1867. .V. 10. VRIJDAG 1 FEBRUARIJ 54,te Jaargang. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. KIIESSCUK Oil RAM De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,35. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiëu worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels, a f 1,30 behalve het zegelregt. De Inzending ran advertentlfn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. 't Is nu reeds eenige weken geledendat in de tweede kamer een der nieuwe leden het voorstel deed, om de kamer zoo spoedig mo gelijk weder te laten bijeenkomeneen voorstel dat gretig ondersteund werd door eenige pas opgetredene oollega's, die evenzeer haakten naar de gelegenheid, om hunne parlementaire lauweren te vermeerderen. De meerderheid echter begreep het anders en men liet den voor zitter in zijn volle regt, om de kamer bijeen te roepen, wanneer het tijdstip daarvoor zou aangegeven zijn. Het is later duidelijk gewor den waarom de ministerieele mannen zooveel haast toonden. De honderd en vijf artikelen van het zonden-register hebben bewezendat zij niet zoo geheel ongelijk haddendie maar spoedig voortwerken wildenom voor het thans levende geslacht ten minste eenige perceelen van dien warwinkel in orde te brengen. Had den wij toen zulk een overzigt gehad van den diep beklagenswaardigen stand der zakenwij zouden veelligt ook gebeden hebben, dat men maar ijlings de handen aan het werk mogt slaan en de sprokkelmaand niet afwachtenom mis schien nog maar wat kleinigheden, zooals de begrooting voor het volgende jaar, af te doen. Zeker waren zijdie zoo haastig schenenin het geheim en droegen zij reeds kennis van den staat der zaken, maar zeker hadden zij een diepen blik in ons staatsleven geslagen en was het feit, hun als jeugdige voortva rendheid aangewreven, niet anders dan eene proeve van hunne vaderlijke zorg voor de be langen der natie. Wij zouden dan ook geneigd zijn, om die onervaren betweters, die van geen haast hooren wilden, te verdenken van laakbare traagheidvan eene verkeerde zucht tot uitstel. Jamisschien ware reeds een hard woord tot hen gerigt gewordenindien nietgeheel bui ten hun toedoen, aan de zaak eene wending gegeven ware, waardoor wel hunne handelwijze niet wordt verschoond, maar waardoor toch de gevolgen daarvan niet minder doodelijk zijn dan men gewacht had. Gesteld, dat de kamer half January ware bijeengekomen, zooals de jonge kamerleden gewenscht haddendan zou het slechts geweest zijnom een wintertogtje naar de residentie te doenten einde daar te hoorendat de heeren wel weder naar huis konden gaan, bij gebrek aan werk. Het blijkt dus van achterdat een goede genius door de kamer rondzweefdetoen het voorstel afgestemd werd, want de aanne ming zou ligt oorzaak geweest zijndat vele ledenen niet geheel ten onregteontstemd waren geworden. Februarij is daar, en de regering heeft nog niet geantwoord op de voorloopige verslagen door de kamer, over de begrooting, uitgebragt. Er is dus zelfs kans dat een voorstel om de zitting eenige maanden later te doen aanvan gen meer rationeel ware geweest. Nu laat zich wel begrijpendat dergelijke verslagen vooral als er zoo enkele belangrijke punten in aangestipt wordengelijk nu het geval was niet in een paar weken kunnen beantwoord worden maar 't is zeker buiten de verwachting van velen dat er zelfs nog geene oproeping van de leden tegen eenig verwijderd tijdstip in deze maand, geschieden kan. Wij zijn niet van dezulken, die dat uitstel len talmen noemen, of daarinboos genoeg eene poging zien om het ministerieel leven te verlengen. Een ministerie dat zoo vast gewor teld is in den algemeenen geest der natie behoeft dergelijke kunstmiddelen niet om staande te blijven. Wij deelen evenmin de opmerking, dat het ministerie het te druk hebben zou met de uitwerping van het ras der tegenstan ders zooals burgemeesterssecretarissen en dergelijken, en dat het deze gewigtige taak eerst moet ten einde brengenalvorens het aan die onbeduidende verslagen over de begrootings- wetten denken kan. Maar wij hebben eene andere opmerking. Nu het ministerie ons heeft laten wijzen op de honderd en vijf gebreken, die het genezen zal, nu worden wij ook wel eenigzins gejaagd, om van die verbeteringen te genieten en bekruipt ons het ongeduld, om onze specialiteiten aan het werk te zien. Zeker zullen velen met ons van oordeel wezen, dat als wij niet harder voortgaan onze oogen de voltooijing van het zoo heerlijk aangevangen werk niet zullen zien. 