BINNENLANDSCHE BERICTEN. BUITENLAND. andere regering zijn voortgevloeid, maar bijzon dere belangen, die met de regerings rigting over het algemeen niets te maken hebben. De petiti- onnarissen mogen nu hun verzoek ifog eens over schrijven, nieuwe kosten maken, het archief der kamers helpen vermeerderen en waarom Zeker niet om spoedig regt te verkrijgen of hunne belangen te zien bevorderen. Belangheb benden zullen in het vervolg weldoen, om op eene spoedige behandeling aantedringen. Men kan toch nooit weten, nu wij eenmaal in de periode van ontbinding zijn. In het voorloopig verslag der tweede kamer, over het hoofdstuk buitenlandsche zaken, wordt gezegd, dat volgens sommige leden, die minis ter van buitenlandsche zakendie het minst van zich doet spreken, somwijlen de beste dien sten aan zijn land bewijzen kan. Indien dit als eene aanbeveling gelden moet van den tegen- woordigen titularisdan zal deze zich daarop wel niet verhovaardigen, als op het bewijs dat hij werkelijk eene /specialiteit isof het zou moeten zijnomdat hij boven alle vroegere ministers bij zijn departement, er naar streeft, om niets doende het volk te laten denken dat dit de gewigtigste dienst is. Meer positief, maar ook meer suspect is de lof, hem door enkelen toegezwaaid, dat hij tot dusverre alle verwikkelingen met Duitschland wist te voor komen. Indien Duitschland moeijelijkheden had gemaakt en verwikkelingen in het leven ge roepen dan zou des ministers bekwaamheid gelegenheid hebben gevonden zich te openbaren. Maar Duitschland liet ons met rust, had voor alsnog geene reden om ons in verwikkelingen te brengen er behoefde van onze zijde nog niets te worden gedaan en het is dus de vraag, of hier niet eenvoudig kon worden gevolgd en stil gezeten, en of het voorkomen van dezen niet gelijk staat met geene verwikkelingen in de wereld te brengen. Onder zulke omstan digheden is het zeker gelukkig als er voor den minister van buitenlandsche zaken geene moeije lijkheden zich opdoenhij kan dan volgens enkelen in niets doen eene beroemde speciali teit worden. OOES, den 13 December. De leden van de eerste kamer zijn ter ver gadering bijeengeroepen tegen Donderdag 20 December e. k. In de zitting der tweede kamer van Donder dag is, na het opmaken van de nominatie voor het lidmaatschap van den hoogen raad, de vraag gesteldof adressenbij de vorige kamer in gekomen, allen, zonder uitzondering, als verval len te beschouwen zijn? De voorzitter meende dat, met het oog op het gebeurde in 1853 toe stemmend moest worden geantwoord. De heer Fokker oordeelde, dat eene uitzondering kon gemaakt worden met adressen waaromtrent de regering reeds inlichting gegeven had en deed een voorstel in dien zin. Enkele leden, zooals de heeren van Goltstein (oude) en van Nispen bestreden dit en meenden, dat alles ver vallen was, wat tot de ontbonden kamer betrek king had. Nadat deze denkbeelden waren toe gelicht trok de heer Fokker zijn voorstel in en werdzonder stemmingin overeenstemming met het gevoelen van den voorzitter, beslist. Wij kunnen aan belangstellenden mededee- lendat de eerste letterkundige voordragt van dr. Piccardt op morgen, Dingsdag, ten half acht ure zal plaats hebben en dat de spreker, bij die gelegenheid, over van Lennep's jongste roman, Klaasje Zevensterspreken zal. Naar wij vernemen zal het muziek-gezelschap »Eendragt maakt magtte Kruiningen, aldaar op aanst. Vrijdag avond een concert geven afgewisseld door de opvoering van het blijspel Bergen en Dalen. Door het goededat wij nu en dan van deze vereeniging hoorden, ves tigen wij hierop de aandacht, en zeker zullen velenvoor al de bewoners van het oostelijk gedeelte van ons eiland, de ten platten lande