NECROLOGIE. BUITENLAND. nomen0111 aan de hooge regering den wensch kenbaar te maken tot herziening der Pbarrna- iPopoea Neerlandicaaan welk besluit den 18 ^ioyen^ber gevolg is gegeven,- door het verzoek attj^u minister te verzendendat zij niet in het breede wenschen te ontvouwen, waarom zij van ganscher harte instemmen met dien wenschmaar toch de vrijheid nemen de twee volgende bijzonderheden aan de aandacht des ministers te onderwerpen: lo. dat er in de Pharmacopoea Neerlandica vele, door alle deskundigen erkende, onnaauw- keurigheden voorkomen, die het hun onmo gelijk maken te voldoen aan den eisch van art. 4 der wet van 1 Junij 1865 Staatsblad no. 61), regelende de uitoefening der artsenij- bereidkunst: »In elke apotheek moeten voor handen zijnde geneesmiddelenwelke en zooals die daarin (namelijk in de Pharmaco poea Neerlandica) zijn aangegeven." zoodat naar hunne bescheiden meening eene herzie ning der Pharmacopoea Neerlandica de invoe ring der nieuwe geneeskundige wetten had behooren te vergezellen of althans spoedig op te volgen-, 2dat het lange tijdsverloop, sinds het welk de Pharmacopoea Neerlandica is inge voerd, maakt, dat zij niet meer beantwoordt aan de eisschen der tegenwoordige weten schap; de zienswijzen omtrent de bereidin gen van vele geneesmiddelen zijn veranderd tengevolge waarvan er aanzienlijke verbeterin gen zijn aangebragt; vele nieuwe geneesmid delen zijn in gebruik gekomen, bij wier aan wending het noodzakelijk is, dat een vaste vorm voor de bereidingen worde gesteld. Op die gronden vragen de apothekers, dat de minister die maatregelen berame en in het werk stelle, welke leiden kunnen tot eene vernieuwde uitgave der Pharmacopoea voor Nederland. De provinciale Friesche courant is van oor deel, dat het onbillijk is de geestelijken (waar schijnlijk ook wel de kerkelijken) te ontheffen van de algemeene burgerlijke verpligtingen vooral met betrekking tot de krijgsdienst en wil evenzeerdat de onderwijzers niet worden uitgesloten, waardoor zij als het ware onge schikt worden verklaard voor de dienst van de schutterij. Yolgens de Tijd bedragen de giften in Ne derland voor den paus ingezameld, nu reeds eene som van 85,010,19, waarbij nog ge voegd worden moet 4550,59 frcs. bij den Courier de la Meuse ontvangen. Uit 's Hertogenbosch wordt geschreven. Het is verbazend thans het water te zien op de velden buiten de stad. De bruggen zijn' er reeds mede gelijk en om wegspoeling of on gemak te voorkomenzijn er drie buiten de St.-Janspoort met zware steenen belegd. Het steeds wassende water heeft reeds de beide zijden der haven onder gezet, tot groot on gerief der bewoners, zoomede verscheidene der binnen de stad liggende tuinenbenevens en kele straatjes. De spoorwegdijk buiten de Yugh- terpoortzoomede de steenwegen hebben veel geleden bij den geweldigen storm, niettegen staande overal houtwerk ter beveiliging was aangebragt. Op den 12 Februari) overleed de heer P. van Hiele sedert 1844 openbaar onderwijzer in deze gemeente. Dat hij die betrekking met ijver en trouw vervulde, daarvan getuigde zoo menig jaarverslag, door de plaatselijke schoolcommissie aan den raad dezer gemeente ingediend. En hoe kon het ook anders Van Hiele was onderwijzer in den waren zin des woordslevende in en voor de schoolen zich gaarne bewegende in den kring zijner ambtsbroeders die hem onverdeeld hoogachtten. Onafgebroken was zijn streven om de wetenschap, die hij in ruime mate bezat, langs den duidelijksten, eenvoudigsten en natuurlijksten weg te brengen aan het jeugdige verstanden ze dienstbaar te maken aan de vorming des harten. Een denker was hij en tot denken wilde hij steeds opleiden. Geen half weten mogt bij hem gelden. Dat mogten ook in ruime mate ervaren de kweekeliug-onderwijzers, aan wier opleiding hij medegedurende eene reeks van