VRIJDAG 15 MAART.
54 "e Jaargang.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
1861. N;.
COURANT.
De uitgave dezer ('ournut geschiedt Maandag en
Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal f 1,75. fr. p. p. f 1,90.
Gewone advertentiCu worden a 15 et. de regel geplaatst,
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels,
a f 1.2O behalve het zegelregt.
Üe Inzending ran adverlentiSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave
Boltoiiclm al5.ing.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kënnis van een ieder die het
aangaan mag
Dat de lijsten, bedoeld bij de wet van 4 Julij
1850 rot het kiezen van LEDEN VAN DE TWEEDE
KAMER DER STATEN-GENERAALVAN DE
PROVINCIALE STATEN EN VAN DEN GEr
MEENTERAAD bevoegd zijn, alsmede die van de
personen welke van de lijsten geschrapt zijn, opge
maakt naar aanleiding van de door den ontvanger
der directe belastingen ingezondene en door hem ge
waarmerkte opgaveop heden, volgens art. 10 der
wet. vastgesteld zijnde, dadelijk ter gewoner plaats
In deze gemeente zijn aangeplakt, en dat dezelve,
gedurende veertien dagen, op de secretarie der gemeente
•voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd, gedurende
welken tijd de bezwaren overeenkomstig art. 12 der
-aangehaalde wet, bij verzoekschrift door de noodige
bewijsstukken gestaafd, aan den gemeente-raad kun
nen worden ingediend.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 14 Maart
1867 om op de gewone plaatsen in deze gemeente
aangeplakt en in de Goessche Courant geïnsereerd te
4e worden.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
Er wordt, in en buiten de kamermet zekeren
ophef verkondigtdat de schoolwet-agitatie
rijke vruchten gedragen heeft en dat de voor
standers van het bijzonder onderwijs belangrijk
zijn toegenomen, blijkens het grooter aantal
van leden der kamer, die eene schoolwether
ziening zouden wenschen, in strijd met het
beginsel waarop die wet is gebouwd. Die re
denering moet strekken, om de menigte te doen
gelooven dat de agitateurs bijval vinden:
waarbij men tevens verzekertdat als er maar
lang genoeg en luid genoeg in dien geest ge
sproken wordt, de voorstanders der bijzondere
school nog zullen toenemeü. Tegenover die
verblindende argumenten stellen wij het feit;
dat bij dè laptste verkiezingen voor de tweede
kamer eene kleine partij in het land door
schoone beloften en valsche voorstellingen
verleid is geworden, om hare stem te geven
aan dezulken, die het ministerie zouden stem
men; dat het door allerlei coalitien gelukt is,
om werkelijk eenige personen in de kamer te
brengen, die tot die partij behooren en die
meest daarom gekozen zijnom dat de een-
youdigen, door hen, wegneming van alle grieven
dachten te verkrijgendat die enkele leden dus
zedelijk verpligt zijn, om bij de behandeling
van dit punt, zich duchtig te doen gelden;
maar ookdat daaruit dus volstrekt niet kan
worden afgeleid, dat de sympathie toegenomen
is voor de zaakdie toevallig enkele van hare
voorstanders meer in de kamer telt, terwijl
ten aanzien van sommigen de vraag kan ge
daan worden, of zij wel aan de eischen hun
ner kiezers en aan hun gegeven programma
beantwoord hebben, als zijal te miinisterieel,
niet op verandering der wet, maar alleen op eer
lijke toepassing daarvan hebben aangedrongen.
De wensch en verwachting van het minis
terieel orgaan is niet vervuld. De minister
van binnenlandsche zaken heeft de hand niet
gereikt aan de zoo gemoedelijke bestrijders
der schoolwet en zich volkomen ongezind ver
klaard, om op dit punt te transigeren. Wan
neer zijne woorden door een minister wegens
liberale rigting bekend, gesproken waren, dan
zou het land met kreeten van afschuw en
verachting worden gevuldthans, thans huldigt
men zijn onmiskenbaar talental is men niet
bevredigd en wordt de allereerste indruk van
s'ministers rede, zoo men meent, voorgekomen
door het: »de minister was hier maar moei-
jelijk te verstaan." Zeker waren zijne woor
den voor velen moeijelijk te verduwen en wij
begrijpen, hoe lastig de taak van het ministe
rieel orgaan is, om den minister de hand
boven het hoofd te houden en toch zijne denk
beelden te bestrijdendie vrij lijnregt tegen
over die van de dagbladmannen staan. Doch
wij laten gaarne die ministerieele mannen zich
kronkelen en wendenom te steunen wat zij
niet steunen kunnen en te bestrijden wat zij
niet veranderd kunnen krijgenwij constateren
liever twee zakendie na deze onderwijsde
batten, als praktisch resultaat den volke moge
verkondigd worden, 1° dat de partij die het
volk in beroering bragt met te wijzen op de
schoolweteene dwaze figuur maaktniet
alleen bij hare volgelingen maar bij het ge-
heele publiek; 'daar de e'éh zeggen zal: wij
hebben toch geene betere ministers en de an
dere wij hebben toch geene betere kamer ge
kregen 2°. dat de strijd die tegen de onder
wijswet gevoerd wordt, niet uitgaat van de
natievan hare edelste leden, maar eene zui
vere partijstrijd is, die met velerlei bijoogmer
ken wordt gevoerd en waarvoor men de geest
drift slechts kunstmatig kan gaande houden.
