BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLAND.
onaangename opmerkingen te vrijwaren. Voor
waar weder een schoon bewijs van eerbied voor
den koning, dat men op hem laden wil, wat
anderen niet kunnen verantwoorden; dat men
hem een besluit voorlegt in den ministerraad
ontworpen dat uitvaardigt in zijnen naam en
dan zegt: wij verzoeken geene aanmerking op
hetgeen alleen door den koning vrij en onaf
hankelijk besloten is. Bemerkt gij hetvolk
van Nederlandhoe men onder het mom van
liefde voor vorst en land, niet anders dan eigen
belang zoekt te dienen?
Nog ietsWanneer de kamer ontbonden
werd dan zou dit natuurlijk gemotiveerd wor
den door de verzekering, dat met deze kamer
niet kan geregeerd worden. Dat klinkt waar, want
de kamer stemde de begrooting voor buitenland-
sche zaken af. Maar hoesnel zijn de zaken veran
derd. In de vergadering van 20 Nov. 11. zeide
dezelfde min. van buitenl. zaken, graaf v. Zuijlen,
sprekende van de zware verantwoordelijkheid,die
het voorstel tot ontbinding der kameraan de re
gering (en dus niet aan den koning) oplegt;
sprekende van de bewijzen dat men met de
ontbinding in 1866, niet misgetast had: »als
wij verder er opletten dat wij de eer hadden
gedurende een jaar na de ontbindingde teugels
van het bewind te voerenen dat in dien tijd, in
deze hamer niet één wets-voordragt is afgestemd,
mij dunktdan mogen wij weder met bescheiden
heid zeggen, dat wij het vertrouwen van deze hamer
genieten en die mate van ondersteuning hebben
ontvangen die noodig is om met goed gevolg het
land te besturen. Op diezelfde mate van onder
steuning maken wij nu nog staat en dit doet ons
met moed onze taak voortzetten."
Alzoo is er eene kamer, waarmede, naar
's ministers eigen woordzeer goed geregeerd
kan worden. Het feit der afstemming, juist van
zijne begrooting, krijgt daardoor eene dubbele
beteekenis. Het blijkt nu zoo het nog noodig
ware er op te wijzen, dat hier van geenparti
pris sprake kan zijndat zijdie tegenstemden
een zelfstandig votum uitbragtenmaar het
blijkt ookdat men niet zal kunnen zeggen
dat de kamer weg moetomdat men met haar
niet regeren kan. Waar het orgaan dit heden
stellig beweert is het in openbaren strijd met den
minister, Wederom een bewijs van de huichel
achtige houdingdie de partij aanneemtals
zij de ontbinding provoceren wil, omdat de
kamer tegenwerkt, en de minister zelfhet
hoofd van het kabinet, gaf haar een brevet
van volgzaamheidzooals misschien nimmer te
voren werd gegeven.
Doch voor ditmaal genoeg. Wij wilden slechts
een blik slaan achter het masker, waarmede men
zich vertoont en waar het voor allen duidelijk
is dat de ministerieele mannen, tot eiken prijs,
nog eens eene ontbinding willendaar wen-
schen wij inedetewerkenom het volk te doen
zien, dat de gronden, waarop men die verlangt,
niet bestaandat men van allerlei drogredenen
zich bedient, om te verblinden en te verschal
ken en dat de snoodste huichelarij juist daar
gevonden wordtwaar men het voorkomen aan
neemt van de meest trouwhartige zorg voor onze
dierbaarste belangen. Wijdie onze liefde voor
Nederland en Oranje niet in woorden laten
bestaan of hoog daarvan opgevenwij nemen
daarom het woord der schijn vrienden over en
roepen op onze beurt: maskers af.
GOES, 9 December 1867.
De leden van de eerste kamer zijn tegen
Vrijdag 13 dezer ter vergadering bijeengeroepen.
