imm;si>.u; is december, 5Bste Jaargang. NATIONALE MILITIE. 1866. N». 69. e&K* -4531B*1 GOESSCHE COI KHl. De uitgave dezer Courant geschiedt Haandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,75. fr. p, p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 ct. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-9 regels, a l,ÏO behalve het zegelregt. De Inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bel5Lond.maIilii g. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend Dat Diakenen der Hervormde Gemeente alhier, het voornemen hebben om op den tweeden Kersdag, zijnde Woensdag den 26 dezer, na het eindigen der Gods dienst-oefeningen eene buitengewone of zoogenaamde SLEE-COLLECTE te houden aan de huizen der in gezetenen ten behoeve van hunne bedeelden. Burgemeester en wethouders vertrouwen, dat deze gelegenheid gretig zal worden aangegrepen om ruime bijdragen uittereiken aan genoemd collegieten einde hetzelve zijne taak te vergemakkelijken; waartoe deze inzameling gunstig wordt aanbevolen. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 15 Decem ber 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. 3Sels.ei3.ca.33ci.sils. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, doen te weten Dat de maatregel door den gemeente-raad genomen om door inzameling, bij inschrijving, van liefdega ven tot het doen van eene UITDEELING VAN EETWAREN EN BRAND STOFPEN AAN 1)E INGEZETENE ARMEN, OP NIEUWJAARSDAG, en het daardoor tegengaan en zoo mogelijk geheel weren van het zoogenaamd nieuwjaar-wenschen door de behoeftige klasje, hetgeen eigenlijk niets anders is dan eene onbetamelijke bedelarijin zooverre dooi de burgerij is ondersteund, dat ook thans weder eene uitdeeling aan de armen zal kunnen plaats hebben. Dat aan hen die nog mogten verlangen tot het beoogdè doel bij te dragen, daartoe gaarne gelegen heid gegeven wordt aan de huizen der raadsleden. En dat de uitdeeling van levensmiddelen, die zich uitsluitend zal bepalen tot zoodanige ingezetenen als waarvan de overtuiging bestaat, dat zij zich niet zouden ontzien op den nieuwjaarsdag te bedelen, zal gedaan worden door eene commissie bestaande uit de heeren: J. A. A. FRANSEN VAN DE PUTTE, wet houder, voorzitter. M. J. DE JONGH, lid van de commissie tot de (Economische spijsuitdeeling. P. VAN DALEN, lid van het Burgerlijk Armbestuur. G. VAN DER HOEK, diaken bij de hervormde gemeente. P. F. DE JONGE, diaken bij de christelijke af gescheidene gemeente. P. H TIMANS, lid van het roomsch-katholijk- parochiaal Armbestuur. Geadsisteerd door C. RISSEEUW, commies griffier ter secretarie, op Dingsdag den 1 Januarij 1867, aan de weezen en armenschoolte beginnen des mid dags ten half twaalf ure. Onder dankbetuiging aan allen die tot dezen heil- zaraen maatregel hebben bijgedragen en verder bij dragen zullen, vertrouwen burgemeester en wethou ders, dat de behoeftigen zich dankbaar zullen be- toonen voor hetgeen ieder in evenredigheid van de beschikbare gelden zal worden toebedeeldzonder dien dag rond te loopen tot het vragen van giften, die hun zeker döor een ieder zullen geweigerd worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 15 Decem ber 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris, H. C. PILAAR. BeltendLmalking. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, Gezien art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 24 der wet op de Nationale Militie dd. 19 Augustus 1861, (Staatsblad no. 72.) Brengen bij deze voor de tweede en laatste maal ter kennis der ingezetenen: dat het register van INSCHRIJVING voor de NATIONALE MILITIE, dagelijks, gedurende de maand Januarij, (uitgenomen des Zondags) van des morgens 9 tot des namiddag 2 ure, ter secretarie der gemeente zal gereed liggen. Met herinnering tevens, dat tot de inschrijving ver- pligt zijn alle mannelijke ingezetenen die op den Wen Januarij aanstaande hun 19e jaar zullen zijn ingetreden, hoedanige geboren zijn in het jaar 1848, alsmede diegenen welke na het intreden van hun 19e doch vóór het volbrengen van hun 20ste jaar ingezeten zijn geworden dat volgens art. 15 voor ingezeten wordt gehouden: lo. