Gomongdo toeristen.
TIMDHEFFING.
y'
•jj v:"
tp s :{yi* «-•1»V».'
feS X J
gebeurtenissen v%l) liet vorige jaaiy'sedert Pruis-
van hi
sen zich van eënp zijde heeft doen kennen,
waardoor het algemeene wantrouwen is gewekt,
durft men zich më.t geene heldere toekomst
vleijen, maar menjjpst misschien te veel voorbij
dat, gelijk alles'.'zijne grenzen heeft, zoo ook
de heerschzucht van den Duitschen staat
zich niet in het oneindige kan uitbreidendat
verdere pogingen ligt een meer algemeen ver
zet zouden uitlokken en dat alzoo de helden
van het naaldgeweer wel eens op hunne beurt
voor overmagt zouden kunnen bukken. En Pruis-
sen heeft er belang bijom het verkregene
niet roekeloos op het spel te zettente meer
daar het ook wel overtuigd is, dat de ge
annexeerde staten zich niet zoo gelukkig ge
voelen om bij eventuelen oorlog van goeder-
harte de partij voor hunnen tegenwoordigen
gebieder optenemen. Voorts verzuimt men niet
optemerkendat Pruissen geene werkelijke
oorlogstoebereidselen maakt en de hoop is niet
ongegrond, dat, wat er ook in de toekomst
moge liggentoch vooreerst de vrede nog niet
zal worden verstoord. De Bondsconstitutie is
nu gereed en daarmede een belangrijke stap
gedaan tot verwezentlijking van de wenschen
van Bismarck. Misschien zeide een Fransch
dagblad zeer naar waarheidhet Duitsche kei
zerrijk is nu gereed.
De Engelschen kunnen het over de reform-
bill nog maar niet eens worden. Daar de
groote menigte zich met de voordragt der re
gering niet vereenigen kan, wakkert de lust
tot volksvergaderingen weder aan en tegen 6
Mei is eene meeting in Hydepark beraamd
die de vorigen in omvang moet overtreffen.
Reeds heeft het bestuur der meetings een be
sluit genomen waarin gezegd wordt: Daar de
O o O
meeting bespeurtdat de politieke atmosfeer
bedorven ismeent zijdat het voor de poli
tieke gezondheid der Londensche hervormers
noodig isom de frissche en versterkende lucht
van Hydepark in te ademen. Alles doet zien,
dat men nog niet aan het einde is van de be
weging, en zeker zal het de kalmte niet bevor
deren dat men aan Garibaldi aangeboden heeft
het voorzitterschap van het hervormersverbond
welke onderscheiding door hem dankbaar is
aangenomen.
Sedert de verandering in het Italiaansche
ministerie hoort men ook weder van plannen,
om de Romeinsche kwestie tot beslissing te
brengen. De zaak vordert wel niet hard en
de gedurige ministerieele wijzigingen staan
daarmede in verband, maar de zaak blijft en
zal toch eenmaal tot gewigtige gebeurtenissen
aanleiding geven. De Romeinsche kwestie kan
intusschen naar wij meenenniet door wape
nen worden uitgemaakt. De tijd zal er meer
aan doen kennen. Hoe meer de zucht naar
vrije ontwikkeling zich uitbreidt en Italië aan
de belemmerende banden, die den geest zoeken
gekluisterd te houden, ontgroeid, des te ge
makkelijker zal het oogénblik voorbereid wor
den dat men vruchteloos door geweld in het
leven wil roepen.
De koning van Griekenland zal eens vaean-
tie nemen. Hij heeft reeds in zijne jeugd een
zwaren last te dragen en mag wel eens ver
ademen^ want het laat zich niet aanzien, dat
hij door zijn invloed Griekenland zal kunnen
vrijwaren voor die woelingen en onderlinge
verdeeldheid, die tot hiertoe het welvaren en het
geluk van dat land hebben in den weg gestaan.
Ook in Turkije openbaren zich voorteekenen
van belangrijke gebeurtenissen. Het zooge
naamde jonge Turkije moet met de hooge
geestelijkheid der Mahomedanen een verbond
gesloten hebben, dat zich voorstelt de bevor
dering van de onderlinge gelijkheid der on
derscheidene volkstammen, eene constitutionele
regering en toezigt op hare daden. Een en
ander wordt in de Moskeeën aanbevolen en
oefent daardoor op de massa der bevolking
grooten invloed uit.
Volgens de Köln. Zeitang wordt uit goede
bron vernomen, dat keizer Napoleon het Oos-
tenrijkseh voorstel aanneemt, volgens hetwelk
Luxemburg bij België zou worden ingelijfd
en dat hij den afstand van Bouillon, Philip-
peville en Marienburg van de hand wijst.
