1866. IN0. 93. DINGSDAG 37 NOVEMBER. 53"° Jaargang. Inspectie van de Verlofgangers der Nationale Militie. BEKENDMAKING. Bij dit nommer behoort bet verslag van het verhandelde in den gemeente raad op Woensdag den 21 November jl. GRAANMARKT ZAL GEHOUDEN WORDEN, A s%J5 i -$£3» GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Haandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Pr(js per kwartaal f 1,95. fr, p. p. ƒ1,90. Oewone advertentiëu worden a 15 et. de regel geplaatst. Oeboorte-, huwelijks- on doodberlgten van 1-6 regels, ƒ1,30, behalve het zegeiregt. De inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BelïLondlïr? alsJLng. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend: dat in de maand December aanstaande op nader te bepalen dag, in het openbaar zullen wor den geveild, 177 opgaande Olmen Hoornen en eenige Willige Tronken, aankomende deze ge meente, staande aan de Oostersehans. Goesden 24 November 1866. Burgem. en weth. voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. P IL A A R. WAARSCHUWING, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, gezien het besluit van den heer commissaris des ko- nings in de provincie Zeeland, van den 9 November 1866, A no. 11383', 3e afd. (Prov. blad no. 124,) brengen ter kennis van degenen die het aangaat: Dat dc Inspectie van de Verlofgangers der Nationale Militie op Vrijdag den 14 December 1866des voormiddags ten lü ure, zal plaats hebben in de Wan- delkerkbinnen deze gemeentewaartoe de verlofgan gers zich zullen verzamelen voor het raadhuis. En worden mitsdien alle verlofgangers, welke zich in deze gemeente bevinden, behoorende tot de lig- tingen van 1862, 1863, 1864 en 1866 die vóór den 1 Junij 11. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteldten ernstigsten aangemaand tot eene stipte opvolging der onderstaande bepalingen. 1. de verlofganger meldt zich binnen 30 dagen na den dag waarop hem de verlofpas is uitgereikt bij den burgemeester zijner woonplaats aan ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 133); enz. (Vervolg hierna.) BUK6EHEESTER en WETIIOIIBEBS van KBABBENDIJHE, maken bekend, dat op DONDERDAG VAN IEDERE WEEKvoor den middag van 10 tot 12 urenin het gemeentehuis alhier en dat die Markt geopend wordt op den 29 NOVEMBER 1866. Krabbendijke, 24 November 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DOMINICUS, De Secretaris C. C. van den BRINK. De beide voorzitters van de staten-generaal hebben hunne betrekkingen aanvaard met toe passelijke redevoeringen. De conservatieve pers maakt zich van deze redevoeringen meester, om er uit afteleiden, dat de heide heeren proe ven hebben gegeven van staatsmansvvijsheid door de kamers in zeer beleefde termen de les te lezen. Intussehen verdient het opmerking, dat beide de voorzittersen niet het minst die van de Tweede Kamer, herhaaldelijk ge sproken hebben van bet handhaven onzer grond wettige instellingen. Zij hebben daarbij ken nelijk het oog gehad op de gebeurtenissen van den laatsten tijden zoo zij het al niet bedoeld mogten hebben, dan is er toch zeer goed uit te lezendat zij der kamer in herinnering heb ben gebragtdat van haar de bescherming on zer vrijheden gewacht wordteene bescherming, die niet het minst noodig iswaar de regering zelve aanleiding geeftom voor de handhaving dier vrijheden te vreezen. Uit alles blijkt ech ter, dat de aandacht, ook der kameronafge broken gevestigd blijft op de groote vraag van den dagof door de motie Keuchenius de kamer al of niet buiten hare bevoegdheid is getreden. Wij wenschen geene oil tijdige discussie daar over die misschien te haastig een nieuw strui kelblok zou opwerpenmaar meenen aan den anderen kant, dat het noodig is juist te be palen, hoe de kamer over die bevoegdheid denkten wat de natie op dit punt van haar mag verwachten. Duizenden hebben door hunne stemmen onlangs getuigenis gegeven, dat zij de meening der regering niet deelden en het geldt hier eene levensvraag, die voor de