BIJBLAD VAN DE GOESSCHE COURANT. Dingsdag 27 November 1866, N0. 93. OPENBARE VERGADERING VAN DEN GEMEENTE-RAAD TE GOES, den 21 November 1866. Afwezig de heeren mr. de Laat de Kanter buiten de gemeente, C. Pilaar ongesteld, met en rar. P. H. Saaijmans Vader en mr. de Knokke van der Meulen zonder kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt als ingekomen stukken mede: a. dat de heer mr. P. H. Saaijmans Vader bij her stemming is verkozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en dat hij bij brief van 16 Nov. jl., kennis heeft gegeven, die benoeming te aanvaar den waarvan aan de hoogere autoriteiten is kennis gegeven. b. Missive van den commissaris des koningsme- dedeelende dat de minister van binnenlandsche zaken, bij besluit van den 8 dezer, de veemarkten en het houden van openbare verkoopingen van rundvee in Zuid-Beveland heeft verboden. c. Brief van heeren gedep. statengoedkeurende de uitgifte van grond in erfpacht aan J. van Aerde. d. Brief als vorengoedkeurende het subsidie aan het gasthuis voor 1867. e. Brief van den heer J. Adamdank betuigende voor de verhooging zijner jaarwedde en zich verder aanbevelende. Brief van de plaatselijke schoolcommissie, aan bevelende in de plaats van het aftredend lid H. K. Dominicus van den Bussehe, genoemden heer en dr. A. P. Fokker. g. Brief van het burgerlijk armbestuur, aanbeve lende de aftredende heeren M. J. de Jongh en J. G. Risseeuw, komende op de dubbeltallen voor mr. J. G. de Witt Hamer en J. H. Janssen; terwijl tot regentes wordt aanbevolen de aftredende mevrouw Timans Verbeek en mevr. Kakebeekede Leeuw, en in de plaats van mevrouw van Oosterzeeoverledende mevrouwen de Ronde BresserVervenne en P. J. BaarsSwemer. Benoeming ter volgende vergadering. h. Instructie voor den bouwmeester en gewijzigde dito voor den opzigter der gemeente, welke bij de leden zullen worden rondgezonden. i. Voorstel van het burgerlijk armbestuur betrek kelijk het maximum van bedeeling voor 1867, te behandelen in de maand December volgens de wet op het armwezen. j. Verzoek van de harmonie de Volharding, om een jaarlijksch subsidie tot onderhoud en aankoop van instrumenten en muziek, op grond dat de betaald wordende contributien niet verder toereikende zijn dan om den directeur te bezoldigenen hunne open bare uitvoeringen strekken ten genoege der geheele burgerij De Voorzitter stelt voor dit adres, hoewel te laat ingekomen, om op de agenda te plaatsen, nu nog in behandeling te nemendaar het in verband staat met de straks vasttestellen begrooting; dit goedge keurd zijnde opent hij daarover de beraadslaging. De heer van den Bosch vraagt of dit de muziek der schutterij is? hetgeen de Yoorzitter ontkennend beantwoordt. De heer Verhagen verklaart eene gunstige stem te zullen uitbrengen voor het gedaan verzoekhet komt hem voor, dat van wege den raad weinig of niets gedaan wordt voor publieke vermakelijkheden voor het zoogenaamde volk; hij zon gaarne zien dat het verzoek een gunstig onthaal verwierf en aan de harmo nie een jaarlijksch subsidie van/ 100 werd toegestaan. De heer Fransen van de Putte spreekt individueel; hij wil niets afdoen van de merite van het gezelschap maar maakt bezwaar voor een subsidie zijne stem te geven. De meeste inrigtiugen verkeeren in den zelf den zwakken finantielen toestand en de raad heeft niet kunnen besluiten daaraan eenig subsidie te ver- leenenbegint men nu aan de harmonie de Volhar ding eene toelage te gevendan kan men aan andere even nuttige inrigtingen eene subsidie niet weigeren. De heer Verhagen wenscht als beginsel aangeno men te zien eene uitgaaf te doen in 't belang van 't algemeen; geeft meu aan de harmonie eene subsidie dan kan zij zich verder ontwikkelen; hij zou alzoo, onder verpligting tot het geven 's zomers van open bare muziekale uitvoeringen hel verzoek inwilligen hij beschouwt dus eene uitgaaf van 100 voor dat gezelschap als productief voor de gemeente en persis teert bij zijn voorstel. Hij wijst voorts op het ver schil tusschen dit en andere, gezelschappen waarvan b. v. de ZangvereenigingVondel enz.niet kunnen geacht worden voor het eigenlijke volk te zijn. De heer van de Putte moet het beginselom sub sidie te verleenen bestrijdenmet het oog op den benarden toestand der gemeente; hij beschouwt eene uitgaaf van 100, voor dat onderwerp, als eene