jarenzijne beste krachten wijddegelijk ook zij die hem als hulp-onderwijzer ter zijde stonden en mede door zijn voorbeeld en zijne leidingwèl toe gerust eene eigene standplaats mogten bekomen. Ijverig en naanwkeurig was hij in de betrekking van mede-bestuurder en secretaris der Zuid-Beveland- sche onderwijzers-vereenigingdie hij jaren lang be kleedde. En trad hij ook daar nietals spreker altijd op den voorgrond, wat hij sprak, getuigde van zelfstandigwelwikkend oordeel. Ook zij ver liest in hem een van hare werkzaamste en degelijkste leden Het middelbaar onderwijs zag hem almede werk zaam aan de burger-avondschoolen dat hij ook in betrekkingen buiten het onderwijshoog werd ge waardeerd daarvan getuigde het hartelijk woord zijn' zoon en de weinigen die de eenvoudige ter aarde-bestelling op heden bijwoonden bij de opene groeve toegesproken. Hij ruste in vredeen bij menigeen blijve zijne nagedachtenis in zegening! Goes, 16 Eebruarij 1867. S. l)e redactie had reeds een woord r.an hulde aan de nagedachtenis van den verdienstelijken van Hiele geschreven, toen zij van eene geachte liand het bovenstaande ontving. Zij neemt dat gaarne op ah uitdrukking ook van hare gevoelensmaar rekende zich verpligt tot deze verklaringopdat zelfs de schijn niet bestaan zou dat zij achter bleef om de verschuldigde eer aan eenen voor beeldiger! en hooggeacMcn medeburger te bewijzen. ALGEMEEN OVERZIGT. Er is thans schier maar een onderwerp,waarop aller aandacht gevestigd is; de troonrede van keizer Napoleon. Een staatsstukvan dien man uitgegaan, moet wel altijd belangstelling wek ken en vooral, wanneer men daardoor meent een en ander te kunnen vernemen, omtrent vragen van den dag en mogelijke gebeurtenis sen. Gelukkig heeft men den keizerlijken re denaar reeds zooveel leeren kennen, dat men vooraf weet: de keizer zegt niets meer, dan hij wil hebbendat men weet. Die naar wat nieuws verlangen zijn ook ditmaal teleurgesteld, en zelfs zijdie er hoog van opgevendat de toon van 's keizers rede zoo vredelievend is verzuimen niet optemerkendat Napoleon wel eens meer vredelievende uitzigten opende, die echter lang niet allen verwezenlijkt zijn. Over het algemeen echter is men met de keizerlijke redevoering nog al ingenomen en acht men zich gelukkigdat zij geene voorspelling bevat van naderende stormen. In Frankrijk vooral meent men tevreden te kunnen zijnomdat de keizer het uitzigt geopend heeft op ontwikkeling van de vrijheidiets waarvan de Fransclien in den laatsten tijd zeker niet te veel hebben. Het zal echter geraden zijnom de verwachting niet te hoog te spannen en te bedenkendat er tusschen de woorden in de troonrede en de werkelijkheid nog een groote afstand kan be staan. De berigten uit Engelandomtrent oproerige bewegingen der Fenians, schijnen overdreven te zijn geweest. Zeker is het, datvoor het oogen- blik, de bezwaren weder geweken zijn. In Ierland is men echter niet gerust en houdt men zich op nieuwe pogingen voorbereid. De re geringsvoorstellen, omtrent de kies-hervorming, hebben niet beantwoord aan de verwachting der voorstanders van dezen maatregel, en de onrust, naar aanleiding bier van, dreigt dus nog te zullen toenemen. De meetings houden nog voortdurend aan. Uit Duitschland komen twee berigten, die niet onbelangrijk zijn. Vooreerst is een trak taat van alliantie tusschen vier Zuid-Duitsche staten te Stuttgard geslotenen ten anderen heeft de koning van Pruissen afstand gedaan van zijn regt, oni in Dresden garnizoen te leggen. De koning van Pruissen schijnt dus voor zijn Saksischen collega nog al wat over te hebben o O meer misschien dan met de xnzigten van zynen eersten minister strookt. Er is een gerucht geweestdat de keizer van Rusland gewapenderhand tusschen beiden zou komen in Turkije, ten gunste der Christenbe volkingen maar het blijkt nudat dit