BUITENLAND.
■en D. van Wageningen als secretaris. Ieder,
die zich bereid verklaard het doel der ver-
eeniging te bevorderen, wordt door het be
stuur als lid aangenomen.
De Arnhemsche Courant meldt het volgende
Meermalen gaven wij een staaltje van de be
kwaamheid in het schrijven enz. van sommige
rijksveldwachters, dat, hoewel voor hen een
noodzakelijk vereischte, evenwel nog niets heeft
bij hetgeen wij thans willen mededeelen. Het
geldt thans een verslag eener plaatselijke school
commissie ingediend aan den raad eener plat
telands-gemeente, en nog wel van jongen datum.
Het verslag omtrent het onderwijs is letter
lijk van den volgende inhoud:
a. Lezen. Gaat vrij wel, en worde de verstands-
vermoogens der Kinderen ontwikkelt, door het
gelezene goed verstaanbaar te maken.
b. Schrijven. Moeten wij onze bijzondere goed
keuring geven vooral bij de meer gevorderde
leerlingen waaren jer vele, die eene beste hand
van schrijven hadden.
c. Rekenen. Gaet ook in aanmerking genomen
het ongeregelde schoolgaan der kinderen zeer
goed.
d. Vormleer. Hierin wordt weinig onderwijs
gegeven.
e. Nederl. taal. Het onderwijs bepaalde zich
hoofdzakelijk in het ontleden en verbeteren van
foutive volzinnenen opstellen.
f. Aards.kunde. Wordt ook onderwijs gegeven,
vooral op de kaarten, en gave de leerlingen
vooral in de Buurtschool blijken van bekwaam
heid.
g. Geschiedenis. Ook dit was naar onze wensch,
en het gaf ons genoegen dat in de Buurtschool
de Jeugdige Harten bekend werden gemaakt
met de l^ennis van hunne Hemelsche Meester.
h. Kd. Natuur. Ook hierin werd behoorlijk
onderrigt gegeven.
i. Zingen. Werdt in de Buurtschool weinig,
in ele Dorpschool nies gedaan.
Zulk eene schoolcommissie en vooral de ver
slaggever behoort zeker wel onder de bevoegde
beoordeelaars
Dat rijksveldwachters worden benoemd, die
bijna niet lezen en schrijven kunnen, is gewis
in den tegenwoordigen tijd jammer, maar hoe
men zulke personen tot leden eener schoolcom
missie kan benoemenis onbegrijpelijk en boven
ons begrip.
De toestand van den Franschen kroon
prins schijnt werkelijk weder te zijn verergerd.
Er worden althans geene bezoeken meer bij hem
toegelaten, zooals dit eenige dagen geleden het
geval was. Te gelijk ontwaart men een groote
mismoedigheid op de Tuilerien die zoo al niet
geheel, dan toch ten deele aan die verergering
kan worden toegeschreven.
De wereldtentoonstelling is den 1 dezer
geopend, en in alleFransche dagbladen kan men
volledige bijzonderheden omtrent deze plegtig-
heid vinden. De keizer en de keizerin hebben
zich in een open rijtuig zonder escorte naar
het champ de Mars begeven. De keizerlijke
prinsnog ongesteldwas op de Tuleriën
gebleven. De prins van Oranje, de groot
hertog van Leuchtenberg en de graaf van Vlaan
deren woonden de plegtigheid bijwelke eigen
lijk een particulier karakter had. Men zegt,
dat de keizer slechts eenige woorden van ge-
lukwensching voor de commissie heeft geuit;
maar er heeft geen openingsrede voor deze
plegtige zitting der algemeene nijverheid plaats
gehad. Prins Napoleon was eergisteren naar
Havre vertrokkenen dit vertrek is niet on
opgemerkt gebleven; er blijkt uit dat de prins
zich buiten alle regeringszaken houdt.
De Parijsche kleêrmakersgezellen ten
getale van ongeveer 2500, waren gisteren in
het Elysêe Montmartre vergaderd; zij hebben
het besluit aangenomen, om zich dadelijk in
greve te stellen, indien de patroons hun niet
van heden af de geëischte verhooging toestaan,
welke ongeveer 20 pet, bedraagt. Het zon
derlingst is, dat de Engelsche kleermakers-
gezellen zich zouden verbonden hebben om
niet voor Frankrijk te werken. Bij slot van
rekening zal de gebruiker de kosten moeten
betalen; een nieuw zwart pak, dat ons 100
francs kostte, zal ons voortaan 120 francs
kostenwant de meester snijder zal deze gele
genheid te baat nemen, om ook het zijne er
van te nemen.
G-emongcio toeristen.