uitgaaf voor weelde; weelde hoort niet te huis bij iemand, die geen geld heeft; de gemeente is niet rijk en kan die weelde niet dragenhij zal dus te gen het verzoek stemmen. De heer Broes van Dort deelt de bezwaren van den vorigen spreker, maar wenscht het punt aan te houden, om de leden in de gelegenheid te stellen zich te vergewissen omtrent den aard en ontwikkeling van het gezelschap. De Voorzitter zegt de reden aangevoerd te hebben, waarom hij dit adres thans wilde in behandeling brengen; bij liem weegt de graad van Ontwikkeling van dat gezelschap niethij deelt de zienswijze van den heer van de Putte, dat het een gevaarlijk an tecedent zoude zijn, het verzoek in te willigendaar spaarzaamheid op den voorgrond behoort te staan; hij zou misschien zijne stem geven, indien men voor een of ander groot volksfeest eene kleine bijdrage vroeg, zooals met het landbouwfeest door den raad gedaan is. De heer Fransen van de Putte is het met den heer Verhagen eens, dat het wenschelijk is, dat het volk vermaken heeft, maar dan moet zich even als te Middelburg eene commissie zamenstellen die de kos ten der vermaken betaalt uit de vrijwillige bijdragen der ingezetenen. Het verzoek in stemming gebragt, wordt met 6 tegen 1 stent verworpen. Vóór stemde de heer Verhagen. 1c. Brief van Jacobus Filius, houdende bezwaren tegen de oprigting eener verzamelplaats van werklie den tegen zijn huis, welke brief in het archief wordt gedeponeerd tot dat die zaak nader in behandeling zal worden gebragt; en l. Een ingekomen staatsblad hetwelk bij de overige wordt gevoegd. De Voorzitter legt over een ingekomen brief van heeren gedep. staten dezer provincieten geleide van een afschrift van Zijner Majesteits besluit van den 17 October, waarbij art: 17 der verordening voor de openbare gezondheids-commissie wordt vernietigd. Welk besluit aan de commissie voor de strafver ordeningen zal worden medegedeeld. Brief van heeren gedepr statenhoudende bezwaar tegen de goedkeuring van het raadsbesluit van 27 October 11. om een gedeelte van de in dit jaar ge dane geldleening op de gemeente-begrooting voor 1867 te brengenwaardoor dienstvermenging plaats zou hebbenhetwelk niet geoorloofd is. Naar de zienswijze van heeren gedep. staten kan daarin worden voorzien, door van het vermoedelijk goed slot der rekening van 1866 eene som van ƒ2700,in het D'e hoofdstuk der inkomsten van de begrooting voor 1867 te brengen en wordt alzoo zonder hoofdelijke stemming besloten. Wordt alsnu overgegaan tot de vaststelling der begrooting voor 1867 die met algemeene stemmen en zonder discussie wordt vastgesteldin ontvang en uitgaaf op 80723,84, waarvan de onvoorziene uitgaven bedragen 1129,49 r> en wel 729,496 voor overschrijving op andere artikels, en 400,voor andere, niet voorziene uitgaven onder goedkeuring van heeren gedep. staten. Het voorstel var. den Voorzitter om aan heeren gedep. staten magtiging te vragen, tot verkoop van hoornen in de maaud December a. s. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Komt andermaal ter tafel het adres van N. Remijn om vermindering van cijns, gevestigd op de molen de Vijf Gebroeders op grond voornamelijkdat hij den molen koopende een accoord had aangegaandat er eerst zoude gerequestreerd worden. De heer van den Bosch zegt, dat die molen gekocht is op een gekend bezwaar en is tegen de inwilliging van het verzoek. De heer van de Putte zegtdat hij niet lang zal stil staan bij den onvoegzamen toon welke er in het adres ook jegens hem doorstraalthij zal zich bepalen tot het .herhalen der meening welke hij steeds nopens deze aangelegenheid heeft gehadzij is dezeEene cijns is een vast bezit, de gemeente is daarvan in deze de wettige eigenaressede gemeente-raad nu kan wel de gemeente bezittingen beheeren, maar is zijns inziens onbevoegd daarvan schenkingen te doen; noch de gemeente-wet, noch de algemeene wetten geven volgens sprekers oordeel daartoe regt en nu moge de cijns drukkend zijn, spreker erkent zulks, maar al deelde de gemeente-raad die meening eenparig, mag dit echter niet leiden tot eene schenking van gemeente-inkomsten. De Voorzitter wijst op het onderscheid tusschen erfpacht en cijns. Erfpacht betalen is de erkenning van het regt van eigendom van den eigenaar. Cijns representeert of de koopwaarde van den grond of de rente van een geschoten