BIJBLAD VAISf BS 60SSSCHS COÜRAWT, van Vrijdag 6 December 1867. 1\°. 05. Vervolg van het verhandelde in den Gemeente raad den 18 H'ovember jl. Hoofdst. 3, afd. 1, art. 1. a. Onderhoud openbare gebouwen 2500,zonder discussie. b. Haven- en kanaalwerken 3445, Hier deelt de beer Verhagen mede, dat door het gem. be stuur van Zierikzee eene deputatie is benoemdotn bij den min. van binnenl. zaken het verzoek van de kamer van koophandel aldaar te ondersteunen, om door het maken van een aanlegplaats te Wemeldinge en een zijtak van den spoorweg, Zierikzee. en Schouwen op die wijze met de hoofdlijn van den Z. spoorweg in verbinding te brengen. Dat, als zijne informatien juist zijn, waaraan hij niet twijfe len kan, de minister aan die deputatie de vraag zoude gesteld hebben, waarom men het Sas van Goes niet als punt van aan sluiting gekozen had; waarop geantwoord is, dat het juiste punt van aansluiting voor de belangen van hun district natuurlijk onverschillig was. Er bestaat dus gegrond vermoeden, dat deze zaak thans in onderzoek is bij de hooge regering en nu wijst hy op het groote belang voor deze gemeente als aan het Goessche Sas de voor keur mogt gegeven worden boven Wemeldinge. Hij meent te kunnen volstaan door bloot de aandacht van het dagelijks bestuur op deze gelegenheid te vestigen, in het vertrouwen dat men niet stil zal zitten, om daarvan zoo moge lijk partij te trekken. De Voorzitter bedankt den heer Verhagen voor zijne mede- deeling en zegt toe deze aangelegenheid in het oog te zullen houden. c. Bruggen 300, d. Riolen en waterleidingen 785, Dhr. Verhagtn maakt aanmeiking op den hieronder begrepen post van 300,voor het zuiveren der vest boven de aanne ming van het uitbaggerenen vraagt of de bate van den bag ger komt ten voordeele der gemeente? Dhr. Kakebeeke antwoordt: dat het zuiveren zich voornamelijk bepaald tot het uithalen van eendenkroos en andere onreinheden en dat dit voor de gemeente geerie waarde hpeft en door den aan nemer naauwelijks kan weggeschonken worden. e. Wegen, voetpaden en straten 1790, Dhr. Verhagen zegt het gevoelen der finantiele commissie te deelendat het verleggen der Kleine Kade minder dringend is dan de verbetering aan de Boomkade en van de zoogenaamde Manhuisstraat. De Voorzitter gelooft dat de leden wel zullen overtuigd zijn, dat de Kleine Kade herstel behoeft. Hij erkent ook de behoefie aan den aanleg langs de Boomkade, maar daarvan loopen de kosten voor deze dienst te hoog. Wat de Manhuisstraat betreft: de verlegging daarvan is vroeger reeds uitgesteld, als staande in verband met het aldaar inte- voeren nieuw rioolstelsel. De heer Kakebeeke zegt, dat de Kleine Kade zeer veel gele den heeft door het berijdengedurende het maken van de nieuwe brug, waardoor de straat zoodanig is gezakt, dat dezelve geen afwatering meer beeft en dat zeer nadeelig is voor de kaaimuren. Mr. de Laat de Kanter verklaart zich voor de verbetering langs de Boomkade; hij erkent wel de behoefte aan verbetering der Kleine Kade, maar vermeent dat voor de berekende som, dat werk niet volledig kan gedaan worden. Hij wensebt dat met de verbetering der Boomkade zal worden aangevangen, opdat dit zoo niet in één jaar dan toch zeker na verloop van een paar jaar afgewerkt zal zijnhij stelt als amen dement voor de post voor de Kleine Kade uitgetrokken weg te laten en op deze begrooting te brengen eene post voor de be strating der Boomkade, en twijfelt niet of aanleggende eigpnaars zullen door het leggen van een trottoir wel willen medewerken. Dhr. Kakebeeke blijft bij zijne overtuiging, dat de verbetering der kleine kade meer noodzakelijk is. Dhr. k er hagen vraagt of de wethouder Kakebeeke denkt dat 350,voldoende is om aan de kleine kade te doen wat tot verzekering van eene goede afwatering noodig is. Dbr. Kakebeeke antwoordt daaropdat hij in deze afgaat op de berekening van den bouwmeester. Alsnu het amendement van mr. de Laat de Kanter in stemming gebragt zijnde wordt hetzelve verworpen met 5 tegen 3 stemmen Vóór stemden de heeren mr. de Knokke van der Meulen Ver bagen cn mr. de Laat de Kanter. Mr. de Laat de Kanter stelt nu een tweede amendement voor om onder litt. e nog te brengen eene post voor memorie voor het bestraten aan de boomkadedat met eenparigheid van