1868, No. 7. VRIJDAG 24 JANUARIJ, 55s" Jaargang. BEKENDMAKING. BINNENLANDSCHE BERIGTEN* -*2S£5* A h GOESSfiHB! De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Prjjs per kwartaal f 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. rni i t Gewone advertentie» worden a 15 ct. de regel geplaatst* Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a 1,20 behalve het zegelregt. De inzending van ddrerlenliën kan geschieden lol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bels.enc. ma&ing BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend dat het REGISTER tan INSCHRIJVING met de daaruit opgemaakte ALPHABETISCHE NAAMLIJST voor de NATIONALE MILITIE over 1867, voor de ligting van 1868 van 22 tot 30 Januarij e. k. ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd; alsmede dat gedurende dien tijd tegen register en lijst bezwaren kunnen worden ingebragt bij den Heer Commissaris des konings in dit gewest, zulks op ongezegeld papier en door de noodige be wijsstukken gestaafden welk verzoekschrift moet wor den overgebrngt bij den Burgemeester dezer gemeente, tegen bewijs van ontvang. Goes den 20 Januarij 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, gezien hebbende het schriftelijk verzoek, gedaan door lUariiius Sleijler te Heinkenszandom in het westelijk gedeelte van wijk E. uo. 126, in de Voorstad, kadastraal sectie C no. 555, eene SI1EDËR1J te stichten Gelet op het koninklijk besluit van den 31 Janu arij 1824, (Staatsblad no. 19), mitsgaders op het be sluit van heeren Gedep. Staten dezer provincie, ran den 7 October 1842, no. 17, (Provinciaal blad no, 98 Overwegende dat tot het opmaken van proces-verbaal de commodo ft incommodogevorderd bij art. 4 van welgemeld koninklijk besluit, de eigenaars en bewoners der naastgelegene panden in hunne belangen moeten worden gehoord en dat bet tevens nuttig kan lijn, om een ieder in de gelegenheid te stellen zijne bezwaren aan het gemeente-bestuur kenbaar te maken. Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij belang kan hebben, dat de adressant benevens de eige naren, bewoners en gebruikers der nabij gelegene eigen dommen zijn opgeroepen om op Zaturdag Felmarij a.s. des namiddags teil een ure, voor burgemeester en wet houders in hunne gewone vergaderkamer, ten raadhuize te verschijnen ten einde ter zake voorschreve in hur. be lang te worden gehoord en dat te gelijkertijd aan een ieder die zulks mogt verlangen, de gelegenheid zal ge geven worden om zijne bezwaren daartegen optegeven, ten einde in het proces-verbaal vermeld te worden. En zal hieraan door insertie in de Goessc/ie Courant publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 22 Jan. 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris II. C. PILAAR. De BURGEMEESTER van GOES, maakt bekend dat bij hem berigt is ingekomen, dat Jan (leeiie geboren te Wolphaartadijkden 6 Julij 1827,- laatst gewoond hebbende te Goesden 21 December 1867 in dienst bij het eerste regiment infanterie is overleden nalatende een saldo te goed in het kleeding- en reparatiefonds van 29,38', waar over zijne erfgenamen kunnen beschikken. en roept' diegene op welke vermeent regt op die nalatenschap te hebben om zich aantemelden ter se cretarie dezer gemeente, waar de noodige inlichtin gen zullen gegeven worden. Goesden 22 Januarij 1868. De Burgemeester voornoemd M. P. BLAAUBEEN. Terwijl allen met gespannen verwachting uit zien naar den einduitslag van den verkiezings strijd, is het oogenblik juist geschikt, om eenige opmerkingen te maken aan de geschiedenis der laatste dagen ontleend. Allereerst moet het de aandacht getrokken hebben, dat het ministerieel orgaan zich niet alleen met de verkiezingen in het algemeen druk heeft bemoeid, maar dat het in onderscheidene districten invloed zocht uitteoefenen door af zonderlijke artikelen over de daar gestelde kan didaten. De regering moet wel groote vrees koesteren, dat sommige kandidaten, zooals de heeren van BosseBetzThorbeclce en anderen een mandaat zullen kragen, dat het orgaan zich geroepen gevoelde om, als ware het een orgaan voor de geheele natie, in bijzonderheden te tre den, omtrent de zaken buiten het district van 's Gravenhage. Andere velgelezen bladen heb ben ook wel de zaak in het algemeen