zoo schaarsch aangeboden gelegenheid, om zich eene aangename uitspanning te verschaffen, niet ongebruikt laten voorbijgaan. Maandag 10 Dec. is op het zeestrand onder Ossenisse gevonden een vreemdsoortige visch. Volgens officieele opgave heeft hij eene lengte van 5 el 40 en is op het midden 2 el 18 d. dik. De kop heeft eene lengte van 1 el 30 d.de tanden, welke circa 100 in getal zijn, zijn slechts in een gedeelte van den bek en met een soort van haar bezet, in het onder gedeelte van den bek bevindt zich een zeer groote slurp (tong?) De twee neusgaten zijn mede zeer groot.Aan beide zijden van den kop bevindt zich eene vin van 70 d. lengte, op den rag eene andere van 30 d. lang, op ruim 1 el afstand van den staart. Deze vin heeft eene breedte van 1 el 60 d. en heeft eenigzins de gedaante van de klaauwen van een scheeps- anker. Op den rug is de visch blaauw en aan den buik wit en gerimpeld. Men vermoedt, dat het een vin-wal visch is en schat zijne zwaarte op circa 1000 Ten einde het spoedig be derf tegen te gaan, heeft men den visch van zijn ingewand ontdaan en hem verder op het strand gesleept en binnen eene omheining pro visioneel geborgen. Een particulier schrijven uit Breda meldt ons, dat de kadets van het vierde studiejaar aan de koninklijke militaire akademie in vol len opstand zijn en het zoogenaamde bullen" het glazen ingooijen en vernielen van al wat voor de hand komt aan de orde van den dag is. Ook spreekt men van eene poging tot zelfmoorddie een kadet zou hebben aan gewend na door anderen te zijn mishandeld. Tevens hebben wij een uitvoerig schrijven ontvangen naar aanleiding van de verregaande mishandelingen die de kadets elkander doen ondergaan, en het gebrek aan discipline, dat aan de akademie voortdurend grooter wordt. Alle eerbied voor superieuren is schier verloren. De berigtgever voegt er bijdat kadetsdie tot straf naar een garnizoen worden gezonden wel verre van hier met gestrengheid te wor den behandeldeen leven leidenaangenamer dan aan de akademie. Dat iszegt de schrijver, bij de kadets bekend, en is het voor sommigen eer eene aansporing dan een afschrik, om op dezelfde wijze gestraft te worden. De détails van het artikel maken het minder geschikt voor de opneming in een dagblad. De schrijver noemt echter de namen der per sonen die er bij betrokken zijn en verzekert voor de waarheid te kunnen instaan. Een onderzoek van de regering, waarop hij met klem aandringt, zal zeer spoedig dezelfde en soortgelijke feiten aan het licht te brengen. Dat onderzoek achten wij wenschelijk en noodig. De militaire akademie is eene instelling van te veel belang, dan dat de regering geen ernstig onderzoek instellen zou na de veelvuldige en herhaalde klagtenwelke omtrent het inwendig bestuur en den daar heerschenden geest wor den geuit. ArnhCt.) Uit verscheidene gemeenten in Gelderland wordt berigtdat aldaar de veetyphus is uit gebroken. Uit Harlingen schrijft menDe uitvoer naar Engeland blijft bijzonder sterk, en zal deze week zeker opmerkelijk zijn wat vet en schoon rundvee betreft, aangezien de christmas-mark- ten aanstaande zijn. In de week, eindigende met eergisterenzijn behalve andere artikelen uitgevoerd: 3640 vaten boter, 1550 kanter kazen 455 runderen26 kalveren40 varkens 1610 schapen, 385 balen aardappelmeel, 266 balen vlas, 13 last haver, 12 last boonen, 63 manden wild70 pak gezouten vellen enz. Maandagden 24 Dec. e. k. zal te Rotter dam eene vergadering gehouden worden van al de directeuren en leeraren aan de hoogere burgerscholen in deze provincie. De heer in specteur voor het middelbaar onderwijs, dr. Stein Parvézal de vergadering leiden. Bij deze gelegenheid zullen vraagstuken van aller lei