(.oissdll COURANT.
1806.
1867. N°. 1.
DINGSDAG 1 JAM ARIJ.
548te Jaargang.
Ip&iSiV"
'•■B "A-©»-
De uitgave dexer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal f 1,95. fr. p. p. ƒ1,90.
È^SïISlnsjir MA0-* «ewone advertentie» worden a 15 et. de regei geplaatst.
5»^ifjyf
rrnOeboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels,
a l,SO behalve het zegelregt.
De inzending ran advertenttën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Bels.endmals.in g.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bekend
Dat deze gemeente, door Zijne Excellentie den Mi
nister van binnenlaniiscbe zakentot standplaats is
aangewezen aan den arrondissements-ijker W. II.
Jf. Hoentz thans te Eindhovenom in functie te
treden op den 1 Januarij aanstaande, ter vervanging
van den arrondissements-ijker B. P. Moorsals
zoodanig verplaatst naar Roermond.
En opdat zulks algemeen bekend zij zal deze worden
afgekondigd en geplaatst in de Goessche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 29 Dec. 1867.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris,
H. C. PILAAR.
Twaalf maanden zijn weder als zoovele droo-
uïen voorbjjgegaan en aan het einde van den
tijdkringdie zich voor ons sluit, gaan wij on
willekeurig met onze gedachten nog eens terug
naar den oogenblik, waarin wij den nieuwen
loop begonnengelukkignog onbewust van
al de bezwaren, die zich alras zouden opdoen
en die men evenmin ontgaan als berekenen kon.
Wel was er aan den morgen van het vervlo
gen jaar geene aanleiding, om bijzonder guns
tige verwachting te koesteren; wei smeulde hier
en daar een vonk, die ligt tot laaije vlam wassen
konmaar men zou het, met regt, dwaas ge
noemd hebben, indien iemand zich daarvan
sombere voorstellingen gemaakt haddie den
myed konden benemenen tochwij gelooven,
dat ieder ons toestemmen zal, de zwaartillen-
den hebben ditmaal beter dan anderen het raad
sel geraden. Rampen van allerlei aard hebben
zich door geheel Europa doen gevoelen en wat
het meest bedroeft is, dat bij al den vooruit
gang de beschaving en verlichtingwaarop
onze eeuw boogtjuist de zwaarste rampen
waardoor ons werelddeel geteisterd werd het
gevolg waren van eene middeneeuwsche bar-
baarschheid, die ons bijna aan teruggang zoude
doen denken. Het regt van den sterksten werd
wederom aangewend tot verdrukking en ver
nietiging van zwakken; de bloeddorst bragt de
volken der negentiende eeuw tot uitersten, die
den menseh onwaardig zijn. Vorsten, die men
zeide bij de gratie Gods te regeren, werden van
hunne troonen gestooten of lieten hunne volken
denken, dat de godheid voorstandster is van
geweld en willekeur, en zoowel op staatkundig
als maatschappelijk gebied werden denkbeelden
gehuldigd en in praktijk gebragt, die men in
de eeuwen der duisternisniet in onzen tijd,
gewacht zoude hebben.
Wij denken hier allereerst aan den treurigen
oorlogdie tusschen drie groote mogendheden
van Europa werd gevoerd, en waarop zeker de
meesten zichbij den aanvang des jaars, niet
verwachtten schoon die zeker al beraamd en
voorgenomen was, door hen, die meenden hun
gebied en bezitten koste van anderen te
vermeerderen.
Pruissen, wij noemen dit het eerst, omdat
ieder bij de gedachte aan het verleden, het
eerst denkt aan die mogendheiddie de oorzaak
van zoovele bittere rampen was, Pruissen
heeft eene bloedige en zeker niet roemrijke blad
zijde in zijne geschiedenis gevuld. Enkel uit
zucht, om zijn grondgebied te vergrooten, sloeg
het de handen aan vreedzame koningrijken en
lokte den strijd uitwaarin hetdoor een guns-
tigen zamenloop, overwinnaar bleef, maar zonder
lauweren te behalen, of ergens om zijne dap
perheid geprezen te worden. Omdat het af
gunstig was op Oostenrijks rang in den rei
der volkenomdat het waande grooter te zul
len worden, als het meerdere onderdanen kon
oiptellendwong het Oostenrijk tot den oorlog,
sleepte het anderen in zijn listig pogen mede
en vond in den minsten tegenstandom zijne
heerschzuchtige oogmerken te bevorderenaan
leiding, om zich meester te maken van zwak
kere statenterwijl het overige Europavreemd
genoeg, geen enkel bezwaar, geene bedenking
zelfs, daaraan in den weg stelde. Het ware
voor de roem van Pruissen beter geweest in
eerlijken strijd overwonnen te zijndan op zulk
eene wijze overwinningen te hebben behaald.
