BUITENLAND.
EEN KUNSTPRAATJE.
In bet Franscbe Journal de 1' Agriculture
vtordt melding gemaakt van de volgende ont
dekking. De heer Marionlandbouwer te Cor-
nimont (Hornenberg), in het departement der
Vogesen, had in een vorig jaar op eenen met
zieke aardappelplanten bedekten akker eene
struik opgemerktwaarvan het loof frisch was
gebleven en waaraan zich vervolgens, bij het
rooijen, geen enkele zieke knol had vertoond.
De heer Marion schreef dit verschijnsel toe aan
de omstandigheid, dat de bedoelde plant onder
een afdak had gestaan en daardoor tegen den
regen was beschut geworden. In het volgende
jaar had de heer Marion eene proef genomen
met twee struiken waarvan hij de eene bij
regenachtig weder steeds overdekt en de andere
aan den regen blootgesteld gelaten had. In
Augustus was het loof der laatste reeds geheel
verdordterwijl dat der andere groen bleef en
bij het rooijen enkel gezonde aardappelen op
leverde; de knollen der verdorde struik waren
daarentegen allen verrot of aangestoken. De
heer Marion ziet in deze uitkomst het bewijs,
dat de kiem der ziekte door den regen, zoo al niet
ontstaatdan toch ontwikkeld wordt. De ziekte
in den wijnstok en in andere struikgewassen
zouden zich, naar zijne meening, op dezelfde
wijze laten verklaren.
Op 30 November 1867 is te Goes 's avonds
op de post gedaan een brief waarin 2 coupons,
groot ieder 5,90Russische volgefourneerde
spoorwegen, verschenen Julij 1867, n"-. 25,094
en 155,257, gesloten in enveloppe, digt gemaakt
met gom en gedekt met lakgeadresseerd naar
Rotterdamwelke brief noch coupons aan het
adres zijn bezorgd.
De officier van justitie te Goes, verzoekt
opsporing, aanhouding en berigt.
De Officier voorn.
DE KNOKKE VAN DER MEULEN.
Benoemingen.
Herbenoemd tot burgemeesters der gemeenten Baar
land P. Brugqeman; Biggekerke en Zoutelande Ver-
hage, secretaris der gemeente Zoutelande; Borselen
J. Kottier Jr.; Brouwershaven J. M. Locker Je Bruine
•Cadzand, Betranchement, Zuidzande, II. S. de Smidf-,
Clinge JF. \ercauteren; Dreischor JMoolenlurgh Jz.;
Duivendijke I. ViergeverEede P. J. Buyck Kapelle
J van Duyne; Kloetinge J. Trimpe; Koewacht .7. B. van
de VijverOudelande P. van WingenScherpenisse
I). Polderman; Serooskerke (Walcheren), St. Laurens
P. Melis; Wemeldinge de Klerck Az.
Dat het in de pauselijke staten nog verre
van rustig is. blijkt uit een berigt uit Rome,
volgens hetwelk de kommandant, den 3den de
zer even na het vertrek der laatste kompag-
nie Pranschen een rapport ontving, dat hem
noodzaakte sterke patroiulles naar Trastevere
te zenden. Een ander berigt meldt, dat gedu
rende de beide laatste nachten van 2 en 3
December 150 jongeliedenmeest van den ar
beidenden stand, Correse hebben verlaten om
een korps vrijwilligers te vormen. Bij zulk eene
stemming is de vrees voor nieuwe ongeregeld
heden volkomen gegrond.
- De weigering der gevangengenomen Ga
ribaldianen om hunne vrijheid te koopen dooi
de belofte, dat zij op hun woord van eer geen
krijg meer zullen voeren tegen den heiligen
stoel, wordt door het officieele dagblad van Rome
gedurig ter sprake gebragt. Zijne klagt echter
is ongegrond. In alle bekendmakingen toch
die gedurende den inval verschenenin de dag
orders van generaal Zappi en in het officieele
romeinsche blad zelf, werden de Garibaldianen
als woeste roof benden beschreven, die alle be
schaving misten. Hoe kan men van hen dan
nog een woord van eer vorderen? De itali-
aansehe dagbladen rigten bij deze gelegenheid
scherpe uitvallen tegen de "romeinsche bladen.