voorbarig geweest isen dat men zelfs de voornemens dei- Russische regering nog niet kent. Het nieuwe Hongaarsche ministerie is bereids door den keizer van Oostenrjjk ontvangen ea zal weldra bëeedigd worden. Over het alge meen zijn de Hongaren zeer met dezen maatregel ingenomen en worden er feestelijkheden voor bereid voor den dag der installatie. In Madrid is er sprake van eene belang rijke verduistering van geldenwaaraan de mi nister Gonzales Bravo zich zou hebben schuldig gemaakt. Hij moet uit de consignatie-bank daar gedeponeerde voorwerpen van waarde schilderijen enz., hebben ontvreemd en naar het buitenland gezonden. Voor eenigen tijd is de secretaris van het Saksische gezantschap te Parijs, de voormalige Sleeswijk-Holsteinsche officier Braun, door een omnibus overreden. Zijne weduwe heeft thans eene vordering tot schadevergoeding ingesteld en wel van 6000 francs kapitaal en 800 francs lijfrente voor haar en van 500 francs lijfrente voor elk van hare kinderen, tot het meerderjarig zal zijn geworden. De weduwe is 24 jaar oud en zeer schoon. Bright heeft uit Londen aan eene meeting te Birmingham geseind: »De voorstellen van de regering kunnen slechts strekken tot teleur- stellingtot beleediging en verbittering van allen, die werken voor eene eerlijke hervor- »ming in de vertegenwoordiging." Aan boord van de Solferi.no heeft een kwar tiermeester in een hevigen twist den kok op gepakt en in den ketel geworpen. Hij heeft er hem wel dadelijk willen uithalentnaar zich daarbij zoo deerlijk gebrand dat hij na een smartelijk lijden van eenige dagen den geest heeft gegeven en dus zijn slagtoffer slechts kort overleefd heeft. Door de Boheemsche bladen wordt ver haald, dat het slagveld van Königgriitz steeds een treurig schouwspel aanbiedt. Bij het be graven der gesneuvelden is met zooveel over haasting te werk gegaandat men zich zelfs den tijd niet schijnt gegund te hebbenom de lijken behoorlijk met aarde te overdekken. Men kan het slagveld niet overgaanzonder herhaal delijk over voeten of handen te struikelenwelke boven den grond uitsteken, terwijl de lucht met een verpestenden stank vervuld is. De bewoners in den omtrek verkeereu in zeer be droevende omstandigheden, en in het district Nechanitz gaat de ellende alle beschrijving te boven; de liefdadigheid van bijzondere perso nen hoe overvloedig zij ook gaven uitdeelt kan in de algemeene behoeften niet voorzien. De kantoren der plaatselijke overheden en de huizen der burgemeesters worden door uitge hongerde scharen dorpsbewoners belegerd, en het is vreeselijk de noodkreten der ongelukki- gen te hooren, die om brood smeken. De landerijendoorweekt met het bloed van dui- zende gesneuvelden en opgevuld met lijken, heeft men niet kunnen bebouwen. Men koestert de hoop, dat de regering in dezen algemeenen nood zal voorzien. In Limerick werd den 14 Jan. 11. een soldaat, die een onderofficier geslagen had, gestraft. Het vonnis was 50 geesselslagen en een half jaar gevangenis. Den 9 Febr. overleed de delinquent ten gevolge van congestie bij roosachtige koortsen. De geneesbeeren tot de lijkschouwing geroepenwaren 't oneens over het verhand tusschen den dood en de vooraf gaande strafoefening. De jury heeft natuurlijk niets beslist en een verdict uitgesprokenvol gens 't welk de doo,d toegeschreven moest wor den aan koorts en congestieverergerd door de straf, welke hij vier weken te voren on dergaan had. Een Amerikaansch blad schrijft: Het orgaan van den president komt met eene sterke bedreiging voor den dag. Het zegt datindien het noodzakelijk iseene ijzeren en sterke hand zal ingeroepen worden, om het radicaal ver raad te beteugelen. 500,000 meerderheid der stemgeregtigden in Noorden en Zuiden zullen den president ondersteunen. Indien de radi-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 2