1861. N°. 61.
VRIJDAG 9 AUGUSTUS.
51™ Jaargang.
Bi NNENLANDSCHE BERIGTEN.
GOESSCIIE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
Drys per kwartaal 1,95. fr. p. p. /'1,90.
Gewone advertentie» worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-ff regels
a 1,30 behalve het zegclregt.
Ue inzending ran advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der utigaee
Toen wij in de vorige week onder onze ge
wone berigten opnamendat er een proeftogt
was gedaan langs den spoorweg over den Schelde
■dam, ontbrak ons de ruimte, om daarover uit-
teweiden en het berigt zelf had ons eenigzins
verrast. Wij meenen daarom nog eens op het
feit te moeten terugkomen. Het verdient zeker
alle opmerkzaamheid, omdat er zooveel ernsti-
gen tegenstand te overwinnen was en zoovele
natuurlijke bezwaren moesten uit den weg ge
ruimd worden; maar bovenal omdat het in ver
band staat met onze Zeeuwsche belangen, met
de gewenschte uitbreiding van het Nederland-
sche spoorwegnetmet de bevordering van het
internationaal verkeer. Meermalen hebben wij
mannen ontmoet van kunde en ervaring, en die
als aan de oevers onzer Zeeuwsche stroomen
hadden geleefd, die, waar die afdamming ter
sprake was, haar schier eene onmogelijkheid
achtten. Het volbragte werk brengt hen thans
in verbazing en vervult hen met dankbaarheid,
dat in onze voortstoomende eeuw, ook weten
schap en kunst met versnelden vaart voorwaarts
gaan. Wij hebben dikwijls zwaarhoofden hoo-
ren twijfelen aan de voltooijing van een plan,
waartegen zoovele bedenkingen van anderen
aard door onze naburen werden ingebragt en
thans zoeken zij achter een twijfelenden glim
lach de waarheid te verbergendat zij zijn be
schaamd geworden. Maar nog zijn niet allen
gerust en verheugen velen zich met heimelijk
beven. Daar zijn er, die volhoudendat de af
damming in de gevolgen nadeelen zal hebben;
die nog even bezorgd, zij het dan ook op anderen
grond, de toekomst tegen gaan. Het is niet
van onze bevoegdheid, om daaromtrent te be
slissen maar desniettemin meenen wij ons over
het volbragte werk te mogen verblijden, want
wij meenendat de uitkomst wel bewijzen zal,
dat aan deze verbinding van ons eiland met
Noord-Brabandgroote voordeelen verbonden
zijn, en dat, als deze eenmaal worden genoten,
ook de middelen zullen gevonden worden, om
in het bezit daarvan te blijven; middelen, die
zeker voortdurende inspanning en groote krachts
ontwikkeling zullen kosten, maar waarvan men
zich niet zal laten afschrikken, omdat de voort
zetting noodzakelijk zijn zal van het eenmaal
begonnen werk. Doch, terwijl wij met genoe
gen hoorendat anderen evenzoo der zaken
kundigminder bezwaard over de toekomst
sprekengelooven wijdat in ieder geval het
tegenwoordig geslacht zich verheugen mag over
hetgeen tot hiertoe is verrigt. Als eenmaal de
spoorweglijnwaartoe de afdamming behoort
in exploitatie zal zijn, zal het wel blijken, dat
daardoor geen tijdelijken of voorbijgaanden in
vloed op de ontwikkeling van volkswelvaren
en volksleven wordt uitgeoefend, en bereids
verblijden wij, Zuid-Bevelanders, ons, dat wij uit
onzen geïsoleerden toestand tot eene andere zijn
overgegaan. Reeds heeft menigeen den dam
bewandeld onder aangename gewaarwordingen)
om dat het nu niet langer zijn zalzooals dik
wijls werd betreurd dat men in enkele tijden
hier als gevangen was, dat men slechts door
eene enkele reisgelegenheid zich kon verplaat
sen. Maar grooter nog was, bij elk die den
vasten weg door de Schelde betradde ingeno
menheid met eenen arbeid, die bestemd is, om aan
onze onderlinge vereeniging aan onzen handel
en nijverheid nieuw leven bij te zetten. Wij
scharen ons aan hunne zijde en meenden daarom
nog eens op het tot hiertoe gelukkig volbragte
werk te moeten wijzenwaarbij wij gaarne
den wensch voegen, dat geene nieuwe be
zwaren de hoop zullen uitstellen, om spoedig
in het genot van den spoorweg te deelen en
dat zoowel deze, als onze aansluiting aan den
vasten wal, blijken moge weldadig te zijn voor
het vroegere eiland Zuid-Bevelandvoor ons
gewestvoor het geheele vaderland.
GOES, 8 Augustus 1867.