Te Matamoras, Mexico, is eea koopman bankroet
gegaan voor zeven millioen dollars. Een klein
meisje 7 a S jaren oud, woonachtig te Portsmouth
Va., is erfgenaam geworden van anderhalf millioen
dollars, haar nagelaten door eene familie-betrekking
in Engeland. Men verwacht, dat zij wel spoedig
aanbidders krijgen zal? Bij het begraven van het lijk
eener weduwe te Murville, in Frankrijk, hoorde men
beweging in de kist, in plaats van de kist dadelijk te
openen, werd eerst beraadslaagd, de opziener der be
graafplaats gehaald, en eerst toen de maire aanwezig
was, werd de kist geopend. Toen bleek het, dat
het ligchaam nog warm was, en verklaarden de ge
neeskundigen dat de vrouw onder hare pogingen
om hulp te krijgen gestikt was. Een droevig on
geluk dompelde Woensdag de familie M., te Enschedé,
in diepen rouw. Een driejarig dochtertje, haar moeder
naar de keukeu gevolgd zijnde, waar een ketel cho
colade te koken stondmaakte van een onbewaakt
oogenblik gebruik om daaruit een teug te nemen
met dat gevolg, dat het kind zich inwendig deerlijk
brandde, en na het verduren der felste smarten over
leden is. Dezer dageri is te Leende door een feilen
brand eene nog al kapitale boerderij vernield. Men
wil dat twee knapen, de oudste ruim 16 en de jongste
ruim 14 jaren, moedwillig den brand gesticht hebben,
onder de volgende omstandigheden. Zij zouden ten
huize van den bewoner om karnemelk geweest zijn
en, na weigering der melk, gedreigd hebben het huis
te zullen in brand stekenbuiten gekomen hebben zij
een brandenden lucifer aan het lage stroodak der schuur
gehouden; deze zoowel als de stal, het huis en een
afzonderlijk staand schuurtje, benevens een groot ge
deelte van den aldaar aanwezigen voorraad, zijn door
de vlammen vernield. Men hoopt, dat de daders ten
voorbeelde van anderen hun welverdiende straf niet
zullen ontgaan. Laatstl. Donderdag kwam de vader
dier jeugdige misdadigers bij den heer officier te Eind
hoven ten einde verlof te vragen om hun in de ge
vangenis een bezoek te mogen brengen toen hij toe
vallig zijn broeder, dien hij in geen tien jaren gezien
had, aantrof. Deze kwam verlof vragen om zijn zoon,
een jongeling van 16 jaren, wegens diefstal te Hil-
varenbeek (p. m. 50) iu het huis van arrest gede-
tineeerd, eveneens een bezoek te mogen brengen. Beide
vaders wisten van elkanders zaken nietsde ontmoe
ting was derhalve voor beiden zeer toevallig, maar
niet prettig.
TIENDHEFFim
Door mij is telkens als er in mijne tegen
woordigheid over de meer of mindere druk der
tiendheffing sprake wasbeweerd geworden
dat de jaarlijksche uitgavenin den landbouw
gedaan wordende ter vermeerdering van den op-
*br engst, die zonder tienden last 10% winst zouden
opleverenbij tiendhejfung 1 verlies geven."
en toen mg onlangs deze stellingik mag zeg
gen voor het eerst, in ernst betwist werd, vooral
ook door mannen die feitelijk warme belang
stelling toonen in den bloei van den landbouw
in het algemeen en die van Zeeland in het
bijzonderheb ik gemeenddat het zijn nut
kon hebben, om dez& voor onzen landbouw
zoo belangrijke stelling, hoe schijnbaar eenvou
dig ook, eens in het openbaar te doen be
spreken en ik verheug tüij dusdat verschil
lende personenmaar vooral de Algemeene
Secretaris der Z. Maatschappij van Landbouw
niet geaarzeld heeft, op mijn verzoek, de gron
den zijner tegenspraak, eveneens aan de open
bare critiek te onderwerpen.
Het bewijs voor mijne stelling heb ik gele
verd met cijfersontleend aan een zoo eenvou
dig mogelijk gekozen voorbeeld, opdat iedere
boer het zou kunnen begrijpendoor namelijk
te wijzen op een stuk land, dat jaarlijks eene
gemiddelde bruto opbrengst oplevert aan graan
van 100,
Als nu door eene buitengewone uitgaaf van
50, aan dat land te doen (hetzij door wat
meer te laten wiedenof dieper te ploegen
of het verrigten van anderen arbeid) de op
brengst van dat land vermeerderd wordt tot
ƒ155, (dat is eene vermeerdering van 110
van het ter verbetering aangewend kapitaal van
50) dan zal op tiendvrij land de boer 10%
gewonnen hebben met zijne 50 en dus f 5,
want hij krijgt er 55, voor terugmaar is
het land tiendpligtigdan zal hij 1 verliezen.