kapitaal. De heeren van den Bosch en Verhagen zeggen den voorzitter dank voor dien uitleg, de laatste voegt er bij, dat hij altijd beschouwd had de cijns op dien molen als een recognitie of monopoliemaar als het uitgemaakt isdat het cijns isdan is het gelijk aan eene koopsom die in eeuwig durende rente is overgegaan en waarvan door den raad niet mag wor den weggeschonken. Het adres in hoofdelijke stemming gebragt zijnde, wordt met algemeene stemmen verworpen. De Yoorzitter stelt voor om den heer C. Pilaar .een eervol ontslag te verleenen als lid van het bestuur van het gasthuisonder dankbetuiging voor de vele aan dat gesticht bewezene diensten, en van dat be sluit kennis te geven aan het bestuur van het Gast huis, met verzoek eene voordragt te willen inzen den voor de bestaande vacature; waartoe wordt be sloten. Wordt overgegaan tot de benoeming der commissie voor de scholen van armen en minvermogenden, waarvoor de benoodigde aanbevelingen zijn ingeko men en noodigt de Voorzitter de heeren Broes van Dort en van den Bosch uit om wel als stemopne- mers te willen fungeren. Voor er tot de stemming wordt overgegaan deelt de Voorzitter mede, dat die commissie bestaat uit een wethouder tevens voorzitter dier commissie, een lid van den raad, een lid van het burgerlijk armbe stuur, een lid van de diaconie der hervormde ge meente, een lid van het roomsch katholiek parochi aal armbestuur en een lid der oeconomische spijsuit- deelingen stelt voor tot benoeming van een wet houder tevens voorzitter der commissie overtegaan. Uit de ingekomen stembriefjes blijkt, dat waren uitgebragt op den heer J. A. A. Fransen van de Putte 6 en G. H. Kakebeeke 1 stemzoodat de heer van de Putte benoemd is, die verklaarde die betrekking op zich te nemen. Als lid van den raad worden uitgebragt op het afwezend lid de heer mr. Saaijmans Vader 4 D. K. Broes van Dort 2 en mr. vau Voorst Vader 1 stern. Uit het burgerlijk armbestuur het aftredend lid N. Vervenne Pz. met 5 stemmenzijnde 2 stemmen uitgebragt op den heer P. van Dalen. Uit het collegie van diakenen der hervormde ge meente, het aftredend lid G. van der Hoek. met 6 stemmenzijnde 1 stem op den heer J. M. Pilaar uitgebragt. Uit het roomsch katholiek parochiaal armbestuur, het aftredend lid P.H. Timans met algemeene stem men en Uit de commissie der spijsuitdeeling, het aftredend lid J. Kooman Az. met 6 stemmen, zijnde 1 stem uitgebragt op mr. P. J. A. van Dam. Zoodat die commissie in 1867 zal bestaan uit de de heeren J. A. A. Fransen van de Putte voorzitter, mr. P. H. Saaijmans Vader, N. Vervenne, G. van der Hoek. P. H. Timans en J. Kooman Az. Daarna wordt overgegaan tot de benoeming van een concierge aan de hoogere burgerschool. De Voorzitter herinnert dat er 78 sollicitatien zijn ingekomen welke met al de stukken zijn gezonden aan de commissie voor het middelbaar ouderwijs alhier, met verzoek eene aanbeveling van 3 personen intedienen. Die commissie heeft daaraan voldaan en aanbevolen J. van den Boom, S. de Jong en C. Schutters. Eene nog ingekomene sollicitatie van L. K. Breker wordt niet aanmerking genomen, en de nadere ver zoeken aan den raad van M G. van den Ende, M. v. d. Straate, B. Paran en H. Duivewaarde voor informatie aangenomen. De Voorzitter heeft gemeend laatstgenoemde 4 adres sen te moeten overleggen daar die van invloed kun nen zijn op de benoeming waartoe wordt overgegaan. Uit de ingekomen stembriefjes blijkt, dat H. Dui vewaarde verkozen is met 4 stemmen terwijl 3 stem men op C. Schutters waren uitgebragt. Aan de orde is de vaststelling van de suppletoire kohieren van den hoofdelijken omslag en de belasting op de honden. Het eerste wordt vastgesteld tot een bedrag van f 133,66, het tweede met 72, Welke kohieren alzoo vastgesteld, nog 8 dagenter secretarie ter inzage zullen liggen en alsdan ter goed keuring worden onderworpen aan heeren ged. staten. Daarna besluit de raad even als in vorige jaren, door de uitdeeliug van eetwaren en brandstoffen op den nieuwjaarsdag het bedelen tegen te gaan De Voorzitter noodigt den heer van de Putte uit om de betrekking van voorzitter dier commissie we derom op zich te nemenhetwelk ZEd. aanneemt. Daarna is de vergadering gesloten. GOEy. DKUKKKKfj van If, KLEBUWENS <f' ZOON. Uitgevers der Goessche Courant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 5