VRIJDAG is JAM ARM. 4867. N\ 6. 54"e Jaargang. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. tj.*-. i, <k y wo i •a:>. c Ks ►"«HSJMTa*-#*» t»e altgare decer Courant geschiedt Maandag en 'JV^J WcJ -J "J» -» Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. IPrQs per kwartaal 7,95. fr. p. p. ƒ1,00. Kewone advertentie» worden a 15 et. de regel geplaatst, tieboorte-, liowel{|k«> en doodherigteH van 1-0 regels, a 1,30 behalve het zegelregt. De inzending tan adrertentifn Uan geschieden tol tóór drie uren de» namiddag» op den dag der uitgave. Het verdient opinerkingdat de conserva tieve partij thans gedurig terug komt op de benoeming van den heer Mijer, als gouver neur-generaal van Indie, dien heer zijne in- eonsequentien verwijt en twijfelend vraagtmet welken heer Mijer de tegenwoordige minister vah koloniën homogeen is. Het is óf zij een voorgevoel heeft, dat 'de gevolgen dïèr benoe ming n'iet gelukkig zullen wezenof zij ons voorbereiden wil op de jeremiades diezoo als eene andere partij als zeker voorspelde, zeker te wachten zijn. Toen die benoeming als eene ramp voor Ihdie werd voorgesteld was alles laster, en nu het doel bereikt is, om de party tijdelijk aan het bewind te brengen, nu zijn de vrienden de eersten die meenen dat er van het bestuur van den heer Mijer niet veel te wachten is. Wij herinneren ons daarbij al' de hoogdravende loftuitingendie aan mr. Mijer toegevoegd werdentoen hij als minister optradde bestrijding van hen die zijne benoeming tot gouverneur-generaap afkeurden en wij vragenof het nu niet duide- lïjk wordtdoor de verklaringen der partij zelve, dat zij gelijk hadden, dié ongunstig oVer zijne benoeming dachten? Ondertusschen heeft de zaak haar beslag en zoowel Indie als Ne derland ztilleh de vruchten der party- en re geerzucht ïnóetèn plukken. En dan men gelieve er wel op te lettenhet ministerie dat rtir. Mijer benoemdedat ook daarin zijne géheel eehige wijsheid openbaarde, is nog aan het roer. Nederland is nog gezegend met de mannen, die eene keuze deden, waarover hutine eigen geestverwantèn zoö ongunstig oordeelen. En toch iüen weet nóg niets Vèn hetgeen inr. Mijer in Iridïe vetrtgtén Zal. De verwachting moet dus wél zéér laag gespannen zijn. Maar als de vrienden z'óo over het werk van het ka binet oordeelen wat is er dan ook voor den strengsten optimist van dit ministerie te wachten. In de voorloopige verslagen van de tweede kamer, betréffende de staatsbegrooting voor dit j&ar, wordt ernstig 'aangedrongen op de Voltóoijing van eenmaal aangevangen werkhet Voldoen van gedane beloften, het voortzetten van hoogstnoodig'en arbeidenz. Het was vrij natuurlijkdat de groote meerderheid der kamer zich op die wijze 's lands belan'g 'aantrok en een zeker ongeduld toonde, om de natie in het bézit te stellen van de vruchten van dit Volmaakte niinistèrie. De ministerieele partij, die, in de geheimen ingewijd en waarschijnlijk wel even goed als anderen overtuigd is, dat het voorgespiegelde heil misschien wel ietwat beneden de verwachting zal blijvenwil het ons doen voorkomen als of die gebreken, die leemten die zich in onze onovertroffene rege ring zullen voordoen, het gevolg zijn van de zonden van een vroeger bewind. Daargelaten of het zelf dit officieus door zijn orgaan laat rond bazuinen dan wel of het eene gedienstigheid is van het ministerieel bladis het zeker, dat wij hier weder te doen hebben met eene dier vele lasteringen, waarmede de partijzucht de laatst afgetreden kabinetten vervolgt. Om dat men die regering in hare werkzaamheid heeft gestuitzal menhetgeen door de te genwoordige wordt nagelaten, op rekening der eersten moeten schrijven. Men vergeet daarbij geheel, dat er voor de bevordering van 'slands belangen niets verderfelijker isdan eene ver wisseling van kabinet, zooals wij die het laatst beleefden en dat er zeker reeds veel zou gedaan zijn van hetgeen nu nog geschieden moet indien niet eene vijandige partij zich op het kussen had weten te werken. En met welke drogredenen men ook zoekt te bewijzen dat er een breede inventaris is van de liberale erfe nis, de natie weet gelukkig dat hier van geene zoodanige erfenis sprake zou zijn, indien men niet eerst den arbeid had gestoord. Maar tegenover die valsche beweringen stippen wij nog eens aan, dat de