BUITENLAND. ;n hetgeen voor de dienst noodig en wensche- lijk isze zou te klein en voor passagiers ganscli ondoeltreffend ingerigt zijn; maar wat de vei ligheid en vooral het aangename dér vaart betreft en als tijdelijk hulpmiddel, in verband beschouwd met den aanbouw eener.nieuwe raderboot, heeft het publiek reden met den thans genomen maat regel tevreden te zijn en dezen te beschouwen als een goed begin eener spoedig te verwachten duurzame verbetering. MiddelbCour.) Men schrijft uit Zierikzeedat de aan die gemeente toebehoorende tiendvrnclitenbij de openbare veiling, hebben opgebragt 4288, zijnde 982,meer dan in het vorige jaar. Den 29 dezer zal, in het gebouw van de kweekschool voor de zeevaart te Leijden, eene keuring plaats hebben van knapendie bij 's Rijks zeemagt eene verbindtenis wenschen aan te gaan. Volgens de Staats- Courant, is er, tegen de helft der maand September e,k., gelegenheid tot plaat sing van 15 leerlingen aan 's rijks kweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam. Belanghebbenden van 20 tot 85 jaren oud, worden uitgenoodigd van hun verlangen om geplaatst te worden, vóór den 20 Augustus e. k. kennis te geven aan den voorzitter van den geneeskundigen raad der provincie waarin zij hare woonplaats hebben (voor Zeeland dhr. dr. Adr. A. Fokker te Middelburg.) Te Rotterdam is de ook hier welbekende acteur L. F. J. Rosenveldtvroeger als eerste komiek aan de voornaamste hollandsche schouw burgen verbonden, overleden, in den ouderdom van 69 jaren. In den laatsten tijd zijns levens maakte hij deel uit van het personeel onder directie der heeren L. Bouwmeester fy Co. Eene weide te Voorst, die in 1827 voor ƒ700 werd aangekochtis in de vorige weekbuiten de gewone onkosten van veiling en overdragt, door den tegenwoordigen eigenaar verkocht tegen de so?n van 3800, zijnde ruim vijfmaal de waarde van den vroegeren koopprijs. Bij gelegenheid van het verblijf van den sul tan té Parijs, verhaalt een reiziger door Turkije het volgende De vorst bezit nabij de hoofdstad eene groote pachthoeve in wier omtrek zich veel wild be vindt. De Europeanen, die bekend zijn ver krijgen gemakkelijk verlof dear te jagm. Het is mij met eenigen mijner vrienden tweemalen gebeurd ons voor de pachthoeve te bevinden op het oogenblik, dat de sultan met een groot gevolg daar aankwam om er eenige uren door te brengen. Hij deed ons, benevens alle andere vreemdelingen die zijn oog bespeurde, gelas ten, hem te volgen. Daarop begaf hij zich naar eene weidewaar zich een dertigtal fraai) e koeijen bevonden, ontdeed zich van zijn over kleed stroopte de hemdsmouwen op en zette zich tot melken op een drievoet. Na dat hij een zestal koeijen van hare melk ontlast had, riep hij ons met de grootste zelfvoldoening toe i,Wel nu! zijt gij niet verbaasd, dat ik het in »de kunst van melken zoo ver heb kunnen brengen?" Daarna brokkelde hij roggebrood in eene der gevulde melkbakken at daarvan tot verzadigings toe en gelastte toen zijn gan- sche gevolg even als ons, vreemdelingen, het overgeblevene op onze beurt te nuttigen. Ver volgens keerden wij allen naar de pachthoeve terugen daar onthaalde de beheerscher der geloovigen ons op een ander schouwspel. Een daar geketende leeuw werd met een stevigen ijzeren ring gemuilband, terwijl hem de pooten met sterke touwen bij elkander werden gebon den. Nadat het dier aldus geheel weerloos was gemaakt, begon de sultan het op allerlei wijzen te kwellen, te tergen en boos te maken, prikte het -in de huid trok het bij de manen enz. en nadat dit eenigen tijd geduurd had riep de vorst ons weder op denzelfden toon van zelfvoldoening als kort te voren op de weide, toe: Erkent nu, dat ik niet slechts koeijen melken, »maar ook de wildste dieren temmen kan." BENOEMINGEN EN BESLUITEN- Benoemd tot ontvanger