1867. ,Y. 76. VRIJDAG 11 OCTOBER. 54ste Jaargang. Een woord over de Hoogere Burgerscholen in het algemeen, over die te Goes in het bijzonder. GEMEENTE-RAAD te GOES, «OKSSilii: COURANT. D e uitgave (lezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiSn worden n t5 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodbeiigten van 1-6 regels f 1,3» behalve het zegclregt. ne inzending ra» advertentie» kan geschieden tot vóór drit uren des namiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR, OP MAANDAG DEN 14. OCTOBER 1867, DES NAMIDDAGS TEN HALF DRIE ERE. Punten van Behandeling 1. Mededeeling van ingekomen stukken. 2. Verkoop van het huis der voormalige fransehe jongensschool. 3. Bepaling borgtogt voor het agentschap van ka zernering. Onze specialiteit voor finantien schijnt wel eenige jagt te .maken op populariteital zou hij waarschijnlijk niet gaarne onder de volks mannen gerangschikt worden. Reeds heeft hij aangekondigd dat er eene vermindering van het dagbladzegel te verwachten is en tot aller verbazing is er bijgevoegd dat de schatkist, hoe berooid die wezen moge, dat betrekkelijk geringe verlies wel zal kunnen lijden. Thans wordt er gesproken van een plan, om den prijs der binnenlandsche telegrammen met 20 ct. te 4». verminderen. Ook deze laatste maatregel is niet alleen gewenscht en in het belang van het publiek, maar wij meenen ook, dat de uitkomst bevestigen zal, dat de schatkist daardoor eerder gebaat dan benadeeld wordtvooralomdat zeker het gebruik van den telegraaf daardoor zal toenemen. De geschiedenis van het brie- venport heeft geleerddat vermindering van kosten de aanwending van het middel bevor dert en zeker zal dit ook met het gebruik van den telegraaf het geval zijn. En toch moet het bevreemding wekken, dat deze minister van finantien die zooveel te stellen heeft met de gevolgen van het wanbestuur zijner voorgangers, niets anders uitrigt dan maatregelen nemen die in het nadeel der schatkist zijn of althans kunnen zijn, en dat hij met de meeste naïveteit voorstelt haar te doen bloedenterwijl hij te vens het doet voorkomen, als of slechts zijne naauwlettende zorgen ons kunnen redden van den afgrond waarvoor wij zijn geplaatst. Waar lijk het Dagblad mogt wel de bede tot het ministerie rigtenLeg den toestand bloot zooals gij dien gevonden hebtin eene taal die ieder Nederlander begrijpen kan." De menigte wordt voortdurend van het spoor ge- bragt door cijfergroeperingen die zij niet na rekenen kan en die slechts ten doel hebben, om eene kunstmatige sympathie optewekken voor het wankelend kabinet. Is de toestand werkelijk zoo rampzalig, dan dient die in het ware licht te worden gesteld op andere wijze dan tot hiertoe is geschied. Maar zou het vermoeden zoo ongegrond zijndat men, om er niet voor uit te komen dat men overdreven heeft, zich nn in allerlei bogten wringt, om maar de waar heid niet te moeten zeggen aan het orgaan overlatende om het volk te bewerken, daar de minister in de kamer zich wel wachten zal, om becijferingen te geven, waarin velen hem kun nen volgen. Het komt dan ook duidelijk uit in het slot van de artikelen in het orgaan dat zij geene andere strekking hadden, dan om tot geenen prijs het »radikale wanbestuur," zoo als het genoemd wordt, terug te krijgen. Maar, juist omdat men door zulke artikelen zooveel i. Indien ik de vraag deedof het wenschelijk is, dat eenig volk ruimschoots in de gelegenheid is, om goed onderwijs te ontvangen, dan zou ik op die vraag van alle weidenkenden, d. i. van allen die het welmeenen met hunne medemensehen en zich door geen partijzuchtige bedoelingen laten verleiden om alle ontwikkeling en verlichting tegen te staanwel geen ander antwoord ontvangen, dan hetgeen zich zou laten samenvatten in deze woorden: Goed onderwijs in de ruimst mogelijke mate gegevenis niet alleen wenschelijk maar zelfs onmisbaar, zoo het een volk wel zal gaan in eenig opzicht. On kundeop zich zelve reeds noodlottig, is demoeder der armoede, demoeder bovendien van onzedelijkheid van eiken aard. Maar indien dit dan zoo is is het dan toch niet vreemddat zoo velendie zonder twijfel onder de wei denkenden mogen en zeker willen gerangschikt worden, nog steeds blijven vol harden in hunnen tegenstand tegen de Hoogere Burgerscholen in het algemeen, ook tegen diewelke gedurende een tweetal jaren te dezer stede bestaat Niet vreemd, dat nog zoovelen, en dit geldt vooral de Burger-avondschool, van die inrichting geen gebruik maken? Dat verschijnsel moge eenen pijn lijken indruk maken, men moge wenschen, dat het niet bestond, bijzonder vreemd is het niet. Behalve