1867. V. TO. DINGSDAG 10 SEPTEMBER. Jaargang. GEMEENTE-RAAD te GOES, si a»»» &#-*<* GOESSOHE COURANT. Oe uitgave dexer Courant geschiedt Alaandag eu Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,S5. fr. p. p. ƒ1,90. i Gewone advertentiSu wordeu a 1ft et. de regel geplaatst. Geboorte-, ImwelJJks- en doodberlgten van 1-6 regels a 1,30, behalve het zegelregt. De intending van adverlentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave OPENBARE VERGADERING van den ten raadhuize aldaar, OP DINGSDAG DEN 10 SEPTEMBER 1867 des namiddags ten 7ure. Punten van Behandeling 1 Mededeeling van ingekomen stukken. 2 Idem van den toestand van den Poel weg. 3 Voorstel omtrent den kerktoren. 4 Rekening der gemeente over 1866. Beltend.maltiïig. De BURGEMEESTER van GOES, doet te weten: Dat de heer Commissaris des Konings in de pro vincie Zeeland, het voornemen heeft op Donderdag den 12 dezerilexe gemeente te bezoeken en aan elk die zijn Hoög WelGeb. over het een of ander wenscht te spreken, daartoe de gelegenheid zal geven ten raadhuizedes voormiddags ten elf ure. Goes, den 5 September 1867. De Burgemeester voornoemd M. P. BLAAUBEEN. BeltoncirEi aliing. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES gezien het schriftelijk verzoek aan heeren Gedeputeerde Staten gedaandoor den heer J. E. C. Kakebeeke Gz. stoommeelfabriekant alhier, om in de annexe gebouwen van zijne stoommeel-fabriek en grutterij (sectie D, no. 1215) eenc STIJFSRL-PABR1ËK te stichten waarbij het gewoon verzurings-proces niet plaats heeft. Gelet op het koninklijk besluit van den 31 Janu ary 1824 (staatsblad no. 19), mitsgaders op het be sluit van heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie van den 7 October 1842 no. 17 (Provinciaal blad no. 98). Overwegende dat tot het opmaken van proces-ver baal de commodo et incommodo, gevorderd bij art. 4 vau welgemeld koninklijk besluit, de eigenaars en bewoners der naastgelegene panden in hunne belan gen moeten worden gehoord en dat het tevens nut tig kan zijn, om een ieder in de gelegenheid te stellen zijne bezwaren tegen die stichting aan het gemeente bestuur kenbaar te maken. Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij belang kan hebben dat de adressant benevens de eigenaren, bewoners en gebruikers der nabijgele- gene perceelen zijn opgeroepenom op Zaturdag den 14 dezer des namiddags ten één ure voor Bur gemeester en Wethoudersin hunne gewone vergader kamer ten raadhuize te verschijnen, ten einde ter zake voorschreve in hun belang te worden gehoord; terwijl alsdan aan een ieder die zulks mogt verlangen gelegenheid zal gegeven worden, zijne bezwaren daar tegen optegevenom in het proces-verbaal vermeld te worden. En zal hieraan door plaatsing in de Goessche Courant publiciteit gegeven worden. Gedaanten raadhuize van Goes, den 7 September 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. P I L A A R. Bolionclmali ing. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend, dat, ter voldoening aan art. 9 van het plan eener geldleening van 44,000,00 ten laste van die gemeente, de dato den 12 February 1866, goedgekeurd door heeren gedeputeerde staten den 16den derzelfde maand op Zaturdag den 14den dezerdes namiddags ten één ure, in hunne verga dering ten raadhuizein het openbaar zal plaats hebben de uitloting van twee aandeeien in die geldleening, ten bedrage van vijfhonderd gulden ieder. Gedaan te Goes, den 7 September 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Wat wij vóóreenige dagen voorspelden wordt alreeds vervuld; het ministerieel orgaan zoekt de kandidatuur van den heer van Bosse te be strijden en vereenigt zich met een artikel in de Amst. Cour., waarin natuurlijk de noo- dige hatelijkheden, omtrent genoemden staats man geschreven zijn. Onwillekeurig maakt men de gevolgtrekkingdat de heer van Bosse een zeer gevreesd persoon moet zijn, dien het ministerie en zijne aanhangers ongaar ne zien verschijnen in de tweede kamer. Indien al de conservatieve of reactionaire leden der kamer celebriteiten waren en daarenboven mannen van karakter en ervaring in de staats manskunst, men zou het dan begrijpen, dat de eisch aan elke