BIJBLAD VAN DE GOESSCHE COURANT. Dingsdag 19 Maart 1S07\ N°. 23. NATIONALE MILITIE. Puto!lioatie. Putolicatie, Bels.endma1s.tiis> Beli.encimali.ing;. Beltendlro aiding. Beli.endlinal5.ins. Boltcnd malting. BolsLondmaliing. BURGEMEESTER en WETLIOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van allen dien het aan gaatdat de militieraad zijne TWEEDE ZITTING, voor deze gemeentedit jaar zal houden te Middel burg op Woensdag den 10 april e. k. des morgens ten half tien urein de Abdij aldaaren dat in die zitting uitspraak, zal worden gedaan omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken en omtrent hen die als plaatsvervanger of nummerwisselaar ver langen optetreden. Terwijl voorts op den 18 Aprilterzelfder ure en plaatse gelegenheid zal worden gegeven voor al de loteiingenwier plaatsvervangers of nummerverwis- selaars niet mogteu zijn toegelaten en die verlangen mogten anderen in hunne plaats aantebieden. Gedaan te Goes, den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders van Goes M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, herinneren bij deze de belanghebbenden aan den in houd der eerste zinsnede van art. 127 der wet op de Nationale Militie, luidende: „Aan de geestelijken en bedienaren van de gods dienst bij de erkende kerkgenootschappen en aan „de studenten in de godgeleerdheid, die daartoe aan „erkende inrigtingen van onderwijs worden opgeleid „wordt door ons, op hunne aanvrage telkens voor „één jaar, ontheffing van de werkelijke dienst verleend." alsmede aan de bepaling van art. 71 van het ko ninklijk besluit van den 8 Mei 1862 Staatsblad no. 46) houdende: „dat de voormelde aanvrage om ontheffing van de „werkelijke dienst door hem, die als dienstpligtige „is aangewezen en ten gevolge van zijn getrokken „nommer, bij de militie moet worden ingelijfd, of „die daarbij reeds ingelijfd is, jaarlijks tusschen den „20 Maart en den 1 Aprilmet het bewijsstuk „wordt ingediend bij den burgemeester der gemeente, „binnen welke hij voor de militie is ingeschreven." Dat derhalve de bovenbedoelde militie-pligtigen worden uitgenoodigd om zich in tijds te voorzien van het bij voormeld koninklijk besluit voorgeschre ven bewijsstuk dat zij zijn bedienaren van de gods dienst of studenten in de godgeleerdheiden om dit, met hun verzoekschrift op gezegeld papier, voor den 1 April aanstaande, op de voormelde wijze in te leveren. Goes, den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAABEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES Gezien art. 160 der wet van den 19 Augustus 1861, (staatsblad no. 72), brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden Dat de loteiingen voor de nationale militie dezer gemeente voor de ligting van 1867 die dienstplig tige nummers getrokken hebben.en welke mogten verlangen bij de ZEE-MILITIE te dienen, zich daartoe vóór den eersten April eerstkomende aan hen zullen behooren aan te melden. Zij noodigen mitsdien de zoodanige uit, zich vóór den bepaalden dag daartoe ter gemeente-secretarie aantegeveD, alwaar door hen de verlangde inlichtin gen kunnen verkregen worden. Gedaan te Goesden 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van de daarbij belanghebbenden .- Dat de beschrijving over het loopende jaar 1867, voor de plaatselijke belasting op de HONDEN, afgeloopen en dien conform het kohier opgemaakt is, alsmede dat hetzelve ter voldoening aan het bepaalde bij art. 264 der gemeente-wetdoor hen voorloopig vastgesteld van heden af, tot en met Maandag den 1 Aprilin den voormiddag ter secretarie ter visie zal leggen ten einde ieder belastingschuldige in de gelegenheid te stellen om zijne reclamesgedurende deze veertien dagenaan den gemeente-raad in te dienen. Wordende een iegelijk die bij deze beschrijving mogt zijn overgeslagen aangemaandom zich dien tijd ten nutte te maken tot het doen van zijne aan gifte, ten kantore van den ontvanger der plaatselijke belasting, zoo en gelijk in art. 5 van de verordening voor de hefting van die belasting vastgesteld door den gemeente-raad, den 31 Julij 1865, is voorgeschreven. Terwijl de ingezetenen te dezer gelegenheid worden herinnerd aan de bepalingen, het eerste gedeelte van art. 5 der verordening „Iemand na den afloop der beschrijving een of meer „honden willende houden, boven die waarvoor hij „beschreven is, zal daarvan schriftelijk aangifte moeten „doen, ten kantore van voornoemden ontvanger." En ten einde een ieder hiervan kennis drage, zal deze worden afgekondigd en geplaatst in de Goes- sclte Courant. