lurgerfijfien 5tanb.
Hij erkent het moeijelijke voor den gemeenteraad om
van gemeente inkomsten iets aftestaanmaar zou toch
wel wenschendat er een middel ware om eenigzins
aan het bezwaar te gemoet te komen.
De. Voorzitter voert daar tegen aan, dat hij als
gemagtigde bij de laatste verkooping van dien molen
is tegenwoordig geweest en de adressant dien voor
een spotprijs heeft gekocht, voornamelijk met het
oog op de eijnsen de schade door dien druk door
den vorigen eigenaar geleden is. Goldt het hier het
stichten van een nieuwe molen, hij zou zich met de
argumenten van den heer Verhagen kunnen vereeni
gen, doch in het gegeven geval vermeent hij, dat
de adressant geen aanspraak heeft op eenige vermin
dering.
De heer van de Tutte verklaart te persisteren bij
zijn in 1862 geuit gevoelendat de gemeenteraad
geen regt heeft om van inkomsten als waarvan hier
sprake is, afstand te doen of vermindering toetestaan.
In hoofdelijke stemming gebragt is het voorstel
van burg. en weth. tot afwijzing van het gedaan
verzoek met algemeene stemmen aangenomen.
Wordt gelezen een verzoekschrift van J. van Aerde
onj op de strook gronds gelegen bij het telegraaf
kantoor West en Noordwaarts de smidse van de
wed. Bobijn een huis te mogen bouwen, volgens over
gelegde teekening, verzoekende daartoe dien grond
in erfpacht aftestaan op de gewone voorwaarden.
Burg. en weth. berigten daaromtrent een lokaal
onderzoek gedaan te hebbenmaar willen voorshands
niet beslissen of het wenschelijk is, dat toetestaan.
Zij stellen mitsdien voor de zaak aantehouden, ten
einde de leden in de gelegenheid te stellen ook van
hunne zijde kennis te nemen van het voorgenomen plan.
De heer Verhagen vraagt of in der tijd niet een
verzoek is ingekomen dat toen is geweigerd.
De Voorzitter erkent dit en verklaart, dat dit zelfs
tot driemaal toe het geval is geweest.
De heer de Laat de Kanter herinnertdat er vroeger
«en verzoek is gedaan tot stiehting van huizen op den
keizersdijk en dat alstoen het beginsel is aangeno
men geene stichtingen meer toetestaan dan na het
aannemen van een bepaald plan tot het bouwen van
huizen. .Hij beschouwt dit plan als eene nieuwe po-
ping- om de avenuen der stad te ontcierenen wenscht
dat de verzoeker alvorens in dezen te beslissen eene
teekening overlegge van de zijde van den geveldie
aan de straat uitkomt. Hij stelt dus voor den adres
sant tot aanvulling van de overgelegde stukken uit-
tenoodigen. Dien conform wordt besloten en dus de
zaak aangehouden.
Wordt in behandeling gebragt het verzoekschrift
van den heer J. Dekker Lz. om twee pakhuizen en
eene-woning staande tusschen dehoogere burgerschool
«n de door hem bewoonde woning aftebreken en daar
ter plaatse I twee nieuwe woningen en éénen werk -
winkel te stichten.
Dat volgens overgelegde teekeningen het pakhuis,
thans naast de burgerschool, zou worden achteruit
geplaatst waardoor ongeveer 8 ellen gronds aan het
publiek plein daar ter plaatse zou vervallen, doch
daarentegen door het vooruit brengen der twee an
dere gevels ongeveer 29 vierk. ellen grond zou
worden ingenomen.
Dat dit verzoek in verband staat tot het bouwen
eener nieuwe bergplaats voor kalk en tras, en hij
die zou wenschen te plaatsen op den erfpacht grond
op de overzijde van het plein.
Dat daardoor zou vervallen den thans voor zijne
hout en steen bergplaats bestaanden uitweg en hij
mitsdien voor het bekomen van een nieuwen uitweg,
eene breedte zou behoeven van den grond tot de
boomkade behoorende van 8 ellenwaarom hij eerbie
dig verzoekt hem op de voorschrevene wijze vergunning
te verleenen en den benoodigden uitweg of erfpacht
aftestaan.
Bnrg. en weth. hebben een en andermaal daarop
inspectie gedaan en verklaren zich zeer ingenomen
met het plan van den adressanten daar er haast
is om pp dat verzoek te beschikken en noodig om
te verklaren, dat de 29 el thans tot het publiek
terrein behoorende niet verder tot openbare dienst
bestemd zal zyn stelt de voorzitter voor de zaak dadelijk
in behandeling te nemen. Zij stellen mitsdien voor,
voor den door adressant ingenomen grond eene jaar-
lijksche erfpacht van 3,te vorderen en con
tract aantegaan omtrent de 8 el die de adressant aan
de gemeente afstaat, en de 29 el die hij daarentegen
inneemt.