toehdat het aantal niet gering is van hen die tegen elke nieuwe zaak, van welken aard zij ook wezen moge, zich aan kanten gedreven door geenen anderen geest, dan dien der tegenspraak; behalve dat er nog maar al te velen zijn, die het nut van zulk eene inrich ting niet inzien, behalve dat het, heiaas, niet ontbreekt aan de zulken, die onverschillig zijn omtrent het waarachtig belang hunner kinderen, zijn er anderendie voor hunne mindere ingenomenheid metvoor hunnen tegenstand tegen de Hoogere Burgerscholenook tegen die te dezer stedebepaalde re denen hebben. Er zijn er, die zeggen: het onderwijs en de onderwijzers zijn niet goed. Er zijn erdie beweren datmoge het onderwijs en de onder wijzers ook al niet zooveel te wenschen overlatende scholen te veel omvat ten. Er zijn erdie het tegendeel staande houden en verzekerendat het te weinig omvat Er zijn erdie meenen dat eene stad als Goes te klein is voor zulk eene kostbare inrichting. Er zijn erdie geen van die bezwaren deelenmaar alleen dit tegen de school hebben, dat de kostendie zij ver oorzaakt niet worden gedragen door hen die er mede belast moesten wor den. Terwijl ik hen, die zich tegen de Hoogere Burgerscholen verklaren, gelijk zij zulks doen tegen alleswat nieuw is en alleen omdat tegenspreken en tegenwerken hun eene behoefte ishendie geen recht begrip hebben Wellicht doet zich later de gelegenheid wel eens opom opzettelijk over de Burger Avondschool te spreken. van het nut van dergelijke inrichtingen met dezulkendie onverschillig zijn omtrent het waarachtig belang hunner kinderen voor ditmaal eens aan hen zeiven overlaat en de taak van hunne genezing aan den tijd of aan andere geneesheeren overlaatwil ik eenige oogenblikken stilstaan bij het vijftal be zwaren, die ik daar even aan verschillende personen heb in den mond ge legd. Ik wil beproevenof ik ze uit den weg kan ruimen. Misschien mis lukt het mij niet geheel. Wellicht slaag ik er in om den tegenstand tegen onze school een, weinig te verminderen. Ik zou er mij over verheugen, want het zou de school goeddoen. Moge toch die tegenstand haar niet regtstreeks benadeelen onmiddellijk oefent hij er toch een schadelijken invloed op uit. Er zijn er, zoo heb ik gezegddie beweren dat het onderwijs en de on derwijzers aan de Hoogere Burgerscholen niet goed zijn. Als ik spreek van hen die het onderwijs niet goed noemendan denk ik daarbij aan het be zwaar dat ons tegen het lager onderwijs wordt in het midden gebragt, aan hen die ook dat onderwijs verwerpelijk achten omdat hetzooals zij zeggen, Godsdienstloos is. Indien dit beteekentdat de school zich niet beweegt op het gebied der godsdienstleer, dan wordt zulks door mijzelfs in de verste verte niet tegengesprokenmaar integendeel ten volle toegestemd. Het is zoo de schoolde middelbare niet alleen niet uitgezonderd maar misschien in nog hoogere mate dan de lagere is in dien zin godsdienstloos. Zij zet geenen enkelen voet op het gebied der godsdienstleer. Maar dit strekt haar, mijns inziensjuist tot eene krachtige aanbeveling. De godsdienstleer be hoort nu eenmaal niet te huis in de school. Haar te onderwijzen is de roeping van de kerk en van hare leeraren. Op dezen rust de verpligting, om de leer der godsdienst te onderwijzen. -Zij mogen dat aan geen ander het minst aan de school diezoo zij aan hare roeping zal beantwoorden genoeg te doen heeft, overlaten. Zij moeten op dat punt naijverig zijn en wat ik maar moeijelijk begrijp isdat zelfs kerkschgezinde mannen er op aandringen dat aan de school wordt opgedragenwat de taak der kerk is. Doch aangenomen al eens, dat de school zich mogt en kon belasten met het onderwijs der godsdienstleer zou zij van die taak zich kunnen kwijten Denk u de school te dezer stede Er zijn leerlingen op die tot de meest verschil lende kerkgenootschappen behooren. Welke godsdienstleer zou er dan toch moeten onderwezen worden Toch wel niet die van elk dier kerkgenoot schappen Maar wie zal met die taak zich belasten Of zoudt gij misschien willen, dat elk dier gezindten hare eigene school, ook hare eigene Hoogere Burgerschool had? Neen waarlijk, de godsdienstleer kan op de school niet onderwezen worden. Gelukkig dan ook maardat zij er niet te huis behoort. Zoo zij er te huis behoordezou het eenige middelom haar aan hare roe ping te doen beantwoordendit zijndat elk kerkgenootschap zijne eigene school hadhetgeen om meer dan ééne reden verderfelijk zou zijn en zeer zeker den ondergang van de finantiën der gemeente zou na zich slepen, zoo het overigens al uitvoerbaar was.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1