Omstreeks drie jaren geleden werd een
neger, met name Crowtherin Engeland, tot
anglicaansch bisschop voor het gebied van den
Niger gewijd, na wetenschappelijke opleiding
aan eene Engelsche hoogeschool genoten en er
den graad van doctor in de godgeleerdheid ver
worven te hebben. Zijne afkomst, gelaatskleur,
zeden en ligchaamsgestel werden geacht hem
bijzonder geschikt te maken voor de leiding dei-
kerkelijke zaken op Afrika's westkust.
Onlangs eenen herderlijken togt langs den
Niger doende, ging dr. Crowther zonder geleide
aan land en begaf hij zich alléén onder eenen
inlandschen volksstam, gevestigd te Ida; doch
de inboorlingen ontvingen hem slechtsloten
hem op en verklaarden hem niet dan tegen
losgeld te zullen ontslaan; en eenen bisschop
met een duizendtal slaven gelijk stellendeisch-
ten zij als losgeld zooveel als voor 1000 slaven
betaald plagt te worden.
Van de naaste Britsche nederzetting werd ter
stond een detachement krijgsvolk naar Ida ge
zonden om den bisschop te bevrijdenhet
raakte slaags met de' inboorlingenwaarbij de
heer Fell, Britsch vice-consulsneuveldeen een
van zijne medgezellen door eenen vergiftigden
pijl gevaarlijk gewond werd. Intusschen wist
Crowther aan zijne bewakers te ontsnappen; zij
snelden hem namaar hij won het hun in snel
heid afen bereikte vóór hen den oever der ri
vier alwaar hij door eene Engelsche boot in
veiligheid gebragt werd.
De edele roekeloosheid van den zwarten bis
schop schijnt in Engeland meer berisping dan
bewondering te vinden.
G-omonscIe Dorigtcn.
In eene gemeente van het rijk heeft zich het geval
voorgedaan dat een bruidspaar voor den ambtenaar
van den buraelijken stand is verschenen om een hu
welijk te voltrekken. Alle stukken waren in volmaakte
orde. Nadat de ambtenaar had verklaard, dat zij
door den echt aan elkander verbonden waren wei
gerden evenwel de partijen te teekenen omdat zij
zich wenschten te verwijderen. De grootste neus
iri de wereld is zeer waarschijnlijk die van James
S. Foote te Pettsville (Illinois). Hij is niet minder
dan zes duimen lang, gemeten van af den top en
ieder neusgat is anderhalf duim wijd. Deze neus is
een voorwerp van de bewondering voor g heel het
graafschap. Wanneer Fóote zijne neus snuit, zegt een
schrijver, meent men de trompet van het laatste oor
deel of een kanonschot te hoorenen de straatjongens
zeggen dal de zwaluwen in zijn neusgaten nestelen.
Zes Amerikaansche duimen zijn gelijk aan lfi Ne-
derlandsche duimen. Te Fort Wayne; Ind.zou
onlangs eene kip gestorven zijnin welker maag eene
borstspeld, kralen met een goud slot, oorringen en
andere artikelen van dat soorL gevonden werden.
Die kip was ongetwijfeld voornemens, om een ju
weliers™ inkel te beginnen In bet dorpje Little
Neck Long Islandheeft men op de vliering van
een Episcopaalsch kerkje de verblijfplaats van 5 in
brekers en dieven gevonden, die daar sedert twee a
drie jaren gehuistvestgewoond en hunne goederen
verborgen hebben. Allerlei denkbare artikelen van
goud, zilver, koper en bijna alles wat men bedenken
kon werd op de vliering gevonden. De waarde dei-
gevonden goederen zal over de 15,000 bedragen.