griffier van de watering van Waarde c. a. de heer G. van den Doorn. Op verzoek eervol ontslag verleend als kapitein bij de rustende schutterij bataljon no. 8 aan J. F. Kake beeke en aan A. tan Dis/ioeck, als le luitt. Op verzoek eervol ontslag verleend aan Z. D. van der Bilt la Motthe als 2den luit', bij de dienstdoende schutterij te Goes, en als zoodanig benoemd J. G. Dobbelaerethans sergeant majoor. De New-Orleans Time van den 6den dezer deelt in een buitengewoon nommer een brief uit San Luïs de Potosi mede, waarin de navolgende bijzonderheden voorkomenaan gaande de voltrekking van het vonnis aan Maximiliaan aan zijne officieren. »Ten zes ure in den ochtend van den 19den waren de troepen, onj^gr bevel van Escobedo bijeengekomen, op korten afstand van de stad, ten einde het vonnis te voltrekken aan Max imiliaan en zijne generaals. De inwoners van Queretarodie den keizer lief haddentrokken bij duizenden uit de stad, ten einde bij deze treurige plegtigheid tegenwoordig te wezen. Toen het zeven ure .sloeg werd de klok geluid waardoor bekend werd gemaakt, dat de ge vangenen voor de laatste maal hunne gevan genis verlaten hadden en dat zij geleid werden naar de plaats, waar zij moesten sterven. Na weinige oogenblikken verschenen zijgezeten in rijtuigendie omgeven waren door eene aanzienlijke wacht; eerst de keizer, daarna Miramon en vervolgens Mejia. Toen zij de plaats genaderd warenwaar het vonnis zou worden voltrokken brak de menigte in tranen uitzoodat men weinig anders hoorde dan snikken. Men deed de rijtuigen stilstaan en de gevangenen uitstappeu. De menigte was aangedaan en teekenen van afkeuring werden menigvuldig gegeven. Toen Maximiliaan ver scheen werd hij door het volk toegejuicht. Op gemakkelijke en innemende wijzeen met een veerkrachtigen tredliep hij naar de nood lottige plaats. De gevangenen waren hoogst eenvoudig gekleed. Zij waren noch gebonden noch geblinddoekt. Terwijl de keizer zich in positie steldesprak hij met duidelijke en vaste stem, terwijl hij geenszins effect beoogde. Hij scheen zich zijn toestand ten volle bewust en zeidedat hij weigerdetoen de deputatie uit Mexcico zich voor het eerst ten zijnent aan meldde, welke gemagtigd was om hem het bewind over dat rijk aan te bieden. Toen men zich nogmaals bij hem aanmeldde, werd het voorstel herhaald en toen antwoordde hijdat indien men overtuigd wasdat de meerderheid het in haar belang oordeelde, om hem aan het hoofd van het gouvernement te plaatsenhij zijne toestemming zou geven. Er voegde zich nog eene deputatie bij hemdie er mede op aandrong, dat hij het voorstel zou aannemen. Op raad der Europesche mogendheden, die hem te kennen gavendat hij het aanzoek niet van de hand mogt wijzen nam hij het aan. Hij ontzeide aan de regtbankdie vonrfis over hem had uitgesproken, het regt hiertoe. Hij zeide dat zijne zaak regtvaardig was en dat de natiën der wereld hem regt zouden doen wedervaren. Hij zou z.ieh nimmer hebben laten overhalen om het bestuur over Mexico te aan vaarden indien hij niet overtuigd was geweest in het belang des lands te hebben gehandeld. Ten slotte hoopte hij dat zijn bloed, dat ver goten zou wordeneen einde zou maken aan het bloedvergieten in het rijk. Miramon lashetgeen hij sprakvoor. Het eenige leedwezen dat hij gevoelde dat hij moest sterven wasdatindien de republikeinen zich weder meester zouden maken van de teugels van het bewind, men op zijne kinderen zou wijzenals die eens verraders. Hij zeidedat hij geen verrader was, maar dat hij zich altijd gekant had tegen de beginselen der republi keinen en dat hij zich steeds had verzet tegen de heerschende wanorde in het rijk. De her innering aan zijne daden zou levendig blijven, en de nakomelingschap zou oordeelen of hij regt dan wel onregt had. Hij eindigde met de woorden: »Leve