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of zijn beiden overleden, wiens voogd ingezetenis, volgens de wet van den 28 Julij 1850 (Staats blad no. 44); 2o. hijdie geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield; 3o. hij van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt; Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemde ling, behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar, ten aanzien der dienstpligtigheid, het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen Dat volgens art. 17 niet behoeven te worden inge schreven de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander is en de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten, alsmede de zoon van een Nederlander, die ter zake van s lands dienst in'srijksoverzeesche bezittingen of koloniën woont: dat volgens art.16 de inschrijving moet plaats hebben, lo. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of zijn beiden overleden, du voogd rvoont: 2o. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woond: 3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont: 4o. van den buiten 's lands wouenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Terwijl eindelijk volgens art. 18 elk die behoort ingeschreven te worden, verpligt is zich tusschen den lsten en Sisten Januarij daartoe aantegeven bij burge meester en wethouderster plaatse en op de uren hier- voren aangewezen, en bij ongesteldheid of afwezig heid Zijn vader, of is deze overleden zijne moeder, of zijn beide overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt is. Wordende de belanghebbenden aangemaand zich deze waarschuwing ten nutte te makenzullende zij zich zei ven de gevolgen te wijten hebben, die uit nalatigheid ten dezen voor hen zullen voortvloeijen. Gedaan te Goes, den 15 December 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De secretaris, H. C. PILAAR. De credietwetten zijnna zeer kort verblijf bij den raad van state, in de kamer aangekomen en wanneer deze na de goedheid heeft van ze maar eens vlugtig aantenemen, dan zal de eerste kamer juist den tijd hebben, om zonder eenige discussie, die wetten te bekrachtigen. Naar het begrip van het tegenwoordige kabinet is ook niet anders noodig. De ministers weten het welzij zijn specialiteiten en de kamer-praatjes leiden tot niets. Men lette wel op die taktiek van het ministerie, om discussie onmogelijk te maken, 'tls niet moegelijk te gissen, waarom dit ge schiedt. Wij krijgen nu het vervolg van de ope ningsrede. Om de pil te vergulden werd daarin gezegd; gij moogt eene overtuiging hebben en van gedachten wisselen; thans spreken feiten en zeggenwees zoo goed uwe overtuiging maar voor u te houden, er is geen tijd en men kan er bijvoegen spreken zou toch niet baten. Wij hopendat de natie er kennis van nemen zal, dat hare hoog geprezen regering aldus han delt en geven in bedenking, of het niet goed zijn zou een verzoek te laten uitgaan, om die on- noodige tweede kamer althans maar aftesehaffen, daar men het zonder haar heel wel sturen kan. Het ware dan ook niet meer noodig, om nu eens te talmen en dan te haastenten einde zich van het kamer-debat aftemaken, en de natie zou eenvoudig te berusten hebben in handelin gen, die dan langs korteren weg evenzoo zouden plaats hebben, als nu zij eene kamer passeren, die door hare woordvoerders laat verklaren, dat zij veel reden vindt om de voordragten der regering aantenemen. De Tweede Kamer heeft een besluit genomen, waarbij alle petitien, bij de vorige kamer inge diend als vervallen verklaard wordenook die waarop de regering bereids inlichtingen gege ven had, zoodat de verzoekers zich op nieuw zullen moeten aanmelden. Indien die petition- narissen bedoeld hebben zich te rigten tot de 75 personen, die de vorige kamer uitmaakten, dan moet het hun welkom zijndat deze kamer hunne verzoeken ignoreert. Maar hebben zij zich tot de tweede kamer der staten generaal gewend, zonder daarbij te denken welke leden daarin zitting haddendan zal het hun ver wonderen en teleurstellendat hetzelfde lio-- chaam hunne petitien aanneemt en vervolgens zegt: wij weten er niets vannadat een klein deel van dat ligcliaam door andere personen is ingenomen. Wij vermeten ons niet een oor deel te vellen over het besluit der kamermaar meenen, dat het denkbeeld van den ouden heer van Goltstein»die kamer is geheel verdwenen en al wat haar betrof is vervallen," noch rede lijk is, noch consequent toegepast. Het geldt hier toch geene wettendie uit de rigting eener

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1