BINNENLANDSCHE BER1CTEN. BUITENLAND. Gemengde toeristen. TIENDHEFFING. GOES, den 25 Maart Nadat Donderdag de discussie over de be grooting Oorlog, door de tweede kamer, was aangevangen, werd die Vrijdag Voortgezet en wel nog altijd in algemeene beschouwingen. De heer van de Putte heeft, alvorens die dis cussien aanvingen, verlof gevraagd en gekre gen tot eene interpellatie aan den minister van binnenlandsche zakenbetreffende de aanbeve ling van eene vee-verzekering-iüaatschappijdoor twee commissarissen des konings. De minister heeft geantwoord, dat die aanbeveling niet van hem was uitgegaan en dat liij nadere ophel dering had verzocht. Daarna zijn weder de staatkundige en oorlogs specialiteiten op den voorgrond getreden en is het woord gevoerd over de oorlogs-begrooting door de heeren Wes terhof, van der Maesen, Thorbecke, van Naamen, StormStieltjes, de Roo en Saaijmans 1 ader. De zitting van Vrijdag is meest gewijd ge weest aan de behandeling der amendementen, voorgesteld door de heeren de Roo en Stieltjes. Zij zijn allen, voor zooverre zij toen in be handeling kwamen, bestreden door den minister, en bij gevolg ook door de ministerieele leden. Het gevolg is geweestdat verworpen werd een amendement van den heer de Rootot vermindering van den post van den generalen staf met 39 tegen 28 stemmen. Een van den heer Stieltjesom het cijfer voor den grooten staf te verminderen werd aangenomen met 35 tegen 31 en een van den heer de Roo tot vermindering van den post voor admini stratie werd aangenomeninsgelijks met 35 tegen 31 stemmen. De zitting heeft zich voorts gekenmerkt, door het incident dat de heer Haffmans tot de orde geroepen werd, door den voorzitter, omdat hij weder op het terrein der algemeene beschouwingen trad. Genoemd lid heeft zich als een warm voorstander doen kennen van het stelsel, dat alles wat van dit ministerie komt moet worden aangenomen even als de heer van Nispen, en heeft aan de kamer de bevoegdheid betwist om in oorlogs zaken te beslissen. Met uitzondering van beide genoemden en van den heer Pijnappel is het debat uitsluitend gevoerd tusschen den minister en die leden, die meer bepaald als specialiteiten in deze zaak kunnen worden aangemerkt. In de zitting van Zaturdag zijn eerst eenige discussien gevoerd, tusschen den minister en de heeren de Roo en Slieltjes, en een paar voorstellen behandeldomtrent den verderen loop der discussien. Daarna zijn in behandeling gekomen de amendementen van bovengenoemde heeren op art. 9 (wapen der infanterie). Het eerste van den heer de Rooom den post te verminderendat onderanderen bestreden werd door den heer Haffmans, die ook gemoedsbe zwaren heeftwordt aangenomen met 34 tegen 31 stemmen, dat van den heer Stieltjes, om den post te verhoogenwordt verworpen met 57 tegen 8 stemmen. Dezelfde heeren hebben ook amendementen voorgesteld, op art. 10 (wapen der kavalerie), en wel tot vermindering van het cijfer daarvoor uitgetrokken. Behalve door den minister werden zij bestreden, door de heeren van Nispen en Storm. Dat van den heer Stieltjes is verworpen met 36 tegen 14, en dat van den heer de Roo met 41 tegen 29 stemmen. (De ministerieele claqueurs zijn bij deze gelegenheid weder op hun post geweest.) Eindelijk is een amendement van den heer Stieltjes, om het cijfer voor de artillerie te ver hoogen, na bestrijding door den minister, de heeren BiebersteinStorm en van Zuylen, af gestemd met 57 tegen 8 stemmen. Onze gemeente heeft een zijner oudstemaar nog altijd ijverig werkzame burgers verloren. De heer J. van Rentergem de Fouwsedert 1834 stedelijk ontvanger in deze gemeentebesloot in bijna 76jarigen ouderdom, na korte ongesteld heid, zijn nuttig en werkzaam leven, en door zijn dood lijden niet alleen zijne betrekkingen maar onze gemeente ook een gevoelig ver lies. Behalve de genoemde betrekking diende hij de burgerlijke en kerkelijke maatschappij, sedert vele jarenmet zijne gaven en krachten, en de vereerende bedieningen die hem werden opgedragenbewezen