1861. V. 76.
DINGSDAG 1 OCTOBER.
548te Jaargang.
BINNENLANPSCHE BER1CTEN.
cv s "S23*~
GOESSCHE COIIBANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal 1,S5. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentlCn worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels
a ƒ1,20, behalve het zegelregt.
Be inzending ran adrertentifn kan geschieden lot róór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
33els.exxc3Lzxx£tls.l33.@.
BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van GOES
maken bekend
Dat de Geneesheer en Heelmeester der gemeente, ten
raadhuize alhier, op Woensdag den 9 October 1867,
des voormiddags ten 11 ure, eene zitting zullen hou
den tot het onderzoeken van diegenen die in vorige
jaren dienstpligtige nummers getrokken en van hen
die dit jaar geloot hebben, welke op grond van lig
chaamsgebreken vermeenen regt op vrijstelling
van de dienst bij de Brandweer te hebben.
En worden de belanghebbenden aangemaand om van
die gelegenheid gebruik te maken, daar alleen op eene
verklaring van één dier heeren vrijstelling kan worden
verleend en die van andere genees- of heelkundigen
niet in aanmerking mogen genomen worden.
Gedaan te Goes, den 28 September 1867.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.'
De DIRECTEUR van liet Postkantoor to
Goes herinnert bij deze aan het publiek, dat,
te rekenen van af den 1 Octoberde dienst
per Diligence naar MIDDELBURGis geregeld
als volgt
Des morgens de brieven uiterlijk ten 61 a uur
in de busvertrek ten 7 uur
des avonds de brieven uiterlijk ten 2 uur
in de bus vertrek ten 3 uur.
Aankomst des avonds ten 7 uur,
De overige dienstregeling blijft onveranderd.
Goes, 30 September 1867.
De Directeur voornoemd,
MEIJLINK.
Tot de onderwerpen van den dag, waarover
de gevoelens nog al uiteenloopenbehoort ook
het Anti-dagblad-zegel-verbond. Het Nieuws
blad voor den Boekhandeldat zich overigens
voor de afschaffing van het zegel der dagbladen
verklaart, meent te moeten betwijfelen, of eene
vermeerdering van dagbladenhet waarschijnlijk
gevolg der afschaffing, veel tot eene heilzame
ontwikkeling des volks bijdragen zalvoorna
melijk omdat die ontwikkeling door meestal
partijzieke organen zal worden geleid. Er
spreekt in dien twijfel een vrij ongunstig oor
deel over de dagbladen van onzen tijddat, naar
wij meenen, onbillijk is en waaryan wij evenzeer
gelooven dat het den invloed der journalistiek
niet juist voorstelt. Al ontkennen wij nietdat
sommige bladengedreven door ijver voor de
zaak, die zij dienen, zich vaak tot eenzijdig
heid tot partijzucht laten verleidenwij houden
het er voordat men doorgaans te haastig is
in het bepalen van de strekking van een blad,
en dat men ten eenenmale voorbijzietdat de
consequente strijd voor een beginseldat het
onwrikbaar vasthouden aan eene overtuiging
o o
niet met blinde partijzucht moet verward wor
den. Indien men intusschen dat oordeel zou
willen ontgaandan zou men een blad geheel
kleurloos moeten maken, of men zou van tijd
tot tijd over beginselen moeten transigerenof
men zou zich moeten bepalen tot de bloote
mededeelingzonder partij te kiezenvan de
verschillende redeneringen der zoogenaamde
partijbladen; eene mededeeling, die vrij wat
minder piquant wezen zouals zij niet het over-
zigt van verschillende partijen geven kon. De
ondervinding leert, dat men geene bepaalde kleur
aannemen kan of men wordt partijziek ge
noemd en daarom veroordeeld. Maar daarom
begrijpen wij niet, hoe men ooit tot het bezit
van niet partijzieke bladen komen zalindien
men ten minste daarin wat anders wenscht te
lezen, dan eene bloote opgave van feiten. En ge
steld al, dat het Boekhandel-blad waarheid sprak,
en dat het publiek slechts meestal partij zuchtige
organen te lezen kreeg ook dan nog zien wij
niet in dat men aan eene heilzame volksont
wikkeling zou moeten wanhopen. Het blijkt
genoeg uit de oordeelvellingen, die wij dagelijks
over bladen van verschillende rigting hooren
dat hunne strekking niet onopgemerkt blijft