bespro ken, maar zichnietalzoo met de aangelegenheden van verwijderde districten bemoeid, zooals het Dagblad, nog aan den vooravond der verkiezing. Waarom deed men dat? Als de kansen er goed stonden voor de regering, ware het niet noodig gen eest. Er schijnt dus in die districten, waar voor het orgaan zich zoo zorgvol als voorlich ter opwierp, nog al sympathie te bestaan voor andere menschen dan de regeringsmannen. Mogten deze laatsten daar dus al de overhand behoudendan laat het zich nu reeds stellen, dat de geagiteerde artikelen over sommige dis tricten ten bewijze zijn, dat daar de geest niet zóó algemeen voor de regering isals het orgaan zulks steeds doet voorkomen of wenscht. Eene andere opmerking isdat van enkele distric' en schier geene notitie genomen is. Er werden althans geéne uitvoerige artikelen aan gewijd. Men scheen overtuigd, dat daar niets te doen was van wege de vrij duidelijk geopen baarde meening der kiezers. Ook dat feit mag ons niet ontgaan. Er zijn geheele districten waar de stem van het Dagblad volstrekt geen weerklank vindt en waarvoor dus ook geene bijzondere wenken gegeven werden. Men voege deze bij die, waar thans meer dan ooit de hulp van het Dagblad noodig was en men komt tot de slotsom dat er niet veel overblijft van de verzekering, dat het Dagblad de nationale partij zou vertegenwoordigen. Het blijft al verder niet buiten opmerking, dat de regering zelve haar uiterste best gedaan heeft om indirectde gemoederen voor haar te winnen en aller medewerking in te roepen. Allerlei benoemingen en bevorderingen in deze dagen onder de vrienden hebben de aandacht getrokken. Men denkt aan den brief van den minister aan de burgemeesters gezonden dooi de commissarissen waarin men tusschen de regels lezen kan: gij moogt wel een handje helpen natuurlijk als kiezer alleen." Alsof het publiek den burgemeester afscheidde van den persoon van den aanbevelenden kiezer. Aan den Amsterdamschen gemeenteraad werd door twee ministers een brief geschrevenom de hoop te versterken, dat deze regering de door gravingszaak krachtig bevorderen zal. Einde lijk om niets anders te noemenaan enkele gemeenten werd, kort voor de verkiezing eene gunst toegestaan, die een minister vroeger be paald geweigerd had. Men denke aan het blij ven van garnizoen te Middelburg. Dat alles gaat van de regering zelve uit, in een oogenblik, waarin zij zich geheel onzijdig moest houden. Er valt uit te leeren, dat, naar de overtuiging van het ministeriealles op het spel moest wor den gezetmaar ookdat eene regering die niat w-il heengaan, in de keuae van reddings middelen niet al te keurig is. Ten slotte teekenen wij voor ditmaal nog aan, dat juist in het ministerieel orgaan de kwestie van den dag altijd onjuist werd voorgesteld. Al wat het ministerie niet steunde, wilde zoo maar in eensnaar de republiek, 't Was waar lijk om kippenvel te krijgen (zooals onze Arn- hemsche zuster zegt) als men al die akelige voorstellen las eener toekomst, die het Dagblad schiep, om effect te maken. Er woidt in zulke oogeublikken altijd veel gelogen, maar dit was toch wat al te tastbaar. Men wilde juist de kandidatuur afbreken van die mannen, die zich steeds voor het eonstitutioneele koningschap in de bres hebben gesteld. En van welke zijde werd de alarmklok geluid? Juist door hen, die den naam des konings steeds in het debat meng den en de daden van den geëerbiedigden vorst blootstelden aan allerlei onjuiste beoordeelingen. In het ministerieel orgaan geschiedde dit vooral daar werden de edelsten uit het land het meest verguisd. Waarom zeide de Staats-Courant nn ook niet, dat de regering aan die verzinsels geen deel had? In waarheid men heeft eene verden king op zich geladen, die het vertrouwen wel ondermijnen moet. Zou zulk eene houding der regering anders dan uit wanhoop kunnen ver klaard worden? GOES 23 Januarij 1868. PEE TELEGRAAF. Uitslag der stemmingen voor leden van de Vineede Kamer der Sta ten- Hen er aal Amersfoort. Gekozen mr. J. K. baron van Goltstein en mr. E. L. baron van Harden- broek van Lokhorst oud-leden. Amsterdam, Ingekomen 2943 st. Gekozen mr. G. C. J. van Reenen 2785, H. A. Insinger 1556, J. J. Rochussen 1538, mr. M. J. Pijnap-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1