daarom is het noodig de
oogen er goed op te rigten en de natie kennis
te doen nemen van verzekeringen, omtrent hare
hoogste belangen, zooals die gegeven werden,
toen men daarmede stemmen kwam bedelen.
En wat nu de zaak zelve betreft. Zoo het
waar is, dat het ministerie nu weder tot andere
gedachten gekomen isdan volgt er uitdat
het of bevreesd is, om eenen maatregel door te
zetten die het eenmaal noodzakelijk achtte of
dat het denkt spoedig henen te gaan, waardoor
het van zelf vervallen zou, om soortgelijke plan
nen uittevoeren. De reden toch die men op
geeft, als zoude de toestand van Europa zooveel
gunstiger zijn laat zich moeijelijk als geldig
aannemen. Immers de vermeerdering der militie
stond met het geheele stelsel van den minister
van oorlog in verband en werd niet uitsluitend
beraamd omdat men voor oorlog vreesde.
Indien men nu maar de gevolgtrekking make,
dat het Dagbladanderen steeds beschuldigende
van ongepaste kiesmanoeuvres, zelf tot de meest
laakbaren de toevlugt neemt.
GOES6 Februarij 1868.
PER TELEGRAAF.
Uitslag der herstemmingen voor leden
van de Tweede Hamer der Sit at.-G ener.
Almelo, Gekozen mr. G. M. van der Linden
(oud lid) met 875 van 1710 stemm.
Arnhem. Gekozen mr. W. H. Dullert met
1261 en mr. L. A. J. W. baron Sloet van den
Beele. met 1260 st.
Breda. Uitgebragt 2882 st.onwaarde 52.
Gekozen mr. P. J. J. Hollingerus Pijpers (oud
lid) met 1446 st. F. H. H. Borret had 1334 st.
Welft. Uitgebragt 2195 st. Gekozen M. J.
van Kuijkmet 1316 en J. L. Nierstrasz Cz.,
met 1220 st.
Haarlem. Geldig 1909 biljetten. Gekozen
G. L. J. van der Hucht, (oud lid) met 1032 en
jhr. mr. J. de Bosch Kempermet 983 st.
Dhr. Geertsema had 896 en v. Nierop 880 st.
Leiden. Gekozen P. H. Taets van Ameron-
gen (oud lid)
Roermond. Gekozen mr. C. Cornelis, met
844 st. Dhr. J. H. Arnoldts had 840 st.
De Arnhemsche Courant schrijft.
De minister van finantien heeft dezer dagen
weder een démenti gegeven aan den oud-afge
vaardigde Schimmelpenninck. Diens sombere
voorspellingen omtrent het lot dat Nederland
bedreigde, wanneer liberale ministers voor de
geldmiddelen moesten zorgenzijn al weder
gelogenstraft door het overzigt van de opbrengst
der gewone middelen over 1867. Uit die officiële
mededeeling door de Staats-Courant publiek
gemaakt, blijkt, dat de opbrengst van het
gedistilleerd al weder een millioen hooger is
dan het vorige jaar en vier millioen meer dan
in 1804, toen de belasting slechts ƒ35 per
vat bedroeg. Ook van andere belastingen is
de opbrengst toegenomen en het geheele bedrag
bereikt een cijfer van bijna 72 millioen.
En van welken invloed is daarop het bestuur
van onzen misister van finantien geweest?
Niets heeft hij gedaan om die gunstige uitkomst
te verkrijgen. Niets om de uitgaven te ver
minderen. Alles heeft hij gelaten gelijk het
was en hij administreert volgens de wetten en
maatregelen door zijne voorgangers genomen
en door hem afgekeurd. Waarom zou hij ze
veranderen? zij werken immers gunstig?
Maar waartoe ze dan afgekeurd?
De heeren Swaan fy van Heiningen hebben de
aandeelhouders in de internationale haven- en
spoorwegmaatschappij medegedeeld dat zij de
intrekking hunner concessie hebben aange
vraagd, omdat de regering bezwaar maakt, om
de voor de haven te Scheveningen toegezegde
subsidie bij de staten-generaal aan te vragen.