Deze punten met den adressant besproken en door
hem goedgekeurd zijnde, brengen burg.en weth, dit
voorstel in behandeling.
De heer Verhagen heeft van den adressant aanwij
zing ontvangen en acht het plan zeer wenschelijk en
eene geheele aanwinst, bevorderlijk voor de cierlijk-
heid van de stad.
De heer van Dort kan niet ontkennendat bij hem
een paar bedenkingen gerezen zijn, waaromtrent hij
inlichtingen wenscht te erlangen.
lo. Komt het hem voor, dat de nieuw te maken
uitweg op een zeer geringen afstand van den haven
kant komt, die niet beschoeid is, en dat het van
tijd tot tijd vervoeren van zwaar geladen wagens
daar ter plaatse aan calamiteiten doet denken. Hij
vraagt of daartegen geene voorziening noodig is?
2o. Of de kosten van bet met adressant aan te
gaan contract aanzienlijk zullen zijn voor de ge
meente?
Op het eerste punt zegt de Voorzitter bet beweren
van den heer van Dort niet te deelendaar die uit
weg niet uitkomt aan den havenkant, maar juist aan
den tegenovergesteldenterwijl de heer van de Putte er
bijvoegt, dat ieder erfpachter verpligt is zijne eigene
schoeijing te onderhouden en dit dus voor de ge
meente tot geen bezwaar aanleiding kan geven.
Op het tweede punt antwoordt de Voorzitter, dat
de bedoelde kosten zeer luttel zullen zijnmet welke
inlichting de heer van Dort zich tevreden stelt.
Het geheele voorstel in stemming gebragt, wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
De begrooting van het burgerlijk armbestuur in
gekomen zijnde, wordt gesteld in handen der finan-
tieele commissie.
Wordt voorlezing gedaan van het navolgend in
gekomen stuk:
Aan
den Edel Achtbaren Baad der Gemeente Goes.
De openbare gezondheids-commissie heeft uit bet
verslag van het verhandelde in uwe vergadering van
29 Augustus 1866 bemerkt, dat sommige leden van
uwen raad van meening zijn, dat het advies der
commissie omtrent het zoogenaamde lijkenhuis, de
blijken draagt, dat de commissie niet in staat is,
om te beantwoorden aan de verwachting, die men
van haar had gekoesterd, daar toch met zoo veel
woorden gezegd wordt, dat in gemeld advies elk
vast en leidend beginsel zou ontbreken, iets wat
toch zeker een eerste vereischte van een goed advies
dient te zijnen bovendien de meening wordt ge
uit, dat de commissie met eene zucht tot verdacht
making is bezield. De omstandigheiddat geen
enkel lid van uwen raad gemeend heeft gemelde
aanmerkingen te moeten bestrijdenheeft ons de vrij
natuurlijke gevolgtrekking doen maken, dat boven
genoemd weinig vleijend gevoelen voor onze com
missie, algemeen door uwen raad wordt gedeeld.
Het is om deze redenen, dat de ondergeteekenden
het in het belang der zaak, waartoe zij geroepen
waren, hebben geoordeeld aan uwen raad de gele
genheid te moeten gevenom meer deskundige en
verlichte mannen als leden der openbare gezondheids
commissie te benoemen; zij hebben daarom de eer
UEd.Achtb. kennis te geven, dat zij bij dezen hun
ontslag uit hunne betrekking nemen.
Met beleefd verzoek om de noodige maatregelen
te willen nemen, dat bovenstaande missive in extenso
in het verslag der handelingen van den raadin de
Goessche Courant worde opgenomen, hebben wij de
eer met verschuldigde hoogachting te zijn.
Edel Achtbare Heereu
UwEd. Achtbare Dienstw. Dienaren,
Get. G. T. Callenfees. J. Kooman Az. J. G.
de Witt Hamer. C. Walig Hz. J. Soutendam.
P. A. Hochart. A. P. Fokker.
Goes, 10 September 1865.
De Voorzitter moet voor alles protesteren lo. tegen
de bewering der commissie, dat bet zwijgen der leden
van den raad zoude inhouden eene goedkeuring van
hetgeen door één of meer leden gezegd wordten
2o. dat het plaatsen van den brief in zijn geheel in
de courantis buiten bevoegdheid zoowel van den
raad als van burg. en weth., daar de raadsverslagen
geheