bxjbiab mmm gossschs coueaht,
van Dingsdag ill October 1866. N°. 81.
Ontvreemde Voorwerpen.
OPENBARE VERGADERING
van den
GEIEEITE-EAAD te GOES,
ten raadhuize aldaar
OP WOENSDAG DEN 17 OCTOBER 1S66,
des namiddags ten 7 ure.
Punten van Behandeling.
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Adres van handeldrijvende ingezetenen, om dit
jaar de gewone veemarkt te houden.
3. Voorstel tot intrekking van de verordening tegen
den uitvoer van vee enz.
4. Verzoek wede. van der Reit, om gedroogde on
gezouten West-Indische huiden te mogen invoeren.
5. Aanbeveling concierge voor de hoogere burger
school.
6. Verzoek van W. de Jonge, om verlenging van
den termijn tot oplevering van de hoogere bur
gerschool.
7. Aanbeveling leden der commissie voor de scholen
van minvermogenden.
8. Benoeming van het stembureau.
PuïDlicatio.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
voldoende aan de circulaire van den heer commis
saris des konings, de dato den 10 dezer, A. no.
9844/1 3de at'deeling(Provinciaal blad no. 115),
betrekkelijk de uitvoering der wet van den 15 Sep
tember 1866, (Staatsblad no. 150), herinneren de
veehouders aan de voorschriften van het wetboek van
strafregtbij de twee volgende artikelenaldus
luidende
„Art. 459. Ieder houder of oppasser van dieren
„of van melk- of slagtbeestendie verdacht zijn van
„aangedaan te zijn van besmettelijke ziekte die niet
„dadelijk kennis daarvan zal gegeven hebben aan
„den burgemeester der gemeentewaar zij gevonden
„worden en die zelfs vóór dat de burgemeester op
„die kennisgeving geantwoord heeftdeze dieren of
„melk of slagtbeesten niet opgesloten gehouden zal
„hebbenzal gestraft worden met eene gevangenis
„van zes dagen tot twee maanden en eene geldboete
„van acht tot honderd gulden."
„Art. 463. Ingeval de boetstraffelijke wanbedrij
venwaarvan hier gesproken wordt, door veld-of
„boschwachters of policie-ambtenarenonder welke
„benaming het zijn moge, begaan zijn geworden zal
„de straf van gevangenis ten minste van ééne maand
„zijn en ten hoogste van nog een derde boven de
„zwaarste strafdie eenen anderen schuldigen om
„hetzelfde wanbedrijf, opgelegd zou worden."
en voorts aan art. 5 der wet van den 15 September
1866, (Staatsblad no. 150), hetwelk luidt als volgt:
„De eigenaar van veedie bij het bestaan van vee-
„typhus onder zijn vee, in strijd met wettelijke ver -
„ordeningenhet doen van aangifte verzuimd of de
„afzondering heeft nagelaten heeft geene aanspraak
„op vergoeding van het vee, ten aanzien waarvan
„hij in overtreding is bevonden.
„Is eene strafvervolging aangevangen, dan wordt
„de vergoeding wel volgens art. 3 bepaald, maar
„bij den gemeente-ontvanger gedeponeerd tot na den
„afloop van die strafzaak. Bij gebreke van veroor-
„deeling begint de termijn, vermeld in art. 3, van
„het eindvonnis."
En opdat deze algemeen bekend zijzal daarvan
afkondiging en aanplakking geschiedenmitsgaders
opneming in de Goessche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes den 13 October
1866.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Bols.ond.mal5.mg;,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
herinneren de ingezetenen aan de bepalingen van art.
27 en 42 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad
no. 4) omtrent de belasting naar tijdsgelang en de
suppletoire aangiftevolgens welke een iederdie
door uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het
aanschaffen van belasting voorwerpen der grondslagen
van het personeel, komt te vallen onder toepassing
van eenen nieuwen of verhoogden aanslag in den
loop des dienstjaars, verpligt is, alvorens en naar
gelang der omstandigheden en op de boete bij art.
35 en 39 vastgesteld, tot het indienen van behoorlijke
aangifte deswege in voege als bij art. 30 der wet
is voorgeschreven, kunnende daarvoor een biljet ter
invulling bij den heer ontvanger worden afgehaald.
Goes, den 13 October 1866.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
B elteïidm alting.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bekend
dat door Zijne Excellentie den minister van bin-
nenlandsche zakenonder dagteekening van den 4
dezerde volgende beschikking genomen is
„Vervoer van schapen, mits niet van Texel af
komstig van buiten de lijn van afsluiting naar
„binnen is vrijgesteld onder voorwaarde dat zij ge-
„dekt zijn door een bewijs van dispensatie, afgegeven
„door den burgemeester van de plaats van herkomst,
„waaruit blijkt dat zij gezond zijn."
En zal hieraan op de gewone wijze publiciteit
gegeven worden,
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 13 October
1866.
Burg. en Weth. voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Pro Justitia.
In den nacht van den 10 op 11 October 1866.
a. Uit de schuur der hofstede bewoond door den
landman Pieter V er schrage te Baarland
1 rooden baaijen rok 3 manskoussenzijnde 1 paar
donkere en 1 lichte kous, 1 graanzak, gemerkt K.
Boonman, 1 oude bombazijnen broek, waarin nieuwe
kniestukken en nieuw kruis, 1 zwart gestreepte mans
borstrok, 1 paar grijze koussen.
b. Uit de schuur der hofstede bewoond door den
landman Cornells Boonman te 's Gravenpolder.
2 graanzakkeneen gemerkt C. M. Boonman of
C. M. B.1 paar zoo goed als nieuwe vetlederen
laarzen, 1 paar dito schoenen, 1 oude fluweelen broek,
1 platten borstel.
c. Uit de schuur der hofstede bewoond door den
landman Cornells van Damme te 's Gravenpolder.
1 goede fluweelen broek, 1 lakensch vest of buis,
in welks zakken zich bevonden een groenen Goessehen
almanak van 1866 waarin verscheidene aanteekeningen
en een blaauwe zakdoek, 1 bombazijnen vest of buis,
1 boeren hoed, 1 graanzak gemerkt A. van Damme
J. Nieuwenhnizen1 boerenhoedvan een der knechten,
en 1 paar graauwe koussen.
De officier van justitie te Goes verzoekt ijverige
opsporing en aanhouding dezer goederen en dadelijk
berigt.
De officier voornoemd
DE KNOKKE van der MEULEN.
goes. drukkerij van f. ai/eetjwens zoon.