1861. N». 84. DINGSDAG 29 OCTOBER. 54ste Jaargang. PUBLIEKE BESTEDING. BINNENLANPSCHE BERICTEN. «S3- Aï.V?V5*.3A -Eö- GOE De uitgave deser tonrant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- I*r(js per kwartaal 1,55. fr. p. p. ƒ1,90.- 6el>oorte-, huwelijks- en doodberigicn van 1-6 regels ƒ1,30, behalve het zegelregt. De inzending van adverlentiën kan geschieden lol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bebiencim.al5.ins. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden dat het kistje inet benoodi godheden' tot het behandelen van drenkelingen tot he den geplaatst geweest ten Raadhuize, voortaai) ge plaatst wordt in de Policiewacht, alwaar hetzelve,Jie- schikbaar is voor ieder genees-en heelkundige, weïfe.. daarvan bij voorkomende gelegenheden mogt willé'fi gebruik maken. En zal hieraan op de gebruikelijke wijze publiciteit gegeven worden. Gedaan te Goes, den 26 October 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen op Zaturdag den 2 November eerstkomende des namiddags ten een urebij enkele inschrij ving trachten aantebesteden „Met inrigten tot ijkkantoor van tivee lokalenvroeger behoord heb bende bij de Fransche jongens school staande in de korte Vos- straat alhier." De lokale aanwijzing van dat werk zal geschie den Woensdag den 30 dezer, des namiddags ten een ure, en het bestek en de voorwaarden van be steding liggen van heden af ter lezing op de gemeente secretarie. Gedaan te Goes den 28 October 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN De Secretaris H. C. PILAAR. De laatste mailberigten uit Indie brengen ons weder eenige beschouwingen over den mi nister van koloniën, beschouwingen die getuigen, hoe men ook daar zich weinig goeds belooft van dezen derden titularis in het kabinetdat ons eene vaste regering bezorgen zou. Zoo lezen wij in het Samarangsche dagblad de Locomo tief het volgende »Wij hebben geaarzeld of wij een woord over den nieuw benoemden minister van kolo niën zouden zeggen. De toestand der neder- landsche politiek is op dit oogenblik zóó chao tisch de rigtingen en partijen dwarrelen zoo verward door elkander, men ziet zulke vreemde scheidingen tusschen verwante en zulke vreemde verbindingen tusschen vijandige elementen, dat men bijna niet meer onderscheidt wat homogeen en wat heterogeen is. Er is eene meerderheid in de kamer, die homogeen was, om den heer Tra kranen te doen vallen en zijn regeringsbeleid te veroordeelen, maar is die meerderheid ook ho mogeen omtrent den man die den gevallene en het regeringsbeleid dat het veroordeelde vervangen moet? Het is parlementair gebruik, datwanneer eene meerderheid in de kamer krachtiger is dan eene rigting in het kabinet, die meerderheid de rigting aangeeft, in welke het kabinet behoort aangevuld te worden. Maar welke rigtingwelk stelsel of programma kan deze meerderheid aangeven die de tegenstrij- digste namen en kleuren vereenigt, eene meer derheid alleen eenig en eensgezind in het nega tive maar wier leden noch hetzelfde punt van uitgang, noch hetzelfde doeleinde hebben? In dien waar is, wat van den heer Hasselman ge zegd wordtdat zijne kleur en rigting even onbestemdzijne politiek even chaotisch als die der kamer is dat hij reeds in zijn leven van verschillende punten uitgegaan is en naar verschillende doeleinden gestreefd heeft, zou de keuze van dezen man in zekeren zin eeneypar- lementaire keuze kunnen genoemd worden. De kamer, die verdwaald is geraakt, weet niet meer in welke rigting zij zich beweegt en vraagt moedelooswaarheen zij gaat en waarheen zij gaan moet. Wanneer de minister nu antwoordt, dat hij het ook niet weetmaar bereid is met de kamer en hare tweeëenige homogeen-hete rogene meerderheid eene rigting te gaan op zoeken die haar eindelijk uit dit doolhof en op den weg der stabiliteit brengtbestaat er althans eene soort van gemeen overleg, gelijk tusschen de verdwaalde kinderen in het woud. Wij hopen dat de heer Hasselman daarbij toonen