Z. M. de koning heeft, overwegende dat het
bijzonder voor de militiens van 1863die in het
volgende jaar ontslagen wordende, meest in de
schutterijen zullen komen, hoogst nuttig is, om
nog in den wapenhandel te worden geoefend
den minister van oorlog gemagtigd tegen 5 Sept.
de militiens-verlofgangers der ligting van 1863,
behoorende tot de grenadiers en jagers, de acht
regimenten infanterie, de drie regimenten ves
ting artillerie, het korps pontonniers en het ba
taljon mineurs en sappeurs in werkelijke dienst
op te roepen, zullende zij, voor zooveel zij ten
behoorlijken tijde opkomen, vóór of op 14 Oc
tober daaraanvolgendeweder met onbepaald
verlof naar hunne haardsteden worden terugge
zonden.
Het Dagblad, deelt eene particuliere dépêche
mede uit Londen aldus luidendeDe invoer
van vee naar Engeland is weder geoorloofd en
wel uit de provinciën ZeelandOverijssel en
Noord-Hollandbezuiden het IJ.
In de week van 28 Julij tot 3 Aug. kwam
slechts één geval van veetyphus voor en wel
in de gemeente Oud-Alblas in Zuid-Holland.
Behalve het aangetaste dier werden nog zes
daarmede in aanraking geweest zijnde runde
ren afgemaakt.
Men meldt uit de residentiedat onlangs
bij koninklijk besluit eene verhooging der we-
duwenpensioenen voor het korps ingenieurs van
den waterstaat is goedgekeurd, en bij een ander
besluit een nieuw weduwenfonds is geautori
seerd voor het korps opzigters van den water
staat. De gelden daartoe zijn door de opzig
ters zeiven bijeengebragtmaar het fonds zal
van rijkswege beheerd worden. Als eene bij
zonderheid van eendragtige zamenwerking kan
dienen, dat slechts 3 of 4 opzigters (onge
huwde) zich aan de tot standbrenging van dit
fonds hebben onttrokken. Nu het rijk voor de
ambtenaren van den waterstaat een weduwen-
fonds wil beheerenis het te hopen, dat ook
voor andere ambtenaren dat voorregt verkre
gen zal kunnen worden.
Sedert ruim twintig jaren bestaat in ons-
land eene vereeniging tot bevordering van de
beeldende kunsten en van den kunstzindoor
het aankoopen en verspreiden van kunstwer
ken. Zij tracht daarenboven het fonds voor'
weduwen en weezen der maatschappij Arti et
Amicitice te stijven en is dus niet alleen aan de
kunst dienstbaar, maar doet deze eene schoone
en edele roeping vervullen. Naar wij meenen
is het bestaan en de werking dezer vereeniging,
in ons midden nog weinig bekend en wij wil+-
len er gaarne daarom de aandacht op vestigen
vertrouwende, dat deelneming aan die vereeni
ging, ook hier de kunstzin bevorderen kan en
dat hier liefde genoeg voor de kunst aanwezig
isom haren toenemenden invloed te helpen
versterken. Tegen de betrekkelijke lage con
tributie van ƒ5,jaarlijks, kan men lid wor
den van de vereeniging, waarvoor men tevens
aandeel krijgt in eene loterij van kunstwerken,
die jaarlijks door de vereeniging worden aan
kocht, waardoor de werken der voornaamste
kunstenaars door het land worden verspreid.
Zij is uitsluitend aan de vaderlandsche kunst
gewijd en strekt dus, om op onzen bodem het
schoone te bevorderen en den zin daarvoor op te
wekken, terwijl om de zaak nog aannemelijker te
maken, aan de leden, die geene prijzen getrok
ken hebben eene gravure wordt uitgereikt, die
op kosten der vereeniging door onze grootste
kunstenaars wordt vervaardigd. Er is dus veel
wat vrijmoedigheid geeft, om de deelneming aan
te raden. Wij voegen daarbijdat corres
pondent der vereeniging voor Goes isde heer
C. J. Verschooren wijzen er op, dat door de
zorg van dezenop de aanstaande tentoonstel
ling, door de vereeniging voor volksvermaken
te geven, de laatst uitgegeven premieplaat ter
bezigtiging zal worden gesteld, die uitnemend
geschikt is, om de belangstelling in de veree
niging optewekken.
Op den 12 dezer zal de gemeente Neuzen,
en op den 17 daaraanvolgende de gemeente
Hoek door den heer commissaris des konings
in Zeeland met een bezoek worden vereerd.
Men schrijft uit Hulst van 30 Julij. Het
onweder dat in den namiddag van eergisteren
in deze omstreken woedde, heeft in de nabu
rige gemeente St. Jan Steen groote schade aan-
gerigt. De bliksem namelijkviel op den toren
der kerk aldaar, verbrijzelde een groot gedeelte
van het dak en sloeg toen naar binnenwaar
hij verschillende balken enz. aan stuk sloeg,
naar men zegt zoo zelfsdat had hij nog een