Intusschen is de kaart van Europadoor de
Bisinarcksche politiek ombij de gratie Gods
zich het goed van anderen toeteëigenenbe
langrijk veranderd. HanoverNassau Keur-
Hessen hebben opgehoudenals zoodanigte
bestaan en zijn bij Pruissen ingelijfd, met andere
vroeger genomen bezittingen, 't Is er echter
nog verre af, dat Pruissen daarmede reeds het
doel zou hebben bereiktom eenen overwegen
den invloed in Europa uitteoefenen. Daartoe
mist het vooreerst de innerlijke eenheid, die
alleen kracht geeften deze krijgt het zoo ligt
nietwaar de nieuw aangewonnen landen blij
ven worstelen tegen het overweldigend gezag.
En ten anderen heeft Pruissen, door zijne han
delwijze zoozeer het wantrouwen der overige
mogendheden gaande gemaakt, dat men het
nog wel altijd van baatzuchtige oogmerken
zal blijven verdenkenwaar het zich in Euro-
pesche aangelegenheden mengt.
Maar 't is ook niet te ontkennen, dat Oos
tenrijks prestige krachtig verminderd is, en het
is voor den grooten staat minder vernederend
dat zijne wapenen in den jongsten strijd niet
voorspoedig waren, dan dat het, na de ge
beurtenissen van het afgeloopen jaar, met zeker
medelijden wordt beschouwd. De zoogenaamde
vrijwillige afstand van Venetië getuigde, meer
dan de geleden nederlagen op het oorlogsveld,
van de kleine kracht in het groote ligchaam,
en tochde laatste bladzijde van Oostenrijksch
geschiedenis kan de eerste eener meer roem
rijke toekomst wordenwanneer zij geleerd heeft
eenen anderen weg tot volksontwikkeling en
versterking inteslaan. Treffend is het uitge
komen, dat Oostenrijk alleen groot in omvang
is, door de toevallige uitspraak van vroegere
traktaten en dat de vereeniging van zoo hete
rogene bestanddeelen wel een groot landmaar
daarvan nog geen magtig rijk vormen. Maar
juist daarom hadden wij sympathie voor het
landdat groot geachtgroote kracht ontwik
kelen moestzonder innerlijke zedelijke kracht,
en dat het hoofd bieden moest aan overmoe
dige vijanden daar buiten, terwijl het zijnen
ergsten vijand binnen zijne grenzen zag voort-
woelen. Oostenrijks verschiet zal nooit helder
zijn zoolang het stuit op gebrek aan eenheid
in zijne onderscheidene deelenzoolang het de
kracht mist, om zich boven de oude traditien te
verheffenen het zal eerst groot kunnen wor
den, als het een ijverige hand slaat aan de ge
breken, die in eigen boezem te genezen zijn.
Langs dien weg zal het zijne vijanden be
ter het hoofd kunnen bieden dan door dui-
zende guldens voor naaldgeweer te besteden,
en het mag even min vergeten worden, dat voor
alles een dam moet opgeworpen tegen den klim-
menden schulden last. Wij hopen voor de eer
der Habsburgers, dat zij zich, op eerlijke en
krachtige wijze, tegen over de begeerige Hohen-
zollerns zullen handhaven.
ItaliëSedert hoe lang reeds hecht zich het-
denkbeeld van woeling en onrust aan dien naam
van het schoone zuiden. Ook het afgeloopen
jaar bevestigde die treurige zamenvoeging, en
nog altijd is het landwaar de overlevering het
beeld der hoogste eenheid zoekt, het tooneel
van de bitterste oneenigheden. 'tls waar
er werd een stap nader tot het droombeeld ge
daan, toen Venetie zich ook onder den scepter
van Italie's eersten koning kwam voegen; maar
hoeveel ontbreekt er nog aan het ideaal en staat
niet altijd Rome daar als het toppunt van de
begeerte van Italie's eenheidsvrienden. Rome,
waarin duizenden Italie's hoofdstad begroeten
willen, terwijl duizenden willen strijden, om het
met den pauselijken stoel boven alle hoofdste
den der wereld te stellen. Gelukkig was het
voor het schier-eiland, dat het door den afstand
van Venetie, door Oostenrijk, voor eenen kamp
werd bewaard, waarvan het begin althans gee-
nen roemrijken uitslag deed hopen. Maar ge
lukkiger nog zou het zijn, als het minder door
wilden hartstogt, door doldriftige opgewonden
heid, door allerlei'partijschappen werd beroerd.
Moeijelijk is het te gissen, wat reeds de eerst
volgende maanden zullen opleveren, nu de Fran-
sche troepen Rome hebben ontruimd en de han
den ruim zijn gegeven aan allerlei woelende
elementen. Doch, bedriegen wij ons niet, dan
is er wel strijd maar geene overwinning te voor
zien. Want Rome, als zetel van de pauselijke
magtheeft een sterken steun door de geheele
christelijke wereld, en moge het al schijnen, dat
men de oude wereldstad over laat aan haar
zelveindien eens de bedreiging ernst werd en
de stoel van Petrus mogt gevaar loopenwij
twijfelen er niet aan, of de onverschilligheid zou
plaats maken voor eenen ijver, die tot de vrees-
selijkste uitersten leiden kan.