stemmen aangenomen wordt. Wandelplaatsen 425, g. Begraafplaats 148. Afd. 2. Daarvoor was niets uitgetrokken doch wordt aldaar op voorstel van burg. en wetli. gebragt. Art. 1. Voor het aandeel der gemeente in de kosten van op- en inrigting van het huis van bewaring voor het kanton Goes f 1608,12. Art. 2. De helft in de kosten tot behoud van den kerktoren- 2600, Art. 3. De kosten van inrigting van hel ijkkantoor - 422, Art. 4. Het maken van een verblijfplaats der werk lieden - 385, Zamen 5015,12. Dhr mr. de laat de Kanter vraagt, welke inzigten er bestaan om bewilliging te verleenen tot het stichten van woonhuizen aan den stations weg? opdat er maatregelen zouden kunnen genomen worden om den grond daarvoor te aplaneren De Voorzitter zegtdat gebrek aan fondsen de oorzaak is dat er aan die aangelegenheid niets gedaan wordt. Dbr. mr. de I.aat de Kanter vermeent, dat de plannen te groot zijn om ze in één jaar ten uitvoer te brengen en men gedeel telijk moet beginnen. Dhr. Kransen van de Putte verheugt zich over het opgaan van die stem uit den boezem der vergadering. Hij is ook van ge voelen dat men reeds lang aan het werk begonnen moest zijn vóór de spoorweg in exploitatie komtdoch kan zich niet ver eenden inet het denkbeeld van dhr. de Kanter, om, al ware het nog zoo gering, door digtplanting een begin te maken. Wan neer de raad tot dat zoogewenschte werk besluitkan zulks uit de gewone inkomsten niet worden verwezenlijkt en is daartoe geen ander middel dan bij wijze van geidleeningwaartoe hij zonder aarzelen zijne stem zou geven. Dhr. Terhagen verklaart zich tegen het uitvoeren van het werk bij gedeelten hij deelt het gev.gelen van den laatsten spreker om daarvoor des noods eene geidleening te sluiten. Bij hem is het alleen de kwestie of de gelden welke worden gevraagd, in het wezenlijk belang der ingezetenen worden be steed en staat die overtuiging bij hem vast, dan zal hij nimmer aarzelen om deze te voteeren. Hier nu is sprake van een groot belang der gemeente, en als zich dat bevestigen mogtdan ondersteunt hij gaarne het denkbeeld om hierin, zoo noodig, door eene geidleening te voorzien. Hij heeft zich onthouden om over de begrooting in algemeene beschouwingen te tredendaar van de zijde waarvan hij dit gewacht hadgeen enkele stem is opgegaan tegen de voorge stelde verhooging der belastingen in deze begrooting voorkomende. Hij had er echter op gerekend, dat men in verband met eene onlangs in deze vergadering gebezigde uitdrukkingbet destijds gedane verwijt zou hebben trachten te bewijzen met de cijfers dezer begrooting, en zich daarom sterk gemaaktom met de begrooting van 1853 voor zLh te bewijzen dat de ingezetenen in dat jaar bijna elf duizend gulden meer belasting moesten betalen dan nu voor 1868 worden voorgedragen. In 1853 toch werden in deze gemeente aan belastingen gehe ven ruim 44000,terwijl nu na eene verhooging van 4000,van den 1 oofdelijken omslag, slechts iets meer dan 33000,worden vereischt Hij zal niet uitweiden wie toen en wie nu de belastingen betaalden ook niet hoe en waaraan toen eti nu de gelden wer den besteed, maar hij wijst alleer. op deze cijfers, niet om onnutte uitgaven aan te moedigen maar om te doen zien dat daar waar bet uitgaven geldt, die werkelijk in het belang onzer ingezetenen zijn er zeer goed middelen te beramen zijn om deze te bestrijden. Hij verzoekt dan ook het dagelijks bestuur zoo spoedig mogelijk plannen te doen beramen en aan het oordeel dezer vergadering te onderwerpen welke in verband staan met het wenschelijke doel om de ingezetenen al die voordeelen van den spoorweg te doen genietenwaartoe de ligging onzer gemeente vatbaar is. Waarop de Voorzitter de toezegging doet, deze aangelegenheid niet uit het oog te zullen verliezen. Vermits het vergevorderd uurschorst de voorzitter deze zit ting tot den volgenden avond 7 uur. Zie hier de specificatie der belastingen in 1853. en in 1868. Opc. op 'te grondbel. der gebouwde eigendommen 418,41 8507,24. it n ii ii 11 ongebouwde id. a 151,95 ir 304,58. n 1070,64 ti 4705,33. Belasting op de honden 345,— 520,50. Hoofde'ijken omslag u 6764,30 ff 24000,— rr 9125,223 a ii 25580,— Consent-billetten ii 550,— li 44005,52» f 33087,65

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 7