BIJBLAB VAlff BB G0BS8CHB COUBABTT.
van Dingsdag 13 November 1866. N°. 80.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
GEMEENTERAAD TE GOES
den 31 October 1866.
Afwezig de heer Broes van Dort, ongesteld, met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
De Voorzitter deelt mede de volgende ingekomen stukken:
a. Brief van heeren gedep. staten, berigtende de ontvangst
van de vastgestelde wijziging in de verordening tegen den invoer
van vee enz.
b. Brief van het comité der Zeeuwsche muziekfeesten kennis-
gevende van het voornemen, om in de helft van Junij 1867,
binnen deze gemeenteeen muziekfeest te houdende medewer
king van dezen raad daartoe inroepende.
Aan welk verzoek gaarne zal voldaan worden.
c. Adres van H. Duivewaardt, nader verzoekende, om in
aanmerking te komen bij de benoeming van een' concierge aan
de hoogere burgerschool't welk wordt aangehouden.
d. Verzoek van den heer G. P. Blaaubeenom twee maan
den restitutie van den hoofdelijken omslagna den afloop des
jaars te behandelen.
Worden voortgezet de deliberatien over de gemeente begrooting.
Gewoon onderhoud en schoonhouden van gebouwen 225,
Aankoop meubelen/125,Licht/180,Brandstof 160,
Staats- en provinciaal blad 20,50. Registers burgerlijken
stand 240,Bevolking registers 30,Schrijfbehoeften
400,Boek-, druk- en bindwerk 340,Zegelkosten
120,Kleine uitgaven 150,Onderhoud gebouwen
1669.Hieronder is begrepen 20,voor onderhoud der
karreschuurwaaromtrent door de finantieele commissie inlich
ting is gevraagd.
De Voorzitter antwoordt op die vraag, dat aan den pachter
van de haardasch en vuilnishet gebruik der karreschuur tot
stalling van paarden volgt, welke verpachting den laatsten Junij
1868 eindigt, zoodat tegen dien tijd kan worden overwogen, in
hoeverre het in stand houden van die schuur van belang te
achten is.
Haven- en kanaalwerken 5430,-
De finantiele commissie vraagt waaraan het is toeteschrijven
dat de voortzetting van de steenglooijing der havenboorden dit
jaar is voorgedragen op 4,30 per elhetgeen ten vorigen
jare voor 3,50 kon geschieden, eu of het nu aangenomen stel
sel voldoet
In de tweede plaats of er wel voldoende toezigt wordt ge
houden, dat de stoombooten niet dan met beperkte snelheid door
de haven varen, waaromtrent bij de commissie ernstige twijfel
bestaat.
De Voorzitter antwoordt, dat de steenglooijing iets hooger is
voorgedragen omdat men het beter achtte een grooter steensoort
te gebruiken.
Dat echter burg. en weth. tot het besluit zijn gekomen de
steenglooijing in 1867 niet te laten uitvoeren, maar die te ver
vangen door aardewerken en het in talud brengen der haven-
boorden, welk werk voor 3 jaren bestand zal zijn en waardoor
de steenglooijing dan later op eenen goeden grondslag kan ge
legd worden.
Die aardewerken zullen dan 1080 kostenwaardoor ƒ1500,
disponibel blijft, van welke 1400,voor herstelling der kaai
muren zou worden gebragt.
Daarbij doet de Voorzitter nog eenige mededeelingen omtrent
de ingekomen opgaven van den bouwmeesterdie tot herstel der
kaaimuren 3400,van den heer Hannink die 8000,
en van den gemeente-opzigter, die 2100,voor de herstelling
noodig acht.
De heer mr. Saaijmans Vader hoort met genoegen dat het voor
nemen bestaat de kaaimuren te herstellenèn vraagt wat toch
de redenen zijn van het ontzettend verschil der opgaven van. de
deskundigen?
De heer van de Putte licht dat toe door aantevoeren, dat de
gemeente-opzigter zich tot het hoog noodzakelijke in zijne bere
kening heeft bepaaldde bouwmeester eene ruimere volmagt had
dan de eerste, en de heer Hannink zijne berekening ook buiten
de eigenlijke kaaimuren heeft uitgebreid.