zalhet Klein Duimpje van den troep te wezen." Bij al de waarheiddie wij in bovenstaande beschouwingen erkennenmoeten wij toch op merken dat het Indische bladsprekende van de verdwaalde kameronregt doet aan zoovele leden der kamer, die duidelijk getoond hebben, dat zij weten waarheen wij moetenen dat het alleen het drijven van enkelen en het wanke len van anderen iswaardoor de kracht dier leden wordt verlamd. De tijd ligt nog niet ver achter onswaarin men in de kamer eene meerderheid had, die met vasten gang naar één doel streefde. Men heeft haar uiteengerukt en het nieuwe ligchaam is uit zoo heterogene bestanddeelen zamengestelddat het moeijelijk te denken is, dat er stabiliteit zal komen, zon der dat nog eens een zuiverings-proces vooraf gaat. Het is zeker nog volstrekt niet te bepalen in welke rigting de kamer zich bewegen zal maar het is zeker, dat, indien zij zich aan sluit aan eene der rigtingendie nog altijd rond en duidelijk in haar midden vertegenwoordigd wordende koloniale politiek van dit kabinet of binnen hare wanden afgekeurd of daarbuiten door hare onhoudbaarheid vallen zalen wat zal dan het kabinet doen, dat opgetreden is, om de Indische belangen op vasten voet te regelen Wij kunnen er ons gemakkelijk over heen zetten wanneer het ministerieel orgaan zijn gal uitspuwt over de radikalen en onze edelsten met smaadredenen overlaadt, maar 'tis moeije lijk te dulden, dat een ministerieel blad openljjk den draak steekt met het geëerbiedigde hoofd van den staatmet den Oranjete'g, voor wieli de vaderlandsche harten zoo warm kloppen. Het Dagbladdat steeds voorgeeft in merg en been konings- en Oranjegezind te zijndoet erger nog, als het den vorst in staat acht tot handelingen, die, zoo men ze niet verachtelijk noemen wil, voor het minst uiterst dwaas zou den moeten heeten. Als het namelijk het ka binet zoekt op te winden, om liever eervol te vallen voor het beginselredding vaii Indie dan in eenige transactie met de liberale partij toetestemmenroept het uit: »Val met eere voor dat beginsel, wanneer eene verblinde volks vertegenwoordiging weigert u te steunen en de koning dan in zijne wijsheid goedvindtom op nieuw de leiding van slands zaken, aan hen die alles bedierven, toe te vertrouwen!Reeds de redenering, »in zijne wijsheid de zaken in han den geven van menschen die alles bedierven is eene ironie, die tegenover het hoofd van den staat niet betaamt; maar welk een denkbeeld; of de koning, in zijne wijsheid, kent de raads lieden der kroon zoo weinig, dat hij deerlijk mistastof hij vertrouwt 'slands hoogste be langen aan hen, die alles bedorven hebben. Waarlijk eene vleijerij, waarbij de koning nede rig kan blijven. Maar wat erger is, wat heeft de natie te denken van eenen vorstdie in zijne wijsheid zulke besluiten neemtterwijl de wijsheid der wijzen juist het tegenoverge stelde noodig keurt. Gelooven wjj het Dagblad dan is Nederland te gronde gerigt door de libe ralen dus is dat een feitdat slechts blinden en dooven loochenen kunnen, en toch de koning zou in zijne wijsheid die liberalen weder aan het bestuur kunnen brengen. Reeds de enkele onderstelling, dat zoo iets mogelijk is, is een blaam werpen op den vorstis wantrouwen wekken in zijn bestuur. Indien men zoo iets leest in een ministerieel orgaan dan blijkt wel, dat de overeenstemming tusschen den vorst en zijn kabinet te wenschen overlaat en dus begrijpt men, hoe de koning den wensch kon uitsprekendat er meerdere eenheid en vastheid in de regering mogt komen. GOES, 24 October 1S67. Bij hun voorstel omtrent het doen van ren- telooze voorschotten tot verbetering van wegen in de aanstaande zitting der provinciale staten van Zeeland te behandelen geven gedeputeerde staten in overweging, de volgende aanvragen toe te staan De gemeentebesturen van Oostburgen Water landkerkje, 28,500, voor de begrinding, ter lengte van 5700 el en ter breedte van 3 el, 4

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1