1866. N». 97.
DINGSDAG 11 DECEMBER.
53ste Jaargang.
B1NNENLANPSCHE BERICTEN.
h A -€22*
««ESSCHG COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
i>r(Js per kwartaal f 1,55. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels,
a 1,30 behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Beiie n.d.mals.ln g -
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bij deze bekend:
Dat de plaatselijke school-commissie, ter voldoe
ning aan het bepaalde bij art. 6 der verordering rege
lende het onderwijs in deze gemeente, vastgesteld door
den gemeente-raadden 12 December 1859,
tot het aannemen en toelaten van LEERLINGEN
op de scholen voor lager onderwijs en bewaarschool
zijnde de Nederduitsche scholen voor jongens en meisjes
zitting houden zal ten raadhuize, op de voorzaal,
Woensdag den 19 dezerdes middags ten 12 ure.
En noodigen een ieder uit om van die gelegenheid
gebruik te maken tot het opgeven van de kinderen
die men na de vacantie verlangt op eene der bedoelde
scholen te zendenaangezien dit zonder de toelating
der school-commissie, niet vermag te geschieden.
Door afkondiging, aanplakking en opneming in de
Goessche Courantzal aan deze de noodige publiciteit
gegeven worden.
Gedaan te Goes, den 8 December 1866.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. 0. PILAAR.
Het staat thans vastdat de kamer bij haar
stilzwijgen over de gebeurtenissen van den laat-
sten tijd volharden wil en tot gelegener tijd uit
stellen, wat duizenden in den lande al aanstonds
van haar hadden verwacht. De heer Blom heeft,
bij de discussie Vrijdag 11.dit met zoo vele
woorden gezegd en moge zulks ook als eene
individueele meening optevatten zijn, zij is
gedeeld door allenzoo als uit het vervolg der
zitting is gebleken. Het trof ons vooral toen
wij den naam van den heer Keuchenius lazen
onder de enkelendie hunne stem uitbragten
tegen het wets-ontwerp omtrent het voorschot
aan de exploitatie-maatschappij. Reeds het
feit, dat hij tegen de wet stemde zonder zijne
stem te motiverengeeft aanleiding om te den
ken, dat de bekende motie-auteur, even als
zoovele anderen, geïntimideerd is, of door den
loop der zaken, of door de openingsrede van
den justitie-minister, of wie weet waardoor. Zeker
zal hij daardoor zijn hof gemaakt hebben aan
het kabinet, en misschien wacht hem daarvoor
eene belooning, zooals de regering die schier
dagelijks bij onmeetbare ellen uitdeelt. Maar
wij zouden de Arnhemsche kiezers, die den
heer Keuchenius in de kamer bragtenzeker
wel om hem de gelegenheid te geven van te pro
testeren tegen eene beschuldiging, die in de eerste
plaatstegen hem werd ingebragt, willen vragen,
of zij meenendat alzoo het werkniet zonder
zelfopoffering verrigtbekroond wordt. Waar
lijk wij moeten het er voor houdendat de 30
mannendie uit de oude kamer overkwamen
tot de overtuiging gebragt zijndat zij indedaad
aan het ten laste gelegde feit schuldig staan
eene overtuiging waartoe hunne committenten
nog niet konden geraken en dat zij het nu
maar best vindenom alles blaauw blaauw te
laten. Intusschen komt het ons voor, dat zij alzoo
eene treurige figuur maken ook te midden van
die ledendie daar, met engelenonschuld, op de
groene banken gezeten zijn en op de 30 zon
daars met medelijden nederzien. Misschien zal
dat zwijgen wel als een welsprekend zwijgen
bewonderd worden, als de dreigende oogen
achter de groene tafel, op het gelaat dier 30
ootmoedigen lezenHeusmeesterwij
zullen het niet weer doen.
GOES, den 10 December.
Vrijdag heeft de Tweede Kamer eene zitting
gehoudenwaarin de geloofsbrieven van den
heer Dullert zijn ingekomen, zoomede de staats
rekening over 1863. Omtrent eenige verzoek
schriften is rapport uitgebragt en kennis gege
ven van de benoemde rapporteurs, betrekkelijk
eenige hoofdstukken der staatsbegrooting. Daar
na is de beraadslaging geopend over het wets
ontwerp tot bekrachtiging van overeenkomsten
met de maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen. De heer Blom heeft het eerst ge
sproken en het ontwerp bestreden, na gezegd
te hebbendat hij zich van politieke beschou
wingen onthouden zou omdat daartoe later
meer geschikte gelegenheid zal wezen. De heer
Hingst zal de wet aannemen omdat hij voor
staats-exploitatie vreest. De heer Saaijmans
Vader vreest die niet, maar wenscht ze veeleer,
doch gelooft, dat er allezins termen zijn om het
ontwerp aantenemen. De ministers van finantien
en van binnenlandsche zaken hebben herhaal
delijk het ontwerp verdedigd, als ook de heer
Rochussen en ten slotte is het aangenomen met
53 tegen 12 stemmen.