Zonder de verbetering toch trok de tiendheffer
slechts f 10, maar na de verbetering 15,50,
deze heeft dus 5,50. winst van den arbeid
door den boer aangewend, en de laatste komt
op zijn gedaan uitschot van 50 vijftig cents
te kort, en verliest alzoo één percent. (1)
De heer Teding van Berkhout noemt dat nu
(zie G. C. van 22 Maart) eene stelling die niet
{meer) door hemen hij denkt door niemand
als onjuist beschouwd wordt."
Ook de heer L. van der Moer (zie G. C. van
29 Maart) zegt: de stelling van Verhagen is
juist; wie zal dit ontkennenV
Alleen de heer X (zie G. C. van 26 Maart)
schijnt eenigsints te aarzelenimmers deze zegt
al neemt men nu aandat evengemelde stelling
niet geheel (dus wel gedeeltelijk) te verwerpen
isdan staat er tegenoverdatals de tiendvrije
boer 20 of 30 wint, er voor den tiendpligtigen
boer ook iets overschiet." Dit laatste maakte ech
ter geen punt van verschil uit, en daar die heer,
in plaats van er op te wijzen wat in zijn oog,
in mijne stelling verwerpelijk zoude zijnin
het overige gedeelte van zijn altijd zeer belang
rijk artikel betrekkelijk de tiendheffing, alleen
het wenschelijke der af koopbaarstelling voor
beide partijen becijferd, zal ik daarbijnu al
thans, niet bijzonder stilstaan, doch kom daarop
waarschijnlijk in een afzonderlijk artikel terug.
De twee eerstgenoemde heeren echter, er
kennen gaaf weg, de volkomen juistheid mijner
stelling, doch schijnen beiden terugtedeinzen
voor de consequentie die er uit voortvloeiten
tochis de stelling juist dan moeten ook
de consequenties juist zijn.
Ik heb het door den heer T. v. B. aange
haalde voorbeeld (nu met een tweede vermeer
derd) eene onjuiste groepering van cijfers" ge
noemd en zal trachten die bewering te staven
en tevens de oorzaak aanwijzen, waarom dè héér
L. van der Moeruit dezelfde gegevens in
plaats van 10 en 9 winstzooals de heer
T. v. B. berekendedie winst tot 100% voor
tiendvrij en tot 80% voor tiendpligtig land meende
te kunnen opvoeren.
De heer T. v. B. (en velen met hem) schijnt
werkelijk nog te vermeenen, dat men tot een
ander resultaat komt, als het meer blijvende
verbeteringen betreft uitgaven in eens ge
daan en die blijvendjaar op jaarde bruto
opbrengst van het verbeterde land met 10
verhoogen, deze, meent hij, leveren op tiendvrij
land 10 en op tiendpligtig land 9 winst.
Mij dunkt ieder die over beide stellingen
slechts een oogenblik nadenkt, moet al dadelijk
tot de conclusie komen, dat, als een vermeer
derde bruto opbrengst van 110% van het ter ver
betering aangewend kapitaal, in één jaar, 1%
verlies geeft, het per se onmogelijk is, dat
eene jaarlijksche vermeerderde bruto opbrengst
van slechts 10 eene winst zon kunnen geven
van negen percent
Van waar nu deze zoo in het oog loopende
tegenstrijdigheidsohijnbaar door een bewijs in
cijfers gestaafd?
De heer T. v. B. stelt in zijn eerste voor
beeld eene uitgaaf op ééns van 500die
eene blijvende bruto opbrengst geeft van 50
of 10 van het ter verbetering aangewende
kapitaal, en zegt: van die f 50 bruto op
brengst komt f- of 5 aan den tiendheffer
(dit is natuurlijk voor dezen eene zuivere winst,)
doch de overgeblevene 45 zijn en blijven nog
altijd de jaarlijksche bruto opbrengst, als het
gevolg van een ter verbetering aangewend ka
pitaal van 500, en dit verliest hij uit het oog,
J1De heeren X en L. van der Moer hebben de bemer
king gemaakt, dat het verlies nog 5% meer is, wegens het
gemis van Tente, doch de rente is door inij daarom niet in
rekening gebragtom dat dit voor het bewijs mijner stelling
onnoodig was, en dan voor sommigen minder duidelijk zonde
wezenik toch gaf in mijn voorbeeld alleen eene vergelij
king tusschen tiendvrij en tiendpligtig landen liet bij beiden
de rente berekening er buiten.