aard, op paedagogisch gebied, worden be handeld, met het doel, om aan de nog jeug dige instellingen die innerlijke kracht en waarde te schenken, die een waarborg moeten zijn èn voor hare duurzaamheid èn voor haar prak tisch nut in den staat, Zonder twijfel is een zoodanig vriendschappelijk en gemeen overleg hoogst bevorderlijk tot bereiking van dat doel en daarom verdient de poging de eerste als wij ons niet bedriegen de toejuiching van iederdien de belangen van het middel baar onderwijs ter harte gaan. ALGEMEEN OVERZIGT. Nu ons eigen werelddeel weinig of niets op levert, dat voor het oogenblik de belangstelling kan wekkenzijn de oogen vooral op Mexico gevestigd. De zoolang verloren gewaande kei zer is, blijkens eene officieele depêche, in Me xico, maar hij is daar niet rustig en men ver wacht ieder oogenblik te vernemen, dat hij nu toch voor goed van daar vertrekken zal. Vooral wordt dit verwacht, omdat er Amerikaansche gezanten op weg zijn naar Mexico, die in last hebben zich met de Fransche generaals te ver staan, over de inrigting van een nieuw gouver nement. Het is dus duidelijk voor den keizer, dat hij weg gecijferd wordt en het laat zich moeijelijk denkendat hij tegenwoordig zou willen zijn bij de kalme omverwerping van zijnen troon. Mexico zal dan op nieuw als republiek georganiseerd worden maar de ge schiedenis van het verledene geeft alle reden om te denken dat daarmede de rust in den zoo rijken staat niet zal gevestigd zijn en dat er dus weinig kans bestaatdat ook, bij die nieuwe orde van zaken, de rijke bronnen van welvaart, die dat land bezit, ten voordeele zul-, len worden ontwikkeld en aangewend. De Fransche bladen houden zich voorname lijk met drie onderwerpen bezig. Het eerste is de legerorganisatie, waarbij aan Frankrijk een leger van 1,200,000 geoefende manschappen geleverd wordtzonder dat de schatkist daardoor veel zwaarderen last zal moeten dragen. Men vergete echter niet, dat die legerorganisatie nog slechts op het papier bestaat. Het tweede is de reis van de keizerin naar Rome. Op denzelfden dag berigt men, wanneer die reis zal voortgaan en dat zij onbepaald opgegeven is. Er schijnen redenen te zijn, waarom men het publiek op dit punt in zekere spanning houdtte meer omdat men die reis in verband wil brengen met de meer of min gunstige gezindheid van Frankrijk voor de verdediging van den pause lijken stoel. Het derde punt, waarover de dag bladen uitvoerig zij n is de ontruiming van Rome door de Fransche troepen, waarover men wel zoo lang zal blijven praten en gissen, tot dat er een of ander voorvalt, dat aan de on zekerheid der toekomst een einde maakt. Gelukkig, zeggen tijdingen uit Rome, dat de gebeurtenis, zoo rijk misschien in gevolgen en zeker gekenmerkt door tallooze gissingen, voor alsnog weinig indruk schijnt gemaakt te hebben. Uit de kalmte van het oogenblik besluite men echter niet te spoedig tot heldere uitzigten want men zal eerst aan plannen gaan denken, nu het feit bestaat, dat men lang onmogelijk had gedacht. In Hanover neemt de haat tegen Pruissen toe en uit zich op alle mogelijke wijzen. De Pruissische officieren gaan niet dan gewapend uit, en hun is gelast van hooger hand, dat zij zich niet straffeloos mogen laten aanranden maar bij de minste beleediging van hunne wa pens gebruik moeten maken. Zeker is het een magteloos verzet der Hanoveranenmaar dat toch bewijst van gehechtheid aan hunne natio naliteit. Pruissen geniet alzoo niet rustig van zijnen roof en zal misschien nog wel andere middelen moeten beramen, om zich te hand haven. Het volk in Hanover vermaakt zich met liedjes te zingen, waarin de Pruissen wor-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2