andere partij gesteld werd, om gelijke notabiliteiten ter staten-generaal aftevaardigen. Indien het waar wasdat het ministerie door de meerderheid der tegenwoor dige kamer werd gesteund, en dat die meer derheid krachtig was, als uitdrukking van het gevoelen van de meerderheid der natiedan zouden geenerlei machinatien noodig zijnom een man als van Bosse verwijderd te houden. Maar nuzoogenaamd ter voorlichting van de Drentsche kiezers(die waarlijk trotsch mogen zijn op dit compliment) alle wapenen bij elkan der geschommeld worden, om den éénen van Bosse te werennu moet men wel de gevolg trekking maken, dat de verachte persoon ta lent en invloed genoeg heeftom hem te vree zen dat de vaste regering niet één enkele stem in de kamer missen kanom zich staande te houdenen eindelijkdat de meerderheid der kiezers nog niet zoo overtuigd schijnt van de noodzakelijkheidom dit kabinet in het leven te behoudendat zjj eene voorlichting, als die van het orgaanzou kunnen missen. Nergens nog werd de heer van Bosse kandidaat gesteld, in den laatsten tijdof het regende ellenlange en meest zeer hatelijke artikelen tegen hem in Dagblad. Arnsterd. Cour. en dergelijken. Blijk baar dus heeft men eene algemeene en gunstige opinie te bestrijden en, om dit te doen, spaart men zelfs de aanvallen op het persoonlijk ka rakter van den zoo gevreesden man niet. Wij durven geloovendat de meerderheid der natie met ons van oordeel isdat eene zaakdie door zulke middelen moet gediend wordenreeds daardoor hare deugdelijkheid betwijfelen laat. Volgens de ministerieele en Dagblad-man nen heeft de heer van Bosse geene andere ver diensten dan dat hij kleingeestig gezorgd heeft voor het keukenboekje van staat. Gesteld, dat deze stelling ter goeder trouw kon verdedigd wordendan zou nog de vraag zijn of die verdienste zoo klein te achten is. Indien eens die kleingeestige zorg niet ware aangewendzou de tegenwoordige kok dan kelder en provisie-ka mer gevuld hebben gevonden en ware het hem mogelijk geweest, om, zooals hij nuzeker tot zijne eigene verbazing doen kon, nog eenige extra-schotels optedisschen. Wij zullen weldra vernemen wat wij aan het verstandig overleg van den tegenwoordigen keuken-boekhouder te danken hebben. Maar als in de plaats van de beschuldigende jeremiade van het vorige jaar ditmaal erkend wordtdat men zonder bezwaar de monden zal kunnen openhouden en veelligt nog meer zal kunnen doen, dan zal het door den minister misschien niet gezegd, maar door Nederland zeker gedacht worden, dat, zoo het keukenboek niet in handen van mannen als van Bosse geweest was, de natie dan welligt reeds nu het schouwspel zou gehad hebben van den hond in de pot. In het Tijdschrift van Ned. Indlë wordt een uitvoerig en zaakrijk overzigt gegeven van de vele geschriften, door onze specialiteit voor ko loniën no. 3in het licht gezondenwaaruit overtuigend blijktdat het voor het oogenblik geheel raadselachtig is, of de koloniën in libe ralen of in reactionairen geest zullen worden bestuurd. Voor de mannen der conciliante politiek is het zeker zeer aangenaam optemer- kendat de nieuwe minister beurtelings aan de eene en aan de andere zijde heeft gestaan, en zich dus regts en links aansluiten kan, op het gevaar af van niemand aan zijne zijde te hebben. De mannen van het Dagblad schijnen er echter anders over te denken en van daar zeker, dat het orgaan, ondeugend genoeg, dezer dagen schreef, dat onze no. 3 met een duidelijk omschreven programma voor den dag moet komen. Wij willen niet met sommigen geloovendat dit met opzet geschieddeom al vast den kuil voor de nog onbekende grootheid te gravenwant juist het orgaan beweerde het meest van allendat er nu eens een einde ko men moest aan de gedurige verwisseling van ministers. Maar nu daar de gedrukte stukken voor ons liggen die zeggendat het onmoge lijk uittemaken is, wat de heer Hasselman thans zal willen, vinden wij het zeer natuurlijk, dat er op aangedrongen wordt, opdat men hemleere kennen, zooals hij in 1867, zooals hij in ministe rieel gewaad zijn zal. Zeker zien allenziet ook Indiemet gespannen verwachting uit naar de

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1