genoegdat men hem wist te waardeeren. Eerst als rentmeester van 's ko nings particuliere domeinen en later als rent meester van het kroondomein ontving hij een bewijs van vorstelijk vertrouwenen ook als secretaris-penningmeester en ontvanger van ge meenten in ons eiland, behartigde hij het al gemeen belang. Hij mogt het voorregt smaken om, schoon niet vreemd aan de moeiten en zorgen des levenstot in zijnen hoogen ouder dom met onverzwakte vermogens werkzaam te blijven, en zeker zal bij allen, die hem gekend en geacht hebben, zijne nagedachtenis in dank baar aandenken zijn. Wij vernemendat de waarneming der be trekking van ontvanger der gemeente Goes en rentmeester van het kroondomein aldaar, tij delijk is opgedragen aan den schoonzoon van den overledenen titularis, dhr P. H. van Lis. ALGEMEEN OVERZIGT. Het Engelsche ministerie heeft eindelijk de wet op de kieshervorming ingediend, maar het parlement heeft die alles behalve gunstig ontvangen. Men maakt de opmerking, dat de Engelsche ministers, even als die in sommige andere landen, niet dan schoorvoetende zijn overgegaan tot de taak, om welke te vervullen O 7 zij waren opgetreden en het blijkt nu wel dat daarvoor eenige reden was nu hunne opvatting van het hervormings-systeem zoo weinig bijval vindt bij de vergadering. Hun tegenstand is oorzaak geweest van den val van het tegenwoordige kabinet, maar er is weinig waarschijnlijkheid dat zij met het nu aangeboden plan zullen kunnen staande blijven. Latere berigten uit Frankrijk verhalendat de discussien in de wetgevende kamer nog veel heviger geweest zijn dan men eerst had gedacht. Sommige leden moeten zich zeer heftig hebben uitgelaten en juist de omstan digheid, dat de Parijsche drukpers daarvan geen gewag gemaakt heeft, versterkt het ge voelen, dat men ook daar wel eenige betee- kenis hecht aan die stoutmoedigheid der min derheid. Enkelen gaan zoo ver, dat zij reeds spreken van het opschorten der tentoonstelling, terwijl anderen daaraan slechts een zeer matig bezoek voorspellen. Doch al is het niet te ontkennendat zich aan den politieken horizon wolken zamenpakken, zal het toch wel wat voorbarig geacht moeten worden, als men de ontwikkeling als reeds zoo nabij voorstelt. De keizer van Oostenrijk geniet nog wel altijd van het huldebetoon der Hongaren, maar het nieuwe daar opgerigte ministerie is aan vankelijk niet zeer gelukkig. Het heeft vooral te strijden met geldgebrek en de nieuwe finantie minister heeft daardoor, al naar men het nemen wil, de moeijelijkste of de gemakkelijkste betrek king. Hij is begonnen met bij zijnen Oosten- rijkschen collega te leenen, en spotters maken nu de opmerking, dat hij dit te meer vrijmoe dig doen kon, omdat de Oostenrijksche schatten onuitputtelijk zijn immers zoolang de papier molens blijven werken. Maar toch worden de uitvoerige toebereidselen voor de aanstaande krooning met ijver voortgezet en beschikt men, in verband daarmede, over kolossale sommen, die naar de bescheiden meening van velen, bij de Oostenrijksche crediteuren veel beter be steed zouden zijn. Te Berlijn heeft men luidruchtig feest ge vierd, ter eere van den verjaardag des konings. Het heeft daarbij niet ontbroken aan toasten en redevoeringen, waarin gewezen werd op de roeping van het huis Hohenzollern om één groot en magtig Duitschland te stichtenwat men ook zou kunnen noemen, om alles in te pakken. Het laat zich begrijpen dat het feest met de meeste warmte is gevierd vooral door de dui- zende verminkten uit den laatsten oorlog, de weduwen en weezen der gesneuvelden en allen die door de Pruissische politiek in het vorige jaar bevoordeeld zijn. De Vlaamsche onderdanen van koning Leo pold zijn weder duchtig in de weer, om het gebruik van hunne taal aantebevelen en te ver dedigen. Er is iets karakteristieks in, als een volk vóór alles aan zijne taal gehecht is en het moeijelijk dulden kan dat zij, vooral op officieel gebied, door eene vreemde wordt ver drongen. Men moet dan ook het