GOESSOHE COURANT. 1867. N». 60. D1NGSDAG 6 AUGUSTUS. 54"' Jaargang. - agfr Js -C2»~ De uitgave dexer Courant geschiedt Maandag eu Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Drys per kwartaal 1,95, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentie» worden a 15 èt. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,20, behalve het zegelregt. ffe inzending van adrertentiën kan geschieden lot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Boli.oixca.ia3 alclng. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES willende voldoen aan de circulaire van den heer com missaris des koning in de provincie Zeelandvan den 19 Januarij 1852, A. no. 103, le afd.(prov. blad no. 11) houdende uitnoodiging om jaarlijks vóór of yiterlyk op den 20 Augustus in te zenden, eene opgave van de in deze gemeente zich bevindende offi cieren en verdere leden der schutterijdie ter erlan- ging van het EERETEEKENingesteld bij Zr. Ms. besluit van den 5 December 1851, voor eervolle, langdurige, werkelijke dienst l>ij de Schutterijenin de termen zijn gevallen en ver langen daarmede begiftigd te wordenbrengen zulks ter kennis van de belanghebbendenmet ver zoek ommet overlegging van eenen staat van dienst waaruit blijkt, dat zij gedurende vijftien jaren en langervoor zich zeiven in werkelijke dienst zijn ge weest en zich aanhoudend onberispelijk hebben gedragen, van hun verlangen om met het bedoelde eereteeken begiftigd te wordenaan burgemeester en wethouders te doen blijken vóór of uiterlijk op dea 16 Augustus eerstkomende, ten einde door hen ten bepaalde tijde gevolg aan de bekomer.e aanschrijving kunne gegeven worden. En opdat dit algemeen bekend zij zal deze worden afgekondigd, aangeplakt en geplaatst in de Goessche Courant. Gedaan ten raadhuizevan Goes,den 3 Augustus 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. Boltondmaltlns, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bij deze bekend Dat de plaatselijke school-commissieter voldoe ning aan het bepaalde bij art. 6 der verordening regelende het onderwijs in deze gemeente, vastgesteld door den gemeenteraad den 17 Julij 1867, tot het aannemen en toelaten van LEER- Ëi 1ST©JEW oj» de scholen voor lager en meer uitgebreid lager-ondcrwijs zijnde de Nederduitsche scholen en de Fransche school voor meisjesalsmede op de bewaarscholenzitting houden zal ten raadhuize, op de voorzaal, Woens dag 14 Augustus e. k. des middags ten 12 ure. En npodigen een ieder uit, om van die gelegen heid gebrpik te maker, tot het opgeven van de kinderen, die men na de groote vacantie verlangt op een der bedoelde scholen te zendenaangezien dit zonder de toelating der school-commissieniet vermag te ge schieden. Door afkondigingaanplakking en opneming in de Goessche Courant zal aan deze de noodige publici teit gegeven worden. Gedaan te Goes, den 3 Augustus 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd; M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Pntolicatie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, Gezien het reglement op het brandwezen en de verordening regelende de loting en jaarlijksche aan vulling der manschappen van het personeel tot be diening der brandspuiten. Noodigen bij deze de ingezetenen uitdie genegen zijp, zich als vrijwilliger bij de brandweer te verbindenom zich in den loop dezer maand daar toe te vervoegen ter secretarie der gemeentealwaar de inteekenlijst voorhanden is. Gedaan te Goes, den 3 Augustus 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. P I L A A R. Terwijl de Arrih. Courant onze verwachting al hooger spant, omtrent de door haar voor- testellen oplossing van het Indische vraagstuk leidt zij nu en dan de aandacht af en naar de parlementaire geschiedenis van het jongste ver leden henen. Indien wij niet moesten aanne men dat wie de zaken met zooveel talent en zoo au fond behandeltgerekend kan worden eene welgevestigde opinie te hebbenwaarvan hjj de mededeeling niet vreest, dan zou men in verzoeking komen, om te gelooven, dat met opzet over incidentele kwestien gehandeld werd, om niet tot het hoofdpunt te komen. Wij gelooven echter de Arnhemsche gaarne als zijgereed om te zeggen Koe het Indische vraag stuk moet worden opgelostdie oplossing moei- jelijk noemt, en er zal niemand zijn, die er niet