heer Mijer de hoofdaanvoerder was van de party, die het vorige ministerie belette voort te gaan; dat hij toen de aangewezen persoon om het werk te verbeteren zich al aanstonds aan die taak onttrokdat hij daarop zich de be noeming liet welgevallen tot eene betrekking waarvoor hyblijkens hët getuigenis zijner vrienden éh geestverwanten niet berekend is, en dat dus, als er weder vertraging, ja meer dan datte verwachten iszoowel de hoofd persoon als de partij aangewezen iswaaraan Nederland dat alles te danken zal hebben. GOES, den 17 January. Eerst ónder het afdrukken (7 uur) ontvangen wij heden per Hollandsche post de Couranten en neven. De minister van binnenlatidsche zaken heeft een nieuW model vastgesteld voo'r het verslag van den toestand dér gemeentedat volgens de gemeentewet jaarlijks door het dagelijksch bestuur aaii den raad moet gedaan worden. Vele opgaven zijn daarbij vereenvoudigd, voor namelijk bestaande in eene vermelding, om de vijfjaren, aangaande de zoodanigen,welke weinig of geene verandering ondergaan. Onder de ge- •zondheidspolitie treft men o. a. niet meer aan hét voorschrift tot opgave van den toestand van het weder in elke maand met thermometer- en barometerstand, inderdaad ook een vreemdsoor tig onderwerp van politiezorg! Even goed zou zich dan die zorg kunnen uitstrekken tot het al óf niet laten schijnen van zon of maan, in verband b. v. met eene besparing van gas. De totale ontvangsten op de staatsspoorwe gen hebben in 1866 bedragen: 1,574.281.22'2, tegenƒ597.699.47'4 in 1865 en/197.521.82'/, in 1864. De ontvangst was ten vorige jare per dag en per mijl 9.74 tegen f 12.93 in 1865' en 8.80 in 1864. De Arnhemsche Courant schrijft: De minister van binnenlandsche zaken ver langt eene naauwkeurige opgave van de in iedere gemeente zich bevindende personen, die aan krankzinnigheid lijden en niet in gestich ten verpleegd worden, waaronder hij ook wenscht vermeld te zien de onnoozelen idioten enz., welke bij hunne betrekkingen of elders ver pleegd worden, om het even of hunne over brenging naar gestichten al of niet als noo- dig of zelfs als wenschelijk te beschouwen is. Dat woordje enz., is voor uitlegging vatbaar. Zou de minister daaronder ook begrijpen zoo danige personendie b. v. in het vervullen van openbare betrekkingen blijken geven van onnoozle wetsuitleggingdwaze maatregelen nemen, zotte bepalingen vaststellen? Dan ware het te wenschendat hunne namen publiek bekend wierden gemaaktogdat een ieder mogt wetenwat de eigenlijke oorzaak van zulke handelingen is, en men zich niet noodeloos boos maakte over hetgeen, waarvoor men hoogs tens een medelijdend schouderophalen behoefde over te hebben. Immers, welk verstandig mensch maakt zich boos over een gek? Men heeft wel eens, zeer ten onregte, beweerd, dat de natuur aan de kunst vijandig zoude zijn; Woensdag echter zou men daaraan haast ge twijfeld hebben. Wij waren genoodigd tot het bijwonen van een concert, waarvan onze geachte en verdienstelijke directeur de hoofdpersoon was; een rijk en schoon programma had velen, zoo het nog noodig geweest ware, met verlangen naar dien avond vervuld, en ziethet was of de natuur zich aan het kunstgenot in den weg stelde. Aan de ontoegankelijke straten, aan de koude sneeuwjagt, die den warmsten muziek-voorstander deed rillen en verstijven schrijven wij het dan ook alleen toe, dat de schare zoo klein was in onze concertzaal. Wij betreuren dat in elk opzigt, maar brengen daar om niet minder hulde aan allen, die hunne ta lenten, niet minder ijverig dan anders, ten toon spreiddenbovenal aan den heer Kirwald, wiens prachtig spel ons wegsleepte. Doet het ons leed, dat juist nu, om ligt te verschoonen reden, het publiek zoo weinig was opgekomen, wij geven de heer Kirwald gaarne de verzekeringdat die hem hoorden, met dankbaar genoegen den avond van Woensdag herdenken en het leed wezen van zoovelen,die niet konden tegenwoor dig zijn, moge hem niet minder dan het applaus der aanwezenden het bewijs zijn, datzijne ver diensten op den regten prijs worden gesteld. Gisteren konden ten gevolge der opeenge hoopte sneeuwde op het Catsche veer cor responderende bootwagens hunne bestemming niet bereiken. Zelfs met dubbel span hebben

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1867 | | pagina 1