toe komst moet worden heslist. Terwijl wij dus hulde doen aan den tact der voorzitters, om de zaak, waarop aller oog rust, te noemen zonder partij te kiezen, hopen wijdat de ka mer ter gelegener tijd zich boven alle dubbel zinnigheid verheffen zal en zich duidelijk uit spreken, opdat het volk wete of zijne afge vaardigden waken zullen voor wat ons het dierbaarste isdan of hunne meerderheid voor nemens isom het hoofd te buigen voor eene uitlegging der grondwet, die even strijdig is met haren zin als met de wenschen en het ka rakter der natie. Er zijn tegen enkele verkiezingen bezwaren ingebragt, die zoo ongerijmd klinken, dat men een ministerieel mensch moet zijnom er geloof aan te kunnen hechten. Juist daarom wenschen wij ook, dat een streng onderzoek daaromtrent worde ingesteld, want wij zouden aan elke zijde zoodanige manoeuvres afkeuren, die teregt den naam van kwade praktijken verdienen. Maar wat ook door dat onderzoek aan het licht worde gebragt, men zij verzekerd, dat niet alles ge openbaard zal worden, wat door en voor de ministerieele kandidaten gedaan is, om hunne verkiezing te bevorderen. Men zou uit meerdere districten de voorbeelden kunnen aanhalen van kandidaten, die zelve rondreden bij de land lieden, om hen vaderlijk te raden, wien zij stemmen moesten, waarbij dan natuurlijk het eigenbelang op den voorgrond stond. Maar in plaats van al die treurige geschiedenissendie even sterk tegen zulke kandidaten als tegen de kiezers getuigen, optehalen, willen wij liever afwachten wat die afgevaardigdendie zich zei ven gepousseerd hebben, zullen doen. Indien zij het bewijs geven, dat zij in de daad lich ten zijn, die weldadigen gloed geven, dan zul len wij hen dankbaar zijn, dat zij of zich zeiven aanbevolen hebben of door hunne weinige vrienden zijn vooropgedrongenwaar overigens niemand aan hen dacht. Maar voor hen zeiven en voor hunne committenten is het ook te hopen, dat niet spoedig de vraag moet gesteld wor den: hoe is men er toch toe gekomen, om dezulken ter Staten-Generaal te zenden? o BINNENLANDSCHE BERIGTEN. GOESden 26 November. Jl. Vrijdag zijn de door de tweede kamer onderzochte wets-ontwerpen: 1°. tot vaststelling der begrooting van uitgaven voor den aanleg van staats-spoorwegendienst 1867 2°. tot vaststelling der begrooting voor de landsdruk kerij, dienst 1867; 3°. tot onteigening voor de verbreeding van den Doezummertogt door het waterschap Doezum en Opende4«. tot vast stelling der begrooting voor de gestichten te Ommerschans en Veenhuizendienst 1867 6". tot onteigening voor den aanleg van een afwatering- en scheepvaartkanaal van Groningen naar Delfzijl6°. tot nadere regeling van het gebruik van het koloniaal batig slot van 1864, weder onveranderd bij de tweede kamer in gediend en in druk rondgedeeld. In de zitting van Zaturdag is besloten tot toe lating der heeren mr. L. Haffmans en jhr. mr. J. Verheijenrespectievelijk tot leden der kamer gekozen in de hoofdkiesdistricten Roermond en Tilburg. Voorts is aangenomen de conclusie van het rapport der commissie omtrent de geloofsbrie ven der in het hoofdkiesdistrict Maastricht ge kozen leden jhr. mr. P. van der Maesen en C. A. baron de Bieberstein, welke conclusie, strekte om omtrent de toelating dier heeren niet te beslissen dan na een onderzoek der stem briefjes en daarbij behoorende bescheidenen de medewerking van den minister van binnen- landsche zaken in te roepen, om de overlegging dier briefjes en bescheiden te verkrijgen. (Per telegraafI) In de zitting van heden is de gewijzigde begrooting van oorlog voor 1867 aange boden. De post voor de infanterie onderging eene vermeerdering, terwijl werd besloten tot opheffing van het 5de regement dragonders. De gewijzigde organisatie moet strekken om op het spoedigst zich naar een of ander bedreigd punt te kunnen begeven. Is voorgenomen de opheffing der vestingen Maas trichtVenlo, Vlissingen, Bergen-op-Zoom en Fort-Bath.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1