DINGSDAG 6 NOVEMBER. r 1866. 53ste Jaargang. (.OISNMII CÖURAAT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Prjjs per kwartaal 1,35. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentlën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-0 regels, a 1,30 behalve het zegelregt. De inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Putolloatle. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, doen te weten: dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 17 October 11. is vast gesteld de volgende: Wijziging van art. 1 der VERORDENING TE GEN DEN INVOER VAN VEE enz. in de gemeente Gobs, vastgesteld den 27 September 1865. Na art. 1 en de wijziging daarin gebragt bij be sluit van den gemeenteraad van den 18 April 1866, te lezen „Dit verbod is almede niet van toepassing op GEDROOGDE of GEZOUTEN WEST-INDISCHE HUIDENmits voorzien van een bewijs van goed keuring afgegeven door den burgemeester van de gemeente van waar zij binnen dit rijk zullen worden afgezonden, en dezelve bovendien bij aankomst in deze gemeente, worden onderzocht en goedgekeurd door de keurmeesters van het slagtvee binnen dezelve." Zijnde deze wijziging aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland, volgens hun berigt van den 26 Oc tober 11., No. in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het be hoort, te Goes den 3 November 1866. Burg. en Weth. voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Gelijk wij bereids met een woord opmerkten in ons vorig no., heeft de aanvankelijke uit- komst der verkiezing bewezen, dat er geene de minste reden heeft bestaan, om het volk van Nederland te agiteren en nog eens te laten zeg gen, wat het reeds zoo dikwijls duidelijk en krachtig gezegd had. Er hebben ten gevolge van uiterste krachtsinspanning, om niets an ders te noemen, eenige persoonsverwisselingen plaats gehad, maar de meerderheid der kamer zal zijn wat ze was, de uitdrukking van het vrijheidlievende Nederland. De uitslag der stemming, zelfs daar waar herstemming noodig is, heeft voorts duidelijk getoond, dat de kunstmiddeltjes, hoe bont en fraai gekleurd, al zeer weinig invloed hebben gehad. De meeste verwisselingen hadden plaats tengevolge van vreemdsoortige coalitien, van den onderlingen strijd der partijen, maar nergens vindt men eenig spoor, dat eene kunstmatige opwinding om toch Oranje en den troon te schra gen, (eene opwinding, die totaal onnoodig was, omdat voor geen van beiden eenig gevaar maar integendeel de meeste sympathie bestond) bij dien uitslag het overwigt aan de ministerieele partij heeft gegeven. Met de toezending der proclamatie en het telkens wijzen daarop, gepaard met de leugenachtige voorstellingen der partij mannen mag men hoogstens hebben uitge werkt, dat meerdere stemgeregtigden opkwa men maar het ligt bloot voor ieders oog daarmede is niet, zooals de ministerieelen ge loofden en hoopten, eene nieuwe, eene geheel zanders gezinde kamer verkregen. Over die meerdere opkomst verheugen wij ons niettemin in dubbele mate. Vooreerst omdat het misschien voor velen een eerste stap is geweest op den weg, om zich voortaan als goede staatsburgers te gedragen, maar vooral omdat daardoor een luid en krachtig getuigenis is gegeven van hetgeen de natie wenscht. En dat getuigenis is van nog hooger betee- kenis, omdat de trouwe opkomst, vooral aan de zijde der liberale partij, werd waargenomen. Zijdie geacht worden bij uitnemendheid den troon te schragen die nu vooral opgeroepen waren ons uit den nood te redden, zij vooral schitterden door hun afwezen. Zoodat het Dag blad zelf in zijn treurzang van Zaturdag, het weinig eervol getuigenis aflegt, dat de edele man nen, die de conservatieve partij ten sieraad zijn, haar maar weinig steunen terwijl het eene krach tige opwekking noodig acht, om de vrienden niet in den noodlottigen doodslaap te laten rusten. Boven anderen vooral heeft zich de provin cie Zeeland onderscheiden. Te Middelburg kwa men van 2695 kiezers 1859 op en 1328 van dezen, stemden de heeren Fokker en van Eek. Te Zierikzee stemden 1027 van de 1311 