van overtuigd is, dat de moeijelijkheid daarin vooral gelegen is, om met de inlanders tot een goed en gewenscht einde te komen. Al is dat denkbeeld niet nieuw, de kennisne ming er van kan geen kwaad, als men zich voorbereidom een resultaat medetedeelendat onmogelijk allen bevredigen zal. Toch, en vooral nuzal ieder met belangstelling wachten op het lichtdat weldra voor ons zal opgaan als de Arnhemsche, eindelijk tot de hoofdzaak gekomen, ons even kategorisch leeren zal wat er moet gedaan worden als zij nu volhoudt, dat men in de behandeling der Indische aangele genheden niet goed gedaan heeft. Nog altijd blijft zij er bij, dat de liberale ledendie voor het amendement van de Putte gestemd hebben, een politieke misslag begin gen en van gebrek aan doorzigt getuigenis ga ven, omdat daardoor de aanleiding gegeven werd, dat de minister het erfpachts-ontwerp introk en zijne plaats voor een anderen minister ruimde. Wij daarentegen blijven gelooven, dat de ge volgtrekking onjuist is, als zoude het ontwerp ingetrokken zijn om dat amendement, 'tls ook onze overtuigingdat het ontwerpeven als de minister, vallen moest, dat de tegenstanders van het ontwerp daartoe eene gelegenheid zochten en dat de minister, die wist, dat hij niet langer aangenaam was bij zijne confrères, een goed heenkomen zocht. Wij willen daarbij aanne men, dat het heel aardig zou geweest zijn, in dien de toeleg der reactionairen naakter nog had mogten uitkomen, indien het voorwendsel niet had bestaanaan het amendement ontleend maar wij kunnen daarom niet aannemen, dat het politiek doorzigt der liberale leden hen tegen hunne overtuiging had moeten doen stem men dat hun taktiek had moeten zijnalle amendementen van liberale zijde te onderdruk ken om de wet te doen aannemen (als of dat zeker geschied zoude zijn langs dien weg) en elk voorwendsel voortekomen, dat den heer Trakranen en zijne wet kon voorstellen als een slagtoffer der stemming van de liberale leden. Het heeft indedaad allen schijn, alsof de Arnhemsche in de liberale leden der kamer niet anders zietdan de deelen van één ligchaam, die allen, zonder onderscheid en zonder zelf standigheid, door éénen geest geleid, slechts een partij-belang te dienen hebben. Wij nemen de handschoen niet op voor de veroordeelde vijftien mannen, die het aan politiek doorzigt ontbreekt, maar meenen bescheiden te moeten opmerkendat deze gevolgtrekking alleen dam kan worden gemaaktwanneer men in die leden niet zoekt zelfstandige vertegenwoordigersdie alleen de inspraak van eigen overtuiging en gevoe len volgen, maar wel de geslepen staatslieden, die de voorstanders eener door hen bestreden rig- ting in hun eigen zwaard moeten doen vallen al moeten zij daartoe eenige sprongen en wen dingen maken, die niet allen even zuiver zijn. Van vreemde wendingen gesproken. De Arn hemsche beweert, dat, indien met het amen dement v. d. Putte slechts herhaald is wat men met het amendement Poortman indertijd be oogde, het dan ook waar is, dat het laatste amendement en de aftreding van v. d. Putte dan ook slechts een voorwendsel geweest is om van het ontwerp cultuur-wet aftekomen, dat hij voorzag toch niet tot stand te kunnen brengen. Vreemder conclusie kan men zich wel niet denken. Omdat twee personen over een gelijksoortig struikelblok vallen, zal men daaruit besluiten, dat beiden hebben willen vallendat beiden naar een gelijk doel streef den dat beiden naar een voorwendsel hebben gezocht, om niet verder te gaan? Gaarne nemen wij aan, dat er even zoowel eene za- menwerking van liberalen met conservatieven wasom den minister v. d. Putte te doen val len, als er nu eene toevallige zamenwerking van beiden geweest isin de bestrijding van den minister Trakranenmaar evenzeer meenen wij te mogen stellendat de heer v. d. Putte niet minder stellig wenschte zijn ontwerp tot wet te zien verheffendan de heer Trakranen zeide dat hij het erfpachts-ontwerp met ingenomen heid verdedigen zou. En neemt men voor een oogenblik aan, dat de bewering van de Arn hemsche volkomen opgaatdan vordert de bil lijkheid te erkennen, dat, zoo het gebrek aan politiek doorzigt was, bij de liberalen om het initiatief te nemenwaardoor de reactionairen slaagden, dan dezelfde beschuldiging moet wor-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1