Als een bewijs dat in Noord-braband zware beesten
zijn, diene, dat te 's Bosch door den vleeschhouwer
J. van Weert drie beesten zijn geslagtdie te zaraen
cirka 4800 <8 wogen. Uit Enschedé wordt als een
staaltje van verregaande vraatzucht het volgende gemeld:
Een ingezeten uit de gemeente Lonneker, werkzaam in
eene onzer fabriekenzeide van bokkingen sprekende,
dat hij er wel 30 op zou kunnen. Zijne kameraden
meenden dit te moeten betwijfelen; hierop werd een
weddenschap aangegaan en 36 bokkingen gebakken.
Ons boertje at niet slechts 30, maar alle 36 met den
meesten smaak op en zonder daarvan later eenig letsel
te gevoelen; een bewijs dat hij wel met eene krachtige
maag gezegend is. Eerstdaags echter zal hij een
uog sterker bewijs geven van den omvang zijner maag.
Hij heeft namelijk aangenomen in eens te nuttigen
3 IK zegge drie pond spek, met 6 sneden roggebrood,
terwijl hij tot spoeling zooveel Schiedammer daarbij
gebruiken magais hij verkiest. Te New-York
verkocht mendrie a vier weken geleden, reeds aar-
bezien in de fruitwinkels. In een regtsgeding, wegens
verbreking van trouwbelofte, onlangs te Liverpool
gehouden, werden 989 minnebrieven bijgebragt in
de getuigenis. De keizer van Frankrijk heeft, op
voordragt van den minister van oorlogde muziek
afgeschaft bij de kavallerie en artillerie. Men zal
voortaan zonder accompagnement elkander vermoorden.
Te Parijs staat het aantal der echte tot dat dei-
onechte kinderen, welke jaarlijks geboren worden,
als 2 tot 1. Bij 13,392 huwelijken in 1864 gesloten
werden 16,505 onechte kinderen gewettigd. Op het
platte land in Frankrijk is de verhouding als 6 tot 1.
De Parijsche kleedermakersknechtsdie onlangs
weigerden te werken hebben nu van hunne meesters
10 pet. verhooging van loon gekregen. De aanhouder
wint. De Oostenrijksche fondsenhouders zullen wel
met belangstelling vernemen, dat te Weenen zelfmoord
en krankzinnigheid op onrustbarende wijze verme
nigvuldigen, vooral daar men dit toeschrijft aan de
algemeene vreesdie daar te lande heerscht, ten aan
zien van de loopende zaken. De Noord-Sleeswij-
kers zijn zoo ingenomen met de landvaderlijke zorgen
van de Bismarksche regering, dat maar 1500 onder
hen den eed geweigerd hebben aan den koning van
Pruissen. De ondervinding heeft hen zeker daartoe
gebragt. De Zvveedsche regering gaat het geld der
natie ook al op renten zetten, door den aan
koop van geweren. Professor Maas, schrijfmeester
te Berlijnheeft een werktuig uitgevondendat hij
Atromograph noemt en dat a 2 thaler 3,60) ver
krijgbaar is bij S. Itöder, Neue Friedrichsstrasse 50
te Berlijn. Het werktuig heeft den vorm van de
holte der hand en is bestemd, om het schrijven ge
makkelijk te maken voor hen, die lijden aan schrijf
kramp, beven of iets van dien aard. Het bevordert
bovendien eene goede houding der pen en bijgevolg
een fraai schrift.
OPENBAEE VEEGADERING
van den
GEMEENTE-RAAD TE GOES
den 23 April 1867.
Afwezig de heeren C. Pilaar, K. Broes van Dort,
C. C. van den Bosch, allen ongesteld en mr. J. H.
de Laat de Kanter, buiten de gemeente.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
Wordt mededeeling gedaan 1». van een' brief van
de dijksdirectie van den Goesschen polder, daarbij
mededeelende dat over 1867 en 1868 aan deze ge
meente gelijke bijdrage zal worden verleend in den
afkoop der tollen, als over 1866.
2o. Yan den lieer J. A. van Hoek een schrijven
waarin hij meldtdat het 8ste Zeeuwseh muziekfeest,
't welk men voorgenomen had in Junij aanstaande te
dezer stede te houdenniet zal plaats hebben door
gebrek aan genoegzame deelneming.
Beide voor informatie aangenomen.
Is ingekomen de rekening der vereeniging van
werklieden over 1866 die gesteld wordt in handen
der financiële commissie.
Het ingekomen -staatsblad no. 20 wordt ter inzage
van de leden bij de overige gedeponeerd.
De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van
een gemeente-ontvanger en herinnert dat daartoe ter
vorige vergadering door burgemeester en wethouders
in alphabetische orde zijn aanbevolen de heeren C. de
Fouw en C. Risseeuw. Hij benoemt tot stem-opne-
mers de heeren mr. de Knokke van der Meulen en
Verhagen.
Dhr. Verhagen het woord gevraagd en bekomen
hebbende, zegt: dat hij naar aanleiding van het hoofd
motief door burgemeester en wethouders op den voor
grond gezet bij het mededeelen hunner aanbeveling,
een woord wenscht in het midden te brengen.
Dat hoofdmotief wasdat de ambtenaren die ter
secretarie zonder of tegen gering loon zijn werkzaam
geweestin de eerste plaats bij vacatures in aanmer
king behoorden te komen.