De tweede kamer heeft, in hare zittingen van
Donderdag tot Zaturdag, al de crediet-wetten
aangenomen nadat over sommigen eene kor
tere of langere discussie was gevoerd. Bij die
voor het departement oorlog werden amende
menten voorgesteld en verworpen, evenzoo bij
die voor finaatien. Toen de begrooting voor
koloniën aan de orde was heeft de heer van
Sijpestein lange redevoeringen gehouden in den
geest der ministerieele partij en daarbij ook ge
zegd dat de twijfel al meer en meer ingang
vindt, of in Indie het gezag wel aan goede han
den toevertrouwd was. Een amendement door
hem voorgesteld strekkende om een post op
de begrooting te brengendien de minister in
verband met den uitgedrukten wensen der ka
mer had weggelaten, werd door den heer Thor-
becke bestreden en verworpen. Een ander amen
dement van denzelfden afgevaardigden onderging
hetzelfde lot waarna door sommige leden de
vraag besproken werd, of aan den heer van Sij
pestein op de regte wijze verlof verleend was
als referendaris bij het departement van kolo
niën, om zitting te kunnen nemen in de tweede
kamer. De vergadering is daarop tot Maandag
gescheiden.
Naar wij vernemen zullen de heeren leden
van den gemeenteraad op Donderdag a. s. de
biljetten afhalen voor de nieuwjaars bedeeling.
Volgens besluit van Z. M. is eene bronzen me
daille uitgereikt aan 165 personen die zich gedurende
het heersehen der Cholera in 1866 bijzonder hebben
onderscheiden door onverpligte daden van, mensch-
lievendheid en zelfopoffering, ten opzigte van aan die
ziekte lijdende of hunne betrekkingen, of door het
aanbevelen, voorschrijven of uitvoeren van maatre
gelen tot wering der ziekte; onder welke wij ook
genoemd vinden onzen stadgenoot dhr. J. Adam. Op
de eene zijde der medaille staat eene afbeelding van
Aesculapius met het randschrift Ob cives servatos en
op de keerzijde een lauwerkranswaarin de naam
van den persoon aan wien de medaille i3 toegekend,
met de woorden: Voor goede zorg en hulp bij het
heersehen der Cholera Asiatica in 1866.
Batli 9 December 1867. Op 6 dezer kwam
de stoomboot Harwich, varende van Antwerpen
op Harwich vice versain de onmiddellijke
nabijheid van Bath, in botsing met de stoom
boot Sultana varende fan Huil op Antwerpen
vice versa, en wel met zoo veel kracht dat
de Sultana onmiddellijk zonk. Men had geen
tijd van denken en sprong aanstonds op de
Harwich over, zoodat behalve de stuurman de
zich aan boord bevindende hun leven redden.
Equipage en passagiers zijn aan wal gebragt;
allen behalve de Engelschen zijn naar Belgie
vertrokken, de laatste zullen tot nader order
te Bath blijven, zijnde reeds aankoop voor
levensmiddelen en kleeren gedaan.
Gisteren avond is door hen in het kerkge
bouw eene plegtige godsdienstoefening gehou
den waarbij ds. van Oosten pred. alhier, hen
voorging. Een talrijke schare woonde die bij.
Nog een paard is ook gered, beide booten
waren met stukgoederen geladen.
Het lijk van schipper -J. B. Ceulemans is
vrijdag avond opgevischt.
Naar wij van goederhand vernemen, heeft
zich in de vorige week in het Zuidelijk ge
deelte van dit eiland een hond vertoond, die
kenteekenen van dolheid gaf. Nadat hij on
derscheidene honden had gebeten, waarvan
sommigen zijn gestorven en anderen afgemaakt,
is hij op een boerenhofstede, onder de gemeente
Ellewoutsdijkalwaar hij mede de wachthond
had aangevallen, op last der politie dood ge
schoten.
Nog steeds ontvangen wij berigten omtrent
de gevolgen van den storm in de vorige week.
Onder meerderen is er ook groote schade aan
den polder Oranje Plaat en is het schip van
den beurtman uit den Nieuwen Craaijer tot
aan de kruin van den dijk gezet, doch met
het volgend tij, dat nagenoeg evenveel water
bragt, gelukkig zonder veel schade er af geko
men. Iets verder van genoemd veer waar eene
groote partij suikerpeen was gestapeld, is die
voor een groot deel weggedreven en zijn de
nog overigen, zoo door elkaar verward dat ze
door de eigenaars niet te herkennen zijn 't geen
soms aanleiding tot hevigen woordenstrijd geeft.
Tot inspecteur van politie te 's Hage is
benoemd de politie agent van de l6tc klasse
P Merts. De benoemde-telt reeds vele dienst
jaren en begon bij de politie met de betrek
king van nachtwacht.