Het wegnemen van het oude orgel en het plaatsen
van een nieuw gaf aanleiding tot deze ontdekking.
Ingezonden.
Vertrouwende op uw medelijden, mildheid, dank
baarheid, wilskracht, volharding rri a. w. ver
trouwende op uw goede hoedanigheden, lezers, waag
ik bet, li opmerkzaam te maken op den ongelnkkigen
toestand waarin vijf oude vrouwen zich bevinden. U
hare levensgeschiedenis te melden ware zoo goed als u
te zeggen, dat gij weetnieten zijt, want gij kent ze, Le
zers. Gij weet dat ze reeds voor duizenden jaren ge
boren zijn, dat hare moeder phantasie heette, dat ze
voorspoedig opgroeiden tot schoone kloeke vrouwen, die
schitterden in haar volle pracht en duizenden aanbidders
hadden. Maar velen van u merken niet op dat zij van dag
tot dag vervallendat zelfs enkele van haar verlaagd zijn
tot dienares iri de kroegentot noodhulp bij de banket
bakkers, en dat ze weldra zullen stikken in den practi-
schen geest des tijds. Een treurig maar onvermijdelijk
einde. Maar zij leven nog en gij bemint ze en zult dus
gaarne medewerken om haar laatste oogenblikken zoo
aangenaam mogelijk te maken. Ja, ik weet dat gij ze be
mint, want gij zijt dankbaar, en zij hebben aanspraak op
uw dankbaarheid. Zij hebben u ieeren gevoelen, leeren
genieten. Zij hebben uwe voorvaderen gekend en bemind.
Zij kunnen u verhalen van hun zeden en gewoonten,van
hun groole en edele daden. Mannen als Beinhrandt,Von
del en Bach, waren hare lijfdienaars. Niet waar,gij hebt
haar lief? Daarom deed ik een beroep op uwIk
bid u, houdt die stoffelijke gaven onder uw bescherming
tot een van hare arme dienaars daaraan behoefte zal heb
ben; zij zelve hebben geen behoefte aal: Stoffelijke gaven
want ze zijn boven de stof verbevenHet zijri wezens
zonder vleesch, zonder beenderen.
De lezers zullen zeker hier de Schoone kunsten herken
nen. Zij die meenden de vijf vrouwen van Blaavwbaard
te zien te krijgen, en zij die met een kwaadwillig hoofd
schudden zeggen, dat ik hen bedrogen heb.waut dat oude
vrouwen oude vr uwen en schoone kunsten schoone kuns
ten zijn, die dus geen verschil zien tusschen leugen en al
legorie, raad ik aan mijn schrijven ter zij te leggen of
liever tot het lezen der advertentiën over te gaan daar
ze zeer weinig met het belang der oude stumperts zullen
ophebben. Gaan we verder! In het algemeen noemt men
elke vaardigheid door oefening verkregen „kunst." Er
zijn dus vele kunsten. Timmeren, drinken, liegen, ver
wen bedriegen, goochelen, veinzen en ontelbare aange
name en minder aangename handelingen zijn kunsten.