en dat juist daardoor aanleiding gegeven wordt
dat men daarover nadenkt en zich zelfstandig
eenen weg leert kiezen. Voegen wij er bij, dat
het begrip van heilzaam tamelijk subjectief is,
en dat ei1 wel geen degelijk dagblad denkbaar
is waarvan niet de een de rigting en invloed
even verderfelijk achtals de andere dien heil
zaam keurt. Eigenlijk zegt dus het Nieuwsblad
voor den boekhandel niets anders dan eene dier
algemeenhedendie onbewezen daarhenen ge
worpen door de menigte worden toegestemd
en laat ons zeggen zoo als het is de
journalistiek in discrediet brengen. Maar even
zeer als wij ons van het Nieuwsblad verwijde
ren, waar het alzoo als beschuldiger optreedt,
eren gaarne sluiten wij ons aan bij den wensch,
dat er maar moge begonnen worden met de
afschaffing van het advertentie-zegel. Daardoor
zal niet alleen de handelaar worden gebaat
die tot adverteren genoodzaakt is maar hoe
ruimer men van de gelegenheid daartoe gebruik
maakthoe meer de dagbladen zullen gezocht
en gelezen worden en langs dien weg zal, aan
de hand van ongezegelde advertentien, nog al
iets kunnen overgebragt wordendat anders
slechts in beperkter kring blijven zou. Wat
hier het belang van de nijverheid is, mag even
zeer het belang van de politieke volksontwik
keling genoemd worden want elk middel om
die zoogenaamde partijzieke bladen onder de
menschen te brengenkan ook medewerken
om de partijen regt te doen beoordeelen en
om de menschen zelve partij te doen kiezen.
Wij maken ons geene overdreven voorstellingen
van het heildat daaruit voor het volk voort-
vloeijen zal, maar wij kunnen even min begrij
pen, hoe er eenige ontwikkeling te verkrijgen
is als men om een leelijke naam te ontgaan,
bij alle partijen mooi wil wezen.
GOES, 30 September 1867.
In de zitting der tweede kamer van Vrijdag,
heeft de heer van der Maesen de Sombreff zijne
interpellatie gerigt aan de regering over de
voortdurende onbevaarbaarheid van de Zuid-
Willemsvaart en gevraagd, of spoedig een einde
van dien toestand was te voorzien en of aan
de bepalingen van het traktaat van 1863 te
dien opzigte spoedig eene uitvoering zou wor-,
den gegeven. De minister achtte de voorstel
ling door den heer van der Maesen en daarna
door den heer de Bieberstein van de zaak ge
geven overdreven en beriep zich op de Staats-
Courant van Donderdag, waarin is aangekon
digd dat de scheepvaart op de Zuid-Willems
vaart, tusschen de Nieuwe Sluis beneden Maas
tricht en Loozentot en met 14 October op
een diepgang van minstens 1,60 el zal blijven
plaats hebben en met den 15 October tot den
vollen diepgang van 1,90 el zijn hersteld. Daar
door zullen alle moeijelijkheden te boven geko
men zijn terwijl de diepgang van 1,60 die
reeds eenigen tijd bereikt wasvoor een groot
aantal vaartuigen, ofschoon dan nog niet voor
allen, voldoende is, en er den vorigen dag nog
46 door de sluis geschut waren.
Het ontwerp van wet, bij de tweede kamer
ingediend, tot aanvulling van art. 195 der ge
meentewet, behelst het volgende éénig artikel
Achter art. 195 der wet van 29 Junij 1851
(Staatsblad no. 85) wordt als tweede zinsnede
gevoegd:
Uit hoofde van ziekten die de volksgezond
heid bedreigen, of andere bijzondere omstan
digheden kunnen de kermissenjaarmarkten
en andere markten in eene of meer gemeenten,
door ons bij maatregel van inwendig bestuur,
worden geschorsttelkens voor niet langer dan
één jaar.
De afdeelingen van de tweede kamer der
staten-generaal hebben benoemd tot leden der
commissie voor de herziening van het regle
ment van orde, de heeren HeemskerkDullert
Geertsema, van Eek en van der Linden.
Het onderzoek der begrootingswetten in de
afdeelingen is aangevangen.
In het Samarangsche blad de Locomotief
lezen wij het volgende omtrent den nieuwen
minister van koloniën
Onder al zijn oudgastige principes mengt hij
zoo vele liberale denkbeeldenhaspelt hij zoo
vele zaken door elkander, dat men ook van den
opvolger des heeren Trakranen kan zeggen: »hij
is een man die niet weet wat hij wil."