Men leest in het Weekblad voor het on
derwijsIn den tijd dat men van de hooge
regering de beslissing wacht van het al of niet
invoeren der spelling van de H.H. De Vries
en Te Winkel op de scholenacht ik de me-
dedeeling van het onderstaande niet van be
lang onbloot. De notaris D. zondc dezer dagen
eene akte naar het kantoor der registratieom
die te doen registreeren. Hij ontving die on
geregistreerd terug met berigtdat ze niet kon
worden aangenomenomdat men zich van de
nieuwe spelling bediend had! De ontvanger der
registratie had eene missive in dien geest van
het gouvernement ontvangen!
Men schrijft uit Rome:
»Het wordt nu tijd eens zonder overdrijving-
te zeggen wat de pauselijke zouaven zijn. Men
vindt zonder twijfel onder hen lieden van naam
en aanzienbezield met innig politiek en gods
dienstig geloof, maar hoevelen zijn er van
die steunpilaren van legitimiteit en goddelijk
regt van feodalisme en privilegiën? Zeer wei
nigen; men kan ze tellen in een zaaltje van
een koffijhuis waar zij alle avonden bijeenko
men. De groote meerderheid van het zouaven-
korps bestaat uit dweepers, in de sacristiën
aangeworven, onder patronaat van de bisschop
pen die eerst de beurs-agentenen nu de
wervers van den pauselijken stoel geweest zijn.
Bovendien zijn in dat keurkorps zeer vele
arme drommels zonder een greintje geloof, die
een, twee, drie, katholiek gemaakt zijn en
geen ander middel van bestaan hebbende onder
het pauselijk vaandel dienst nemen, even als
zij morgen den sultan zouden gaan dienen.
Dit zijn lieden, verlokt door de goede soldij,
want de zouaven krijgen hier viermaalen zoo
veel soldij als in Frankrijk. Onder dezen kan
mennaar ik meenal die leegloopers rang
schikken die Ierland tegenwoordig ten behoeve
van den paus loost. Nu de parijssche voorstad
St. Germainde kasteelen in Bretagnede
universiteit te Leuven hunne contingenten heb
ben gezonden, krijgt men de nieuwe rekruten
uit Ierland. Er is verleden week te Civita
vecchia eene lading aangekomen groot genoeg
om twee kompagnien te vormen. Wat slag
van volk dat is, heeft men reeds ondervon
den toen men vijf of zes jaren geleden ge
noodzaakt was ze naar huis te zenden,"
G-emongde toeristen. -
Te Winnebago, Iowa, werd onlangs eene oude slang
gedood, die 43 ratels had. Een plaatselijk blad noemt het
de dood van een ouden conservatieven." Eene vrouw
in Frankrijk heeft haar hoofdhaar 15 maal verkocht in
haar leven, en reeds $400 van hel gewas gemaakt.
Twee jongens waren onlangs nabij Parkersburg, V.,
aan het zoeken van kippen eijeren. Een der jongens
kroop onder de schuur, keerde spoedig te rug en
zeide, dat de kip hem gepikt had. De andere knaap
kroop er toen onder. De eerste werd zeer ziek en
keerde naar huis, waar hij spoedig stierf. De tweede
kwam niet terug, en werd dood ouder de schuur ge
vonden. Bij nader onderzoek haalde men een ratel
slang van onder de schuur, welke een kwart bushel
maat vulde. Hoe vreeselijk de naijver tusschen
kunstenaars om zich grijpt, is dezer dagen weder
te Parijs gebleken. In een féerie kwam onder ande
ren een ballet voor waarbij het personeel als domino-
steenen gekleed was er. op de maat der muziek een
soort van partijtje spelen moest. Na de eerste alge
meene repetitie kwam een figurant bij deri direteur
zijn ontslag aanbieden. Gevraagd waarom, antwoordde
hij dat men bem tot Aas-Twee had gemaakt, niet
tegenstaande hij de oudste der figuranten was. De
Directeur, getroffen door 's mans hartzeer, liet hem
bet kostuum van Dubbel-Zes geven en met van vreugde
stralende oogeu keerde de figurant tot zijne makkers
terug. Wie bij mij op het kantoor komt" zei onlangs
een lieer, bij wien zich iemand aanmeldde om naar
eene opengevallen betrekking te dingenWie bij mij
op het kantoor komt, moet lang kunnen zitten, in. één
stuk door van 's morgens. 9 tot 's namiddags.6 uur.
Gevoelt ge u daartoe in staat?" Wel zeker., meneer,
antwoordde de manIk heb wel zeven jaar achtereen