BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Het ministerieel orgaan geeft ons de oplos
sing van de vraag: waarom het ministerie niet
vroeger antwoordde op de verslagen der kamer.
Dit geschiedde, omdat het kabinet aan de ka
merleden wat rnst wilde gunnen. Had men
vroeger de antwoorden ingezondendan zou
het den schijn gehad hebben, dat men de kamer
dringen wilde spoedig te vergaderen, wat zeker
onbeleefd geweest zoude zijn, nadat de stem
ming der kamer uitweesdat men eerst in
Februari) wilde bijeenkomen. De antwoorden
waren dus al lang klaar maar werden terug
gehoudenom de vacantie der kamer niet te
spoedig te doen eindigen. Voorwaar, eene on
gehoorde beleefdheid, die niet alleen de kamer
maar de geheele natie met dankbaarheid ver
vult waar zij de behartiging harer belangen
ziet opofferen aan het verlangen der vertegen
woordigers om te rusten. Wij hadden zulks
van dit voortvarend ministerie niet verwacht.
Het strookt ook weinig met de gezindheid, die
het kabinet omtrent de kamer heeft geopen
baard, ten ware men het in verband beschouwe
met de ministerieele zienswijze, dat de kamer
zoo min mogelijk spreken en eenvoudig in de
handelingen van het ministerie berusten moet.
Indien het werkelijk waar isdat het minis
terie de antwoorden terughield omdat de ka
mer niet te spoedig zou moeten bijeenkomen;
indien het dus meende de zaken wel zonder de
kamer, of althans zonder haar oordeel te ken
nen, te kunnen doen, dan zien wij in die zoo
genaamde beleefdheid een nieuw bewijs voor de
stellingdat met dit ministerie geene kamer
noodig is. Of de natie er ook zoo over
denken zou?
In het antwoord van den minister van kolo
niën, op het voorloopig verslag der kamer, treft
ons de uitdrukkingdat de roeping van het
staatsbestuur in Indie eene geheel andere is
dan overal elders omdatonze heerschappij
daar is opgedrongen aan overheerschte bevol
kingen en het gezag dus een onmisbaren steun
vindt, in de gewapende magt, die het ter zijde
staat." Dat klinkt zoo echt Pruissisch en stelt
de verhouding tussclien Indie en Nederland in
geen der menschheid vereeren d licht. Een Bis
marck moge er niets bij gevoelen, als hij spreekt
van opgedrongen heerschappij aan overheersch-
ten maar een Nederlander die bij herhaalde
ervaring weetwat het zegt overheerscht te
worden en zich eene heerschappij door gewa
pende magt te moeten laten opdringeneen
echt Nederlander zal zich schamen,als men hem
bewijst, dat hij anderen aandoet, wat hij een
maal verfoeide en als de grootste ramp be
schouwde. Hij zou zoggen, het wordt dan tijd,
om niet langer door geweld ons aantematigen
wat ons niet toekomt; maar zoo men hem ook
al bewijzen kan dat hij hier staat voor een
feit, voor eene daad van het voorgeslacht, voor
eene vereeniging die, eenmaal bestaande, niet
zonder groote bezwaren kan worden opgegeven,
daar gevoelt hij toch de noodzakelijkheid, om
zich niet verder optedringen en zeker om niet
door wapengeweld te overheerschen. Zoowel
het eene als het andere is een schandvlek voor
wie het doetzou men, in ieder ander geval,
zeggen maar als nu eenmaal bestaatwat de
Nederlandsche minister van koloniën verzekert,
dan vloeit daaruitdunkt ons, ook voort, dat
men dien druk voor de overheerschten zooveel
mogelijk moet verligten dat men door milde
bepalingen en bevordering van volksontwikke
ling een anderen grond van vereeniging moet
zoeken te bewerken en dat men, in geen geval
die overheerschtendoor gedwongen arbeid
zwaarder nog mag belastendat men ze niet
beschouwen mag als wezensdie enkel zouden
bestaanom door hun arbeid den gouddorst
der overheerschers te bevredigen.
GOES, den 4 Februari;.