't Is waarvóór de heerschappij der crediet- wetten een einde neemt, kunnen misschien de begrootings-wetten nog aangenomen wezen, zoo er niets in den weg komt, maar het volk is toch verlangend, om de regering te hooren, in haar antwoord op een en ander, door de kamer ge zegd. Wie zou het niet prijzen, dat het: haast u langzaam ten bate des lands in praktijk wordt gebragtmaar voor ministersdie zoo geheel op de hoogte der zaken zijn kan het slechts luttel moeite geven, om alle bedenkin gen in de voorloopige verslagen op te lossen. Daarom -vragen wijwaarom antwoordde de regering nog niet en wanneer zal de begrooting kunnen behandeld worden over het jaar, waar van nu reeds 1/12 deel voorbjj is gegaan? De geschiedenis van onzen tijd leert wel, dat, ook in constitutioneele landenministerien zonder kamers regeren kunnen, maar daar zeggen ze dan ook ronduit: wij hebben u niet noodig. Dat doen onze helden niet en daarom interes seert het ons dubbelwat wel de reden maa O zijn, dat de regering op heden 1 Februarij nog niets hooren liet van haar antwoord op de verslagendie zij voor het einde van De cember des vorigen jaars ontving. Even voor het afdrukken van dit no. ontvan gen wij het berigt dat al van twee departemen ten de antwoorden ontvangen zijn. GOES, den 31 January. Volgens officieele opgave in de Staats-Cou rant, zijn door het telegraaf-kantoor alhier, in 1866, 2030 berigten naar binnenlandsche kan toren geseind, 201 langs de Belgische, 17 langs de üuitsche en 2 langs de lijnen der Int. Tel. maatschappij, zamen 2250 berigten. Van bin nenlandsche kantoren zijn ontvangen 2512 be rigten langs de Belgische lijnen 140 langs de Duitsche 11 en langs die der Int. Tel. Maat schappij 2zamen 2665. De opbrengst zoo van binnenlandsch als Internationaal verkeer bedroeg 1194,41. Het Dagblad neemt een berigtuit de Fran- sche Patrie over, waarbij de bewering onge grond verklaard wordtdat de Fransche rege ring bezwaren zou opgeworpen hebben tegen het onderzoek van de zaak der Schelde afdam ming. Volgens dat blad heeft de Brusselsche regering alleen de benoeming der ingenieurs gevraagdom de gevolgen der afdamming voor de bevaarbaarheid der Schelde te onderzoeken bijzonder met het oog op de scheepsbelangen van Antwerpen. De ingenieurs moesten dus hunne onderzoekingen doen zonder elkander te raadplegen en zonder dat hunne tegenwoor digheid aan hun zamenzijn het karakter kan geven van eene internationale commissie, met staatlaindige opdragt bekleed, wier beslissing als scheidsregtelijke uitspraak der mogendheden zou kunnen ingeroepen worden. De kabinet ten van ParijsLonden en Berlijn zijn op dat punt volkomen eenstemmig. De minister van koloniën heeft ter kennis van belanghebbende ouders of voogden gebragt, dat, krachtens het koninklijk besluit van den 26 November 1845 met den 1 September dezes jaars drie jongelingen zullen worden bestemd, om volgens het daaromtrent vastgestelde regle ment onder het oppertoezigt van den heer G. J. Mulderhoogleeraar in de faculteit dei- wis- en natuurkunde aan 's Rijks hoogeschool te Utrechtte worden opgeleid tot militaire apothekers voor de dienst in Oost-In die; en dat, wanneer zij hunne zonen of pupillen daar voor verlangen in aanmerking te doen komen, deze op Maandag den 3 Junij 1867, des voor middags ten tien ure, in het scheikundig la boratorium der genoemde hoogeschool zullen worden toegelaten tot het afleggen van een vergelijkend examen. De voorwaarden worden in de Staats-Courant medegedeeld. Men leest in het algemeen overzigt van het Nieuw Bat. Hand. De gouvernements stoomboot Ardjoeno is gis.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1