de keizer! leve Mexico?" Mejia sprak niets; hij ging naar Escobedo en zijde dat hij nimmer pogingen in het werk had gesteld om geld magtig fe worden. Al zijn rijkdom bestond in veertig stuks hoornvee, die op de bergen graasch u, l;ij verzocht, dat de kooplieden van Matamoras, aan wie hij veel schuldig waszijne vrouw niet zouden noodzaken zijne schulden te betalen, wanneer zij in het bezit zou gesteld zijn van het geld, dat de keizer zoo goed was geweest haar na te laten. Nadat Miramon had opgehouden te spreken werden de soldaten in gelid gesteld. Tegen over hen stonden de gevangenen. De keizer ontbood den sergeant en nam een handvol tiendollarsstukken uit zijn zak, die hij hem ter hand steldemet verzoek dat hij ze na zijn dood onder zijne kameraden zou verdeelen terwijl de keizer als een gunst verzocht dat men op zijn hart zou aanleggen. De officieren gaven het teekende schoten vielen en de ge vangenen lagen uitgestrekt op den grond. De keizer was niet onmiddelijk dood. Zijne lede maten bleven onophoudelijk stuiptrekken. Vijf kogels waren nogtans in zijn borst gedrongen. Aan twee soldaten werd bevel gegeven om een einde aan zijn leven te maken. Miramon en Mejia waren onmiddellijk dood. Zij waren beiden door vier kogels getroffen. Er werd door den doctordie het ligchaam zou balsemenover het lijk des keizers een kleed geworpen. De lijken werden daarop naar de woningen van eenige vrienden gevoerdterwijl de troepeu naar hunne kwartieren togen. Duizende belang stellenden bleven echter op de plaats waar het vonnis voltrokken was. Uit Matamoras schrijft men dat de keizer tot het laatste oogenblik bezDld was met de herinneringen aan zijne gemalin. Zijne laatste woorden voor dat hij vuur kommandeerde wa- reg: dierbare Charlotte F De Observadoreen aldaar verschijnend blad, nmakt melding van eene poging die de keizer zou hebben aange wend om zijne bewakers omtekoopen. Hij zou den bevelvoerenden officier een millioen hebben geboden als liij hem bad doen ontsnappen. De degen van keizer Maximiliaan is naar het gouvernements gebouw gebragt en aan Juarez ter hand gesteld. De Morning Post deelt nog mede dat de gevangenen een uitstel der executie van drie dagen hadden gevraagd om hunne zaken in orde te brengenwat hun geweigerd was door Es cobedo terwijl zij nogtans eerst drie dagen na den bepaalden tijd werden geëxecuteerd. Max imiliaan zoowel als Miramon en Mejia wa ren ziek. Vijf-en-dertig dagen lang zijn zij ge vangen gehouden en onmenschelijk behandeld. Het ontbrak hun aan alles wat zij noodig hadden en zij waren in kerkers gesloten waar het we melde van ongedierte. Volgens de Morning Post zijn de lijken zonder eenige plegtigheid begraven op de plaats waar. zij gevallen zijn. Dele Engelschen klagen over de hoogst eenvoudige wijzewaarop de hofhouding der koningin is ingerigt. Men vergeet evenwel dat het inkomen van Victoria niet evenredig is aan dat van andere vorsten. George III had een civiele lijst van eene millioen pond sterling, en meer dan eens had de natie de eer zijne schulden te betalen. Victoria heeft slechts 385,000 pond (ƒ4,620,000) volgens de parle- mentsacte van 25 December 1837. Van deze som moet zij jaarlijks ƒ3,464,404 voor de be zoldiging der ambtenaren van het koninklijk huis, pensioenen enz. betalen. Slechts ruim een millioen blijft dus voor hare privaat uit gaven over. De koning van Pruissen heeft, als inkomen der kroon, vijf en een half millioen; de keizer van Frankrijk achttien millioende keizer van Rusland vier en twintigvolgens anderen zestig millioen. Voor deze vorsten moet het dus veel ligter vallen een grooten staat te voeren dan voor de koningin van Engeland. De Moniteur Beige bevat een decreet van 21 dezer, houdende instelling van eene deco-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 2