{Per telegraafDe tweede kamer der staten-
generaal is tot hervatting der werkzaamheden
tegen Dingsdag 12 Februari) a.s. bijeengeroepen.
{Per telegraafAan de kamer zijn rondgedeeld de
antwoorden der regering betreffende de hoofdstukken
justitie en oorlog. In het eerste wordt de regeling
toegezegd van verscheidene onderwerpen, zooals mi
litair strafregt, de politiewet, de wetboeken van
strafregt, regts- en strafvordering. Het vraagstuk om
trent de afschaffing van de doodstraf blijft inmiddels
rusten. Het cijfer van het hoofdstuk wordt gebragt
op ƒ2,892,360. Het budget van oorlog verhoogd tot
13,340,164met het doel om 40,000 geweren tot
achter-laadgeweren te laten veranderen.
In de Memorie van Beantwoording nopens
het hoofdstuk biunehlandsche zaken, komen
o. a. de navolgende mededeelingen of toezeg
gingen voor
De minister is bereid tot verhooging der
jaarwedden van gedeputeerde staten mede te
werken maar daaraan dient eene verhooging
van traktement der ambtenaren op de provin
ciale griffiën vooraf te gaan, en zulks door
vereenvoudiging van inrigting der provinciale
griffiën.
De regering is omtrent de calamiteuse pol
ders in Zeeland met de staten dier provincie
nog niet tot overeenstemming gekomen. Er
zal van eene schikking waarschijnlijk niets
komen. De regering is bedacht een anderen
weg in te slaan om tot eene eindregeling te
komen.
De regering is voornemens om nog in den
loop dezer zitting een voorstel van wet tot rege
ling van het hooger onderwijs aan te bieden.
De regering blijft het beginsel van het neu
traal maatschappelijk onderwijs op de openbare
school handhaven met strikte eerbiediging der
vrijheid van het bijzonder onderwijsen de
meest mogelijke gelijkheid voor de wet van
de tweederlei instellingen van het onderwijs.
Aan de vrijheid vim het bijzonder onderwijs
werd of wordt niet te kort gedaan. De rege
ring vindt het billijk dat de niet onvermo
gende ouderszoowel op de openbare als bij
zondere school voor hunne kinderen betalen;
maar vindt het ongeraden de gemeentebestu
ren die daarover anders denkente dwingen,
's Ministers zienswijze nopens art. 23 der on
derwijswet blijft onveranderd; evenzoo over art.
33, welke wijziging inbreuk zou maken op de
autonomie der gemeente-besturen.
Er wordt overwogen of en hoe de armen
wet zou kunnen worden herzien. Aan den
wensch naar eene wet op de banken van leening
zal zoodra mogelijk gevolg worden gegeven.
Aan de tweede kamer der staten-generaal
zullenbij de hervatting der werkzaamheden
nieuwe ontwerpen door de regering worden aan
geboden met betrekking tot de wering of be
teugeling der veeziekte.
Men verzekertdat die voorstellen het gevolg
zijn van de werkzaamheden en het rapport van
de commissiedie onlangs te 's Gravenhage
vergaderd is geweestten einde de regering voor-
telichten nopens de maatregelendie tot het
bedoelde einde nog konden genomen worden.
Het Bat. Hand. bevat het volgende artikel
Dat de heer P. Mijer, bij zijne benoeming
tot gouverneur-generaai van Nederlandsch-Indie,
toch gedacht heeft aan de mogelijkheiddat
zijne regering wel eens niet lang genoeg kon
durenom hem door het over te leggen ka
pitaal schadeloos te stellen voor het geringer
pensioen (ƒ6000), dat een gouv.-gen. geniet
bij vergelijking van het actueel pensioen van
den heer Mijer 10,000)blijkt, naar men
ons mededeelt, uit de voorwaarden, gevoegd
bij het besluit zijner benoeming; daarin toch
wordt bedongen dat hijbinnen twee jaren na
de aanvaarding zijner betrekking weder aftredende
het volle genot behoudt van zijn als lid in
den raad van Indië genoten pensioen (twee dui
zend gulden meer dan waarop hij aanspraak
heeft). Er gaat toch niets boven voorzigtigheidI
Aan de Amst. Ct. wordt medegedeeld, dat
er ernstig sprake van is een nieuw ministerieel
departement intestellen voor waterstaat en pu
blieke werken, aan het hoofd waarvan de in
specteur-generaal van den waterstaat, de heer
F. W. Conradzal geplaatst worden.
Men schrijft uit 's Gravenhage aan de Arnh.
