BIJBLAD VAN DE GOESSCHE COURANT. Dingsdag 27 .Augustus 1867, N°. 66. OPENBARE VERGADERING van den GE MEEN TE-RAAD TE GOES, den 21 Augustus 1867. Afwezig de heeren mr. W. G. de Knokke van der Meulen buiten de gemeente met en mr. P. H. Suaij- raans Vader en C. C. van den Bosch zonder ken nisgeving De Voorzitter stelt voor om overtegaan tot beëe- diging en installatie van den tot lid van den ge meente-raad benoemden heer A. Nortier, tot wiens toelating ter vorige vergadering is besloten. Daartoe beslotenwordt dien heer door den secre taris binnengeleid er. legt in handen van den voor zitter de eeden af, voorgeschreven bij art. 83 dei- grondwet en art. 39 der gemeentewet, en neemt daarna zitting. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter worden als ingekomen stuk ken medegedeeld a. Brief van heeren gedeputeerde staten houdende berigt van den ontvangst van een afschrift der vast gestelde verordening op de huizen van ontucht en publieke vrouwen, welke verordening zal worden af gekondigd en in werking gebragt. i. Brief van mr. M. J. de Witt Hamerzich be reid verklarende de betrekking van leeraar in de staathuishoudkunde, staatsinrigting en het boekhouden bij de schalen voor het middelbaar onderwijs alhier, aantenemen. c. Brief van de commissie van toezigt op de scho len voor middelbaar onderwijs alhier, aan burg. en weth. daarbij inzendende een staat van voordragt ter vervulling der betrekking van concierge aan de hoo- gere burgerschool en burger-avondschoolwaarop wa ren geplaatst: Bernardus Michiel Wijtenburg van VlissingenMozes de Leef van Delft en Andries Oppen van Middelburg, van welke de eerstgenoemde door burg. en weth. is benoemd. d. Brief van den heer J. H. Hannink, mededee- lende dat de werkzaamheden aan den bouw der hoo- gere burgerschool alhier zijn voltooid en voor de oplevering gereed zijn. Burg. en weth. hebben geen bezwaar gemaakt dat gebouw te accepteren. e. Verzoek van den heer H. Bloemendal, om ontslagen te worden van de betaling van den hoof- delijken omslag over de laatste vijfmaanden van 1867, wegens vertrek op den 18 Julij jl., welk verzoek word t aangehouden tot na den afloop des jaars. De Voorzitter deelt mede, dat het plan van burg. en weth. geweest isom voortestellen de in trekking der verordening tegen den invoer van vee, maar dat zij nu gemeend hebben dit nog eenigen tijd te moeten uitstellen omdat do ziekte zich weder in de omstreken van Antwerpen had vertoond. ff. Dat de nieuwsbladen van Woensdag jl. vermeld hebben, dat de cholera te Rotterdam op nieuw was uitgebroken, waarom de voorzitter, met het oog op de aanstaande jaarmarkt, gemeend heeft niet beter te kunnen doen, dan te telegrapheren aan den burge meester van Rotterdam, met verzoek om eene juiste opgaaf der zich voorgedaan hebbende gevallen waarop door dien heer onmiddelijk is geantwoord, dat van af Vrijdag bevorens tot Donderdags namiddags 1 uur, slechts 4 aangiften van cholera-gevallen waren gedaan. Volgens dat berigt hebben burg. en weth. geen vrijheid gevonden de raad bijeenteroepen, maar het zal hun aangenaam zijn gemagtigd te worden, om, zoo staande de jaarmarkt de ziekte zich mogt ver- toonen, de kermis te schorsen. Dat voorstel in behandeling gebragt zijnde zegt de heer Verhaffen, dat hij bezwaar moet maken eene autorisatie te verleenen, die zoo diep ingrijpt in de belangen der gemeente hoezeer hem de gevoelens van burg. en weth. bekend zijndat zij niet dan hoog noodzakelijk tot dusdanigen maatregel zoudeu over- gaan. Hij zag liever dat in zoodanig geval de raad op korten termijn werd bijeengeroepen opdat de ver antwoording niet alleen op burg. en weth. zoude rusten. i De Voorzitter wijster op, dat nu reeds drie raads leden afwezig zijn, waarvan twee zelf niet eens heb ben kennis gegeven en is hij wel geinformeerddan zouden ook nog andere raadsleden voor eenigen tijd de gemeente verlaten. Het oproepen der raadsleden zou alsdau infructueus zijn en burg. en weth. zouden alsdan verstoken zijn om maatregelen te nemen, die volstrekt noodzakelijk zouden kunnen wezen. De heer mr. de Laat de Kanter wenscht zelfs nog eene uitbreiding te geven aan het voorstel van burg. en weth., door hen namelijk te raagtigen om, wan neer zich de ziekte te Rotterdam of elders mogt verspreiden en van epidemischen aard worden, alsdan onmiddellijk de kermis te sluiten. De heer mr. tan Voont Vader verklaart zijne ad- hsesie te geven aan het voorstel van burg. en weth. en het amendement van mr. de Laat de Kanter, omdat men zijns inziens niet te voorzigtig kan handelen Nadat de voorzitter aan den heer Verhagen had te kennen gegeven dat het voornemen van burg. en weth. was, om, alvorens een besluit te nemen, te trachten den raad bijeenteroepenis het voorstel van burg. en weth. en het amendement van mr. de Laat de Kanter zonder hoofdelijke stemming aange nomen. h. Een plan met begrooting en kosten voor de daarstellng van een bewaarplaats voor lijken, welke ter inzage der leden wordt gelegd, en i. Eenige Staatsbladen die bij de overigen wor den gevoegd. Daarna legt de Voorzitter over de ingekomen ge loofsbrieven der vier onlangs herbenoemde raadsleden, zijnde de heeren G. H. Kakebeeke, J. A. A. Fransen van de Putte, mr. J. H. de Laat de Kanter en mr. P. J. van Voorst Vader, en wijst