Wie in de maatschappij leeft en opmerkt zal zeker men
niet tegenspreken, wanneer men beweert, dat de(kunsten
in dezen tijd bloeijen, mits me» de „schoone kunsten"
niet onder de hbeijende telle, want dan zou men de waar
heid te kort doen, dat trouwens wel meer gebeurt. Bij
schoone kunsten werkt de ziel, bij anderen meer het lig-
chaam, en als nu van jaar tot jaar met het toenemen der
werktuigen ook het getal der werktuigelijke wezens toe
neemt, als van jaar tot jaar de zucht naar gewin de zucht
naar edel genot verdrijft, als van jaar tot jaar de phan
tasie plaats maakt voor de werkelijkheid, dan zal men
zich niet verwonderen wanneer ik beweerdat over tal
van jaren de oude dames den geest zullen geven. Maar
zij bestaan nog; wij genieten nog van hare voortbreng
selen en daarom zullen wij ze opbeuren ieder naar zijne
beste vermogens. De middelen hier toe wenschte ik te
bespreken. Vooreerst een woord over moeder Poezie en
hare dienaren „de Rederijkers," die reeds jaren lang voor
haar zwoegen en slaven, met geen ander gevolg dan dat
de Poezij gandsche dagen treurt over „Weesjes"en „Zieke
Jongelingen," of zich het kleed scheurt bij een bezoek
aan de wetenschap, of hemeltergend mishandeld wordt
om het geheugen der Rederijkers te helpen. Zeker geen
goed gevolg en waarom niet? Omdat vele Rederijkerska
mers het doel harer pogingen miskennen. Kamers waar
ontwikkeling en goeden smaak vereischten zijn werken
weldadig voor de Poezie. Ze zijn kweekplaatsen der wel
sprekendheid en beschaving. Maar haar getal is klein
zeer klein. Hoeveel andere zijn er niet, waar personen
met een sterk geheugen, rollende oogeuen een vorstelijke
houding den scepter zwaaijen; kweekplaatsen der pe
danterie en wansmaak. Zulke Rederijkerskamers zijn een
pest voor de maatschappij. Zulke Rederijkerskamers rig
ten alles wat gevoel voor het schoone en goede heeft ten
gronde.
Hoeveel kost de el geel katoen?
Die zijde
Vergeving lezers voor den onverwachten inval. Ik
was zoo druk bezig met mijn rol uit het heerlijk drama
„Een dag de waarheid," dat ik u vergat. Toch kan het
geen kwaad zoo'n regel vol geest en leven tusschen den
tekst in te werpen, bij wijze van intermezzo; want zeker
zult gij bij het lezen van dien regel genoten hebben. Is
er wel iets meer dichterlijk dan geel katoen en iets meer
verheten dan een manufactuurwinkel?
En van dergelijke episodes wemelt het tooneelstuk,dat
tot moraal heeft: „de waarheid is lak." Honderden too-
neelstukkeu worden tegenwoordig vervaardigd en wat
zijn het? Alledaagsche voorvallen gekleed in een stijl, die
u de haren ten berge doet reizen, die n doet sidderen, en
de moraal? Moraal is er niet in of ge moet dit mo
raal noemen„Bedriegen is mooi, mits men het met over
leg doet."
Rederijkersrigt een kermistent op, huur straatmuzie
kanten, laat de president met een stok op het beschilderde
voorhang aanwijzen wat moois daar binnen te zien is. En
wanneer ge dan nog geen „volk" genoeg lokt, laat een
van uw vrolijkste makkers zich in een narrenkleed ste
ken en potsen maken. Maar neen! Laat me liever vragen
waarom gij het publiekof liever waarom gij de maat-
chappij zulke gedrochten opdringt? Omdat enfin
chacun a son gout. Het publiek houdt veel van losse
stukjes. Wij spelen om ons te v ermaken en daarbijwij
gaan met den tijd meê. Luistert eens. Dat méégaan
met den tijd is goed, mits g maar zorgt den nek niet te
breken. Ik heb eens een versje over den tijdgeest gelezen,
dat mijne meening ten volle staaft. Ik geef het u hier
ter inzage
Brieschend stond de tijdsgeest klaar
Voor zijn opgetooiden wagen.
Ieder drong met groot misbaar
Om een kleine plaatste vragen.
Wie niet meeging met den vracht
Werd verguisd, bespot, veracht.
Alles rammelde door een
Jood en Christen, Turk en Heiden,
't Was een leven bij het scheiden
Hier genoegendaar geween
HierKees Bombastdaar Piet Feil