Na nog eenige discussien is dit punt afgehandelden zegt
de Voorzitter, in antwoord op de tweede vraag der commissie,
dat de directeuren der stoombooten herhaaldelijk zijn aangeschre
ven hunne vaart in de haven zoodanig te beperkendat zij niet
binnen het uur uit de kaai naar het sas varen, terwijl de sas-
meester order van burg. en weth. heeft ontvangen, om bij niet
naleving van dat voorschrift, ze de schutsluis niet te laten passeren.
Wekelijks komen dan ook van den sasmeester goede rapporten
in, en betwijfelen mitsdien burg. en weth. niet, of daaraan wordt
voldaan.
De heer Verhagen vraagt of er boete staat op de snelle vaart?
waarop de Voorzitter antwoordt, dat directeuren zijn bedreigd,
indien zij hunne vaart sneller doen, dat dan het stoomen in de
haven geheel zoude zijn verboden, waardoor zij verpligt zouden
zijn de booten te doen slepen.
Na nog eenige korte woordenwisseling is de geheele post goed
gekeurd.
c. Bruggen 90,zonder discussie aangenomen.
d. Riolen en waterleidingen 685,waaronder is begrepen
300,voor het uitbaggeren der vest buiten aanneming.
De linantiele commissie vraagt of het bezwaar van gebrek aan
beschikbaar terrein, dat in vroeger jaren bestondthans is weg
gevallen?
De Voorzitter antwoordt, dat het plan bestaat de uitgebaggerde
spetie te bergenin de daartoe aangelegde en verder aanteleg
gen plaats in de vest, bij de gevangenis, met het oogmerk,
om dit werk in der tijd afzonderlijk aan te besteden.
De heer Verhagen zegtdat hij meentdat de aanbesteding
die nu nog looptden aannemer verpligt tot het uitbaggeren
van 1000 kubieke ellen; de verkoopprijs daarvan, wanneer ze
gedroogd is, bedraagt 50 centen per kub. el; 'tis bewijsbaar,
dat de uitmoddering gedaan kan worden voor 25 centdaarom
verwondert het hem en vindt hij het vreemddat het uitbagge
ren een cent gekost heeft.
Dhr. van de Putte meent dat de heer Verhagen een te hoogen
dunk van de waarde van den modder heeft; hij kan op grond
zijner ondervinding die niet hooger dan 30 cent stellen het
spreekt evenwel van zelf dat de modder die op het terrein bij
de gevangenis wordt gebragt daar moet blijven en dus niet in
bate komt van den aannemerzoodat men wel moet bedacht
ziju dat voor die 300,niet zooveel zal en kan worden uit
gebaggerd als voor de aannemiugssom.
Dhr. Kaleebeeke zegt dat de tegenwoordige waarde van de ge
droogde modder 60 cent per el betaald wordt.
Na nog enkele woordenwisseling is het artikel aangenomen.
Wegen voetpaden en straten 1420,
Dhr. Verhagen wijst er op hoe niet alleen herstelde, maar ook
nieuwe bestratingen veel te wenschen overlaten en zelfs nog kort
geleden gelegde thans reeds in zeer slechten toestand verkeeren;
hij vraagt of het niet wenschelijk te achten zoude zijn ditf uit
te besteden
De Voorzitter antwoordtdat ook hij wel zou wenschen dat
dit koudoch er is hoegenaamd geen concurrentieen het is
niet te ontkennen dat door het leggen van buizen ten dienste
der gasfabriek de straten zeer veel te lijden hebben.
De heer Kakebeeke vermoedt, dat de laatst voorgaande spreker
op het oog heeft de straat bij de brug en in de St. Jacobstraat,
hij heeft als het ware uit liefhebberij getracht daarvan iets goeds
te maken, maar bij gebrek aan eenen vasten grondslag, moet
hij erkennen, dat dit niet doenlijk is, alles hangt daarvan af,
zoo als de grindweg op den cingel en de daar aangebragte be
strating ten duidelijkste bewijst.
De post is daarna goedgekeurd.
Fonteinen en wandelplaatsen 425,zonder discussie goed
gekeurd, begraafplaats 45,
Op voorstel der finantiele commissie met 52,verhoogd
voor onderhoud der lijkkoets enz.