tot leden der com missie van onderzoek aan de heeren O. Verhagen C. Pilaar en A. Nortier. Na eenigeoogenblikken afwezig te zijn geweest, rapporteert die commissie bij monde van den heer O. Verhagendat de stukken der bovengenoemde heeren in orde zijn bevonden en zij alzoo adviseert tot toelating. Die conclusie in omvraag gebragt, wordt met alge- meene stemmen aangenomen, telkens bij afwezigheid van den belanghebbende. De Voorzitter herinnert dat in December 1865 een adres van het dijksbestuur van den Goessciien polder was ingekomen, om eene verklaring van het gemeente bestuur te erlangen, dat het cigendomsregt der wegen in dien polder aan het dijksbestuur toekomt; welke verklaring echter niet is gegeven maar aan het dijks bestuur is voorgesteld de onderhoud der wegen in dien polder voor hare rekening te nemen, en zij dan moge beschikken over de grasetting enz. Dat er in antwoord daarop ingekomen is een brief van den dijkgraaf van den Goesschen polder, daarbij mededeelende: dat het gedane voorstel ter kennisse van ingelanden is gebragt doch niet goedgekeurd. Waarom burg. en weth. voorstellen de grasëtting zoo spoedig mogelijk in het openbaar te verpachten en het onderhoud der wegen voor rekening der ge meente te doen waartoe na geringe discussie zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Daarna wordt het voorstel van burg. en weth. om de voormalige fransche jongensschool te trachten te verkoopen, zonder hoofdelijke stemming aangenomen, welk besluit ter goedkeuring zal worden onderworpen van heeren gedeputeerde staten. Vooreerst bepaalde de raad dat het gebouw niet meer bestemd was voor de publieke dienst. De Voorzitter zegt dat burg. en weth. gemeend hebben, met het oog op het verzoek van kerkvoogden om spoedig berigt aangaande den kerktoren, nu reeds te moeten ter tafel brengen een concept besluit van burg. en weth.luidende als volgt De gemeente-raad van Goes Gezien de rapporten van den bouwmeester der ge meente, nopens den toestand van den kerktoren, waarin het uur- en speelwerk zich bevindt, en de tot behoud van dien toren aantewenden middelen met begrooting van kosten Gezien de resolutie van heeren kerkvoogden der hervormde gemeente alhier van den 15 Julij 11.bij welke dat eollegie zich onbevoegd en onverpligt ver klaart, zich met het herstel van dien toren te belas ten of in de kosten daarvan te dragen met verzoek om berigt, of het voor deze gemeente van genoegzaam belang wordt geoordeeld dien toren ten koste der gemeente-kasimmers buiten hun bezwaarte be houden daar heeren kerkvoogden anders in overwe ging zullen moeten nemendien toren lot voorko ming van ongelukken te doen afbreken Gezien de overeenkomst betrekkelijk den onderhoud van dien toren, den 1835 lusschen den raad 18 July der stad Goes en kerkvoogden der hervormde ge meente aldaar aangegaan en onderteekend Overwegendedat het wensehelijk is, dat de kerk toren met het uur- en speelwerk behouden blijve: dat echter op de burgerlijke gemeente geenzins de verpligting rust, om de daartoe te impenderen kosten voor hare rekening te nemen en hare finantiele krach ten daarenboven dit bezwaarlijk zouden gedoogen Besluit: 1". aan heeren kerkvoogden der hervormde gemeente te Goes voortestellen, om den kerktoren met het uur- en speelwerk te behouden zulks voor gemeene reke ning dat is ieder voor de helft de kosten van dat behoud dragende en in voege als door den bouw meester der gemeente is ontworpen of op zoodanige andere wijze als in gemeen overleg met heeren kerk voogden zal worden bepaald 2o. voor het geval dit voorstel door heeren kerk voogden niet mogt worden aangenomen, aftezien van alle verder gebruik van den kerktoren speciaal van het daarin voor rekening dezer gemeente geplaatste uur- en speelwerk allen onderhoud van dien toren te staken en aan heeren kerkvoogden overtelaten het nemen van zoodanige maatregelen, als zij met het oog op den gevaarlijken toestand diens torens ter voor koming van ongelukken zullen geraden oordeelen; en 3o. in dit laatste geval een uurwerk in den stad huistoren te doen plaatsen, waarvan de planteekening en begrootiug met den meesten spoed aan de goed keuring van dezen raad zullen onderworpen worden. Welk concept-besluit ter inzage der leden wordt gelegd en desverkiezende zal worden rondgezonden om in de volgende vergadering te worden besproken. De agenda afgehandeld zijnde, zegt de Voorzitter, dat heeren gedeputeerde staten verzocht hebben om de gemeente rekening over 1866 voor 31 Aug. e. k. te mogen ontvangen en dat twee leden der finantiëele commissie voor eenigen tijd buiten 's lands zijn en het van Mr. de Laat de Kanter niet te vergen is, dat de vele werkzaamheden aan het onderzoek der rekening verbonden door hem alleen worden gedragen; waarom hij dien heer uitnoodigt een paar leden van den raad te verzoeken hem daarbij te adsisteren. Mr. de Laat de Kanter verklaart zich daartoe be reid en hoopt dat twee leden hem bij het onderzoek der rekening wel zullen willen adsisteren. Na nog eenige discussie tusschen den Voorzitter en den heer Verhagen over de al of niet wettigheid van zoodanigo handeling wordt de vergadering gesloten GOBS. drukkerij van F. KLKEIJWENS ZOON. Uitgever* der Ooaesche Courant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 5