beklag der Vlamingers allezins billijken en ze de eer geven, dat zij met volharding strijden voor een regt, dat hun om meer dan eene reden dierbaar is. Te SaratogaN. Y. werd deu 29sten Jan. een varken verkocht, dat 951 pond gewigt had. Waar schijnlijk door het zachte lenteweder, dat wij reeds in de vorige maand gehad hebbenzijn de Jprilvit- schen ontijdig voor deu dag gekomen. Iemand ten minste, die begeerig was om de vier kleintjes van vrouw Mooibroe/c te Drouwenermond te zienging daar heênmaar bevond dat de vrouw aan haar werk was, en de vierlingen de voortbrengselen waren van de levendige verbeelding van den berigtgever der Groningsche Courant. Een Methodistische leer- aar te Brooklyn ontving jl. Kersmis een present van een gebakken aardappel, waarin zich eene 500 greenback bevond. Onder meer andere gewigtige besluiten van onzen minister van binnenlandsche zaken Lehoort ook, dat het merk waarmede het vee, van den typhus hersteld, gebrand wordt, in plaats van op de regterheup ook op de regterbil kan worden gesteld. Wat zulke besluiten den minister een hoofd breken moeter. kosten. Ter versterking van 's lands weerbaarheid zullen dit jaar geene kadetten worden toegelaten op de koninklijke militaire akademie De kleedermakers te Parijs hebben den arbeid gestaakt en men vreest, dat de werklieden in het teutoonstel- liugs paleis hetzelfde zullen doen. Te Arum werd dezer dagen op een publieke verkooping van vee voor een vetten Durhammer os 610 besteed Uit Home meldt men: te Erosinone heeft men, om de rooverijen te temperen, eene premie van 8000 Jivres voor iederen roover en 6000 livres voor ieder roo- verhoofdinan uitgeloofd; doch men zal zich genood zaakt zien deze premien weder te moeten intrekkeu, daar zich dagelijks aanzienlijke getallen personen aan meldenwelke voorgeven tot roovers te behooren. De eerste grasboter is door J. I.ievaart te Delf; den 21 il. aan ZM. den koning geleverd. De ko ning van Puissen wil uit dankbaarheid, dat het Op perwezen hem z. i. zoo geholpeu heeft bij zijn bloed vergieten, te Berlijn een protestantsche hoofdkerk doen bouwen. Het onderscheid tusschen Wilhelm en F Hips 11 is dus, dat deze eerst accoord maakte, door tc beloven: als ik het win zal ik een kerk bouwen, en dat 1Vilhelm eerst zeker van zijn zaak wou z. n. (Kolt. Weekbl.) Volgens de berekeningen van den heer Ver hagen voorkomende in de Goessche Courant van 19 Maart 1867 no. 23, zal (wanneer steller die wel begrijpt) een eigenaar van een stuk tiend- pligtige gronddat jaarlijks gemiddeld/ 100, oplevert, bij het aanwenden van 50,meerder kosten, tot verbetering van dien grond, met uit- zigt om daarbij 10% te winnen, door/55,meer der opbrengst van den^rondten gevolge zijner verpligte uitkeering aan den tiendheffer, in plaats van die winst te erlangen, daarbij 50 cents of 1% verliezenen had de heer Verhagen niet verzuimd van gemelde aangewende 50, meerdere kosteneen jaar intrest te rekenen a 5%dan zoude hij zulks op 3,— of 6% kunnen gesteld hebben. Neemt men nu aan, dat evengemelde stelling niet geheel te verwerpen isdan staat er in ieder geval tegenover, dat, wanneer gelijke tiendpligtige landbouwer door het aanwenden van 50,meerder kosten, daarbij 20 of 30 percent winst of liever ƒ60,of 65,meer der opbrengst verkreegin dat geval, na aftrek van n gedeelte voor den tiendheffer boven en behalven 5% rente van zijn aangewend meer der kapitaal, nog 3 of 12 percent extra divi dend zoude bekomenen wanneer nu dezelfde tiendpligtige grondeigenaar bij het aanwenden van 50, meerder kostenwegens beteren opbrengst van den grond, daarop 10, 20 of 30 percent mogt verdienen, ten aanzien van vruchten, bekend onder den naam van Smal- tiendenwaaronder ook het koolzaad in Wol- phaarsdijk en in Noord-Beveland het vlas kan gerangschikt wordendan zoude het voordeel geheel aan zijne zijde wezen. Wat nu de af koopbaarstelling der tienden betreftdan wordt zulks al meer en meer een

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 2