Door tot de stemming overtegaan zou het den schijn
hebben of hij dit gevoelen deelde en hij verschilt met
het dagelijksch bestuur in dezen van opiniedaar
het zijns inziens eer als eene gunst moet beschouwd
worden, dat aan jongelui die zich op gemeente-admi-
nistratien willen toeleggen, gelegenheid wordt gege
ven zich te bekwamendan omgekeerd.
Hij had behoefte dit te zeggen om der consequeutie's
wille en acht het overbodig er bij te voegen dat dit
geheel afgescheiden is van de betrokken personen.
De Voorzitter antwoordt dat burgemeester en wet
houdersofschoon daartoe onverpligt, niet één maar
drie gronden hebben aangegeven waarop hunne aan
beveling steunde, (men zie het vorig verslag) welke
gronden in hun verband moeten beschouwd worden
en die alleen zijn medegedeeld om open en rond van
hunne gevoelens te doen blijken.
Hij acht eene discussie over de appréciatie dezer
motieven thans misplaatst, omdat noch door de aan
beveling noch door de gronden waarop zij steunt,
de raadsleden in hunne stem gebonden zijn; zijn die
van een ander gevoelen dan kunnen zij daarvan door
hunne uittebrengen stem doen blijken.
Dhr. Verhagen zegtdat juist het onverpligte om
eene aanbeveling te motiveren hem heeft doen be
sluiten die opmerking te maken die dus zijns in
ziens verre van misplaatst is.
Daarna wordt tot de stemming overgegaan en ver
krijgen daarbij de volgende stemmende heeren C. de
Fouw 1 Z. 1). van der Bilt La Motthe 3 J. M.
Pilaar 1 en C. Risseeuw 2 stemmen.
Bij de 2c vrije stemming bekomt de heer La Motthe
4, de heer Risseeuw 3 stemmen, zoodat eerstge
noemde benoemd is.
Wordt medegedeeld het proces-verbaal van kas-
opneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt
dat alles in orde en 3744,78 in kas was.
Wordt overgelegd het jaarverslag van den toestand
der gemeente over 1866, dat zal wordtn gedrukt en
aan de leden rondgedeeld.
Daarna is de vergadering gesloten.
Gaarne gun ik den heer Pické het genoegen
mij openlijk het verwijt te doen, van onjuiste
cijferste hebben gebruikt, om eene juiste
stelling te bewijzendaar dit toch geheel iets
anders is als het onjuist grocpeerenzij het
dan ook van juiste cijfersom eene onjuiste stel
ling te bewijzenwaaraan de heer Fiché zich
bij het mondeling dispuut over mijne stelling
zoo in liet oogloopend had schuldig gemaakt;
toen toch verklaarde ZEd. zich volkomen ho
mogeen" met hetgeen de heer T. v. B. op de
meest loyale wijze, volkomen trouw aan de
waarheidheeft medegedeeld en het is op
merkelijk, dat nuna mijn artikel, opgenomen
iD de G. C. van 5 April, no. 28, van die ho
mogeniteit." tusschen hem en den heer T. v. B.,
niets meer blijkt. - ZEd. »laat nu zijn collega
los" en treedt op voor het publiek, als had hij
NB.! nimmer iets anders beweerd als ik alléén
met dit verschil, dat daar waar ik de tiend
bereken op fö van den opbrengst, ZEd. dit
doet op fr.
De heer P. tracht zich op die wijze te ont
slaan »van de verantwoordelijkheid voor hetgeen
zijn collega" (ook in zijnen nalim) heeft be
weerd," doch zoo iets moge op parlementair
gebied" een gewoon verschijnsel zijn geworden
niemand zal het loyaal noemen.
Het is bekenddat het tiendregt verschillend
geheven wordtterwijl men op de eene plaats
het -J.V- of 10 van de bruto opbrengst heft,
(dat is 10 van de 100) heft men op eene
andere het TrT of 9,09 van de ƒ100; elders
weer (men zie de artikels van X. en L. v. d.
Moer) het jS min L of 8 van de f 100en
dan weer het min dat is het A- of
f 1,2127 van iedere 100 bruto opbrengsten
nu spreekt het van zelve, dat naarmate men
deze of gene heffing tot grondslag zijner bereke
ning neemt, men ook verschillende cijfers krijgt.
Hierop bedacht had ik om kleingeestigete
genspraak aftesnijden uitdrukkelijk gezegd: (zie
de noot in mijn éérste artikel, G. C. 19 Maart,
no. 23) »Zij die daaraan mogten hechten ge-
lieven mijne stelling dan aldus te lezendat
»jaarlijksclie uitgaven die op tiendvrijland zoo veel
percenten winst zouden gevenals de tiendheffer
percenten heft van de bruto opbrengst, aan den
■stiendpligtigen landbouwer niet alleen geen winst,
y>maar noodwendig verlies geven."
En nu vraag ik of het loyaal is van den heer