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat Dat het KOHIER van den HOOEDELIJKEN OMSLAG voor deze gemeente, volgens besluit van ,den gemeente-raad in dato den 31 Julij 1865, over het loopende jaar, ter voldoening aan het bepaalde bij art. 264 der gemeente-wet door hen voorloopig vastgesteldvan htdeti aj tot en met Maandag den Isten April eerstkomende, van des voormiddags negen tot des namiddags twee ure, van iederen werkdag, ter secretarie ter visie zal liggenten einde ieder belastingschuldige in de gelegenheid te stellen om zijne reclames gedurende die dagen, op ongezegeld papier, bij het gemeente-bestuur in te dienen. En opdat een ieder hiervan kennis drage, zal aan deze op de gebruikelijke wijze publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAABEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekenddat bij den gemeenteraad zijn inge komen, verzoeken tot het bekomen van gemeentegrond op erfpacht lu. van JAN KOENSherbergier wonende te Goes, ongeveer 100 vierkante ellen van den wal bij de voormalige Ganzepoort bij het kadaster bekend in sectie D, no. 1278, nevens zijne woning aldaar, tot vergrooting van dezelve. 2o. van P. DEN EERDER en A. WILLEBOER beiden te Goes woonachtig8 vierkante ellenge legen in de zoogenaamde aehterhaven in sectie D no. 1263 tot het verbreeden van het gebouw staande op den Molendijk en gebruikt tot het houden van openbare godsdienst oefening. En noodigen een ieder die tegen die uitgifte eenige bedenking mogt hebben uitzijne bezwaren schrif telijk aan burgemeester en wethouders optegeven vóór het einde der loopende maand. Gedaan te Goes den 16 Maart 1867.' Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen, naar aanleiding van de bij hen ingekomen circulaire van den heer Commissaris des Konings in deze Provincie van den 6 dezer, A. no. 2505/' 3de afdeeling, (Provinciaalblad no. 35), ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente: dat door schier alle gemeente-besturen in Groningen, op uitnoodigiug van heeren Gedeputeerde-Staten van dat gewest, verordeningen zijn vastgesteld en afge kondigd waarbij op geldboete en gevangenisstraf verboden wordt, dat de personen, komende uit eene plaats waar de Runderpest geheerscht heeft,-of die zich sedert drie maanden bevonden hebben binnen een van besmetting verdacht verklaarden kring, een stal, erf of weide binnen te treden; terwijl daarbij tevens is bepaald, dat ieder, die zoodanig persoon op een stal erf of weide toelaat, of daartoe behulp zaam is, almede met geldboete en gevangenis zal gestraft worden En zal aan deze op gewone wijze publiciteit ge geven worden. Gedaan te Goes, den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, namens ZEx. den minister van binnenlaudsche zaken, brengen ter kennis van gezagvoerders van stoom- booten en vaartuigen die de OOSTER-SCHELDE bevaren, dat een aauvang wordt gemaakt met de werken tot afdamming van de OOSTER-SCHELDE, tusschen de gemeenten WOENSDRECHT en KRAB- BENDIJKE, in de rigting van den in aanleg zijnde spoorweg; dat mitsdien dit vaarwater weidra niet meer zal kunnen bevaren worden, en de schependen weg langs het ter vervanging van dit vaarwater ge maakte, en sedert 15 October 11. gebruikt wordende kanaal door ZUID-BEYELAND zullen kunnen nemen. Gedaan te Goes, den 16 Maart 1867. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. ÖQES. dku&kxbm van F. KLEEUWENS ZOON. Uitgevers der Qoteeehe Courant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 5