Daarna is met algemeene stemmen aangeno
men het wetsontwerp tot verhooging der staats
begrooting, in verband met de bovenstaande wet.
Na de pause is op rapport der commissie tot
toelating van den heer Dullert besloten.
Vervolgens is beraadslaagd over het ontwerp
van wet, houdende nadere bepaling omtrent den
accijns op het geslagt. De minister van finan
tien licht eenige wijzigingen toenader in het
ontwerp gebragt. De heeren Wintgens, de Bie-
bersteinViruly Verbruggen en van Nispen, heb
ben voor de wet gesproken. De heer Viruly
heeft twee amendementen voorgesteld, die bei
den verworpen zijn. De heer Saaijmans Vader
heeft gezegd geene noodzakelijkheid te zien, om
meerdere vrijheid tot het slagten te geven, dan bij
art. 2 bedoeld wordt. Het wetsontwerp is daar
na met algemeene stemmen aangenomen. Even
zoo de begrooting voor de landsdrukkerij, waarbij
de jonge heer van Goltstein den minister gevraagd
heeft verandering te brengen in het toezigt op
deze instelling, welke vraag door den minister
van binnenl. zaken zal worden overwogen.
In de zitting van Zaturdag zijn al de aan de
orde gestelde wetsontwerpen aangenomen, zon
der dat daarbij belangrijke discussie heeft plaats
gehad. Het langste debat was over het ont
werp tot wijziging in de wet, houdende ophef
fing der slavernij in de kolonie Suriname. Een
amendement van den heer Insinger daarop is
door den minister overgenomen en aangenomen
met 33 tegen 22 stemmen, waarbij de termijn
tot het uitloven van premien, van staatswege,
voor den aanvoer van vrije arbeiders wordt ver
lengd tot het jaar 1873. Het ontwerp is aan
genomen met 43 tegen 17 stemmen. De be
handeling van de wet tot vaststelling der be
grooting wegens den arbeid der gevangenen
is op voorstel van den voorzitter uitgesteld tot
Dingsdagdaar de minister van justitie wegens
ongesteldheid van een lid zijner familie, de ver
gadering had moeten verlaten.
De nominatie voor een lid van den hoogen
raadzal worden opgemaakt op Donderdag aan
staande.
Aan de Middelburgsche Courant wordt uit
Brussel gemeld dat de regeringen van Frank
rijk en Engeland reeds ingenieurs hebben aan
gewezen als scheidsregters in het conflict tus-
schen Nederland en Belgie, betrekkelijk de
quaestie der Schelde-afdamming.
Het algemeen overzigt van het N. Bat.
Handelsblad luid als VQlgt:
Z. Exc. de gonverneur generaal baron Sloet
van de Beele heeft op 25 dezer het bestuur
over Ned. Indie overgedragen aan den vice-
president van den raad van Indie mr. A. Prins
en is heden ochtend per Ardjoeno naar Sin
gapore vertrokkenom van daar de reis naar
Europa per Fransche mail te vervolgen. Onze
beste wenschen vergezellen den regtschapen
manden vrijzinnigen en ijverigen landvoogd
aan wien Ned. Indie veel te danken heeft.
Allertreurigst was de indruk, die door het
berigt der benoeming van den heer mr. P. Mijer
tot gouverneur-generaal hier werd te weeg ge
bragt. Een gevoel van verslagenheid en moe
deloosheid maakte zich meester niet alleen van
de voorstanders der vrijzinnige beginselen,
maar ook van de weinige Europesche Ingeze
tenen, die het stelsel der behoudspartij zijn
toegedaan, bij de gedachte, dat de man der
schorsende overpeinzing" ons op nieuw zou
komen storten in den afgrond van weifeling
en onzekerheid, waaruit wij ons eindelijk op
geheven waanden. Eene meer algemeene im
populariteit dan die den nieuw benoemden
gouverneur-generaal hier te wachten stondis
niet denkbaar.
Het is dan ook voor hem zeiven niet, min
der dan,voor ons, een opregte gelukwensch
waard, dat wij van zijne komst hoogst waar
schijnlijk bevrijd zullen blijven. Het is toch
niet aannemelijkdat de heer Mijer zich her
waarts zoude begeven, terwijl het afkeurend
votum der ontbonden kamer als een zwaard
van Damocles boven zijn schedel hangt. Deed
hij dit desniettemingelijk enkele pessimisten
vreezen, dan zou eene snelle terugroeping het
loon zijner stoutheid zijntenzij de nieuw ge
kozen kamer, tegen alle verwachting, hare
medewerking mogt verleenen aan eene thans
ook op Nederlandschen bodem ingevoerde goo-
chel-politiek.