Wij verblijden ons, dat de minister ook daarvan
doordrongen schijnt te zijn en dat hij zich in
dezen als getrouw aan zijne beginselen heeft
getoondterwijl het uit de discussie gebleken
is, waarom men hem steunt en wat hij van zijne
vrienden te wachten heeft. Wij komen gaarne
op des ministers rede terugwanneer wij haar
eerst onvervalscht in het bijblad zullen kun
nen lezen.
GOES, den 14 Maart
Nadat in de zitting van Maandag nog onder
scheidene leden hetwoord gevoerd hadden over
de afdèéling onderwijs, heeft Dingsdag de mi
nister van binnenlandsche zaken eene uitvoe
rige rede gehoudenwaarin hij de bezwaren
wederlegde of althans besprakdoor sommige
leden gemaakt en waarin hij het hoofdbeginsel
der bestaande wet handhaafde. Terstond daarop
hebben eenige sprekers den minister beantwoord
en zich teleurgesteld getoond door des minis
ters rede. Ook door andere leden is aan het
debat deelgenomen en onder anderen door den
heer Jonckbloet als zijne meening -opgegeven
dat daar nu de eigenlijke strijd werd gevoerd
niet tegen minister of ministerie maar tegen
de onderwijswet van 1857het ook zaak was
om dit hoofdstuk der begrooting aantenemen.
De discussie over deze afdeeling is daarop
geëindigd en tegen den volgenden dag de af
deeling kunsten en wetenschappen aan de orde
gesteld.
Het geheele hoofdstuk der begrooting binnen
landsche zaken is Woensdag met 61 tegen 6
stemmen aangenomen, en de discussie over het
hoofdstuk marine is daarop aangevangen.
De Staats- Courant bevat een berigt uit Duitsch-
landwaarin al wat nog voortdurend verhaald
wordt van de plannen en wenschen van Pruis-
sen, met betrekking tot ons land, voor leugen
achtige verzinsels wordt verklaard. De overne
ming van dit berigt in de Staats-Courant zet
daaraan voor ons dubbele waarde bij. Wij mogen
dus de natie geluk wenschen, dat zij zich vol
komen gerust kan stellen en nog niet aanstonds
naar de wapenen behoeft te grijpen; en wij
houden ons nu overtuigd, dat het bewuste co
mité-generaal alleen gediend heeft,om de staten-
generaal sub rosa te verzekeren, dat er vol
strekt geen gevaar is.
De minister van binnenlandsche zaken, ver
nomen hebbende, dat eenige belanghebbenden
in de meening verkeeren, als ware door zijne
aankondiging dd. 7 dezer, de vaart op de Oos-
ter-Schelde tusschen Woensdrecht en Krabben-
dijke verbodenheeft ter kennis gebragtdat
dit water voor alsnog kan Worden bevaren
voor zooveel de arbeid ten behoeve van den
spoorweg die vaart niet verhinderten dat de
latere sluiting tijdig zal worden aangekondigd.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
bekend gemaaktdat de examina ter verkrij
ging van acten voor het middelbaar onderwijs,
voor het jaar 1867, zullen afgenomen worden
in den loop der maand Mei. Die dat examen
wenschen afteleggen, moeten zich voor 10 April
schriftelijk aanmelden aan het departement voor
binnenlandsche zaken en naauwkeurig opgeven,
tot welk examen zij wenschen te worden toe
gelaten.
Volgens een brief uit Holland aan de Gron.
Courant heeft het ontwerp van wet tot ver
hooging van de Indische begrooting, ten be
hoeve der vergrooting van de tractementen der
inlandsche hoofden en ambtenaren in de af-
deelingen dèr tweede kamer tot een'bijzondere