Courant:
De tegenwoordige minister van binnenl. zaken
is volstrekt niet voornemens, om het voorstel
te doen tot oprigting van een nieuw departe
ment van algemeen bestuur (waterstaat). Op
de begrooting van dat departement zal eene
wijziging voorgesteld worden, tot verhooging van
het eindcijfer met ruim ƒ1,400,000, waaronder
acht ton voor kosten ter afwering van de vee
ziekte en een halve ton voor verbetering van
de landsgebouwen in de residentie, die over
het algemeenook volgens het oordeel der re
gering geenszins beantwoorden aan de verwach
ting, die men er van gekoesterd heeft.
De minister van binnenl. zaken heeft bekend
gemaakt, dat de examens voor het verkrijgen
van acten van bekwaamheid tot het geven van
school- en van huisonderwijsvoor de eerste
maal, in het loopende jaar, zullen worden
gehouden op 24 April a. s. en volgende dagen.
Men beweert wel eensen niet geheel ten
onregte dat in ons land de beste zaken slechts
zeer langzaam tot stand komen. Wij hebben
thans een bewijs voor onsdat men ook bij ons
in korten tijd een goed plan verwezenlijken kan.
Op 24 Jan. besloot de Arnliemsche afdeeling
der maatschappij van nijverheid eene Nijver
heids Courant uittegevenen reeds voor 3 Fe
bruary kwam het eerste nommer van zoodanige
courant uit. Dat eerste no. toont, dat men
aan het blad eene zeer praetische strekking wil
gevenen daardoor het noodig en begeerlijk
maken voor allendie voor nijverheid zelfs maar
een hart hebben. De gelegenheid om vragen
te doende overzigten van wat er op onder
scheidene wijzen ten nutte van den werkenden
stand plaats heeft; de mededeelingen omtrent
hetgeen elders op nijverheids gebied voorvalt;
kortomveel is erdat deze onderneming aan
beveelt. Voegen wij er bij, dat omtrent 150
industrieelen en nijveren tot medewerking zijn
uitgenoodigden dat eene lijst van hunne na
men waarborg geeft voor de deugdelijkheid
van den te wachten arbeid. Wij vestigen daarom
gaarne de aandachtook van onzen ambachts
stand op deze onderneming en wenschen die
een ruim debiet en eene rijke vrucht bjj ons
publiek toe.
Hansweert3 February. De vaart op het
kanaaldie gedurende de laatste dagen natuur
lijk wat gestremd wasis weder geheel her
leefd. Gedurig komen er zeeschepen door. Gis
teren ging er een groot Hollandsch driemast
schip dat hier een dag vertoefd heeft, door.
Het kwam laatst van Vlissingen uit Indie voor
Botterdam bestemd en verkoosdoor het on
gunstige weder het kanaal boven den gewo
nen weg. Het had een diepgang van 6 ellen.
Het is, met het oog op Belgie's grieven,
tegen de afdamming der Ooster-Scheldezeer
gelukkig, dat het kanaal zoo door de meer
derheid verkozen wordt.
Gedurende den stormachtigen nacht van
Woensdag is de geheele gegalvaniseerde ijze
ren kop van de bergloods der reserve-sluis
deuren afgewaaid en ruim honderd el ver weg
geslingerd. Dit zelfde had van 't najaar ook
te Wemeldinge plaats.
Men verneemtdat dezer dagen in de op
geheven vesting Veere door eene Engelsehe
firma een huis, met een daar achter gelegen
groot terrein, is aangekochtom daarop eene
stoomfabriek van machinerien voor Engelsehe
rekening te stichten.
Naar men ons uit Ellewoutsdijk mededeelt,
is tussehen Maandag en Dingsdagnachtin de
r vorige weekvoor Breskensop de plaat, een