kiezers en met 725 stemmen werd de heer van Kerkwijk gekozen. De kandidaat der ministerieele partij, wien het aan geene ernstige en breede aanbe velingen ontbroken had, bekwam daar slechts 179 stemmen. Te Goes stemden van 1127 op gekomen kiezers 501 voor den heer de Laat de Kanteren indien men in ons district niet een kandidaat nevens hem gesteld had, den heer van Tetsdien de ministerieele partij blijkens de aanbeveling voor hem, niet bepaald tot de haren mag rekenen, dan was ook hier de uitslag terstond, als in de andere Zeeuwsche districten, geweest. De ruimere opkomst, van welke men het heil verwachtte, heeft dus niet veel anders opgeleverddan dat, voor wie het hooren wil, zeer verstaanbaar gezegd werd: wij wenschen dat de constitutioneele troon omringd zij van mannen, die haar schragen niet door ijdel ge roep, maar door het volk te bewaren bij zijne voorregten en vrijheden. Het verdient al verder opmerking, dat de grootste krachtsinspanning der ministerieelen zich gerigt heeft tegen hen, die men, om welke reden ook, meende het meest te moeten vree zen en dat zij daarmede getoond hebben, min der een beginsel voórtestaan, dan zich van eenigen der meest geduchte strijders te willen ontdoen. De partij heeft alzoo weder een duidelijk be wijs van hare zwakheid gegeven, maar tegelijk doen blijken, dat het haar geen ernst was, met al het geroep om voor Oranje te strijden, dat zij véél meer alleen gezocht heeft, zich te ver sterken om aan het roer te blijven. Indien al het voorgeven van den laatsten tijd grond had gehad, indien werkelijk de partij van den teruggang, zooals het orgaan steeds verzekert, de nationale partij heeten mogtdan zou men het verschijnsel niet ziendat juist de specialiteiten dier party, de mannen die door het Dagblad steeds ten hemel verheven worden, zich aan eene herstemming moeten onderwerpen. Men heeft de natie gesommeerd als het ware, om te doen blijken wat nationaal iswelnu het is aan geen twijfel meer onder hevig, nationaal is: den koning getrouw zijn, de grondwet handhaven en strijden tegen alles wat op den weg van vooruitgang en ontwik keling belemmeren wil. Het blijkt al verder, dat men dit een en ander erkentof althans niet langer ontkennen kan. Het orgaan schrijftWij hebben wel eenige reden tot tevredenheid. Inderdaad bescheidene verklaringna zoo hooge verwachting en zoo stoute taal. Stellen wij die verklaring naast den opgewonden toon, die het anders gewoon was te voeren, en gaan wij na, hoe het enkele lichtpuntjes angstvallig opzoeken moet, om het donker tafereel maar eenigzins te verhelderen dan zien wij, hoe de verwachting beschaamd werd, die slechts zoo hoog werd opgegeven, om effect te makenniet omdat zij eenen re delijken grond had. En door welke middelen werd nog op die enkele plaatsen, waar men een der negen-en- dertig kon doen vallen, de overwinning ver kregen? Het gebeurde te Zutphen, waar men de stemmen der katholieken zocht, door een katholiek kandidaat nevens den anti-revolutio nair te stellenmaar toen het er op aankwam, den eersten niet stemde, zoodat hij zelfs buiten de herstemming blijft; het bewijst genoeg, wat lage pogingen werden aangewenddat men de kiezers heeft misleid en hoe dwaas het is, om nu de uitkomst als eene uiting van het natio naal gevoelen voortestellen. De slotsom, wij herhalen het, is, dat de agitatie, die men zocht optewekken, slechts dienen moestom een wegstervend ministerieel leven te verlengenmaar dat de uitkomst be wezen heeft, dat de groote meerderheid des volks een afkeer heeft van misleiding, en tot geenen prijs wil zien afbreken, wat met aan houdende inspanning en zorg werd tot stand gebragt. Wij twijfelen er niet aanof de her stemming zal daarop het zegel drukken, al mogt men er ook in slagenom door velerlei kuiperijen, hier of daar, de magt der partij zucht de overhand te doen krijgen. Maar juist, omdat wij ons verzekerd houden dat het aan voortdurende misleiding niet ont breken zal, meenen wij ook er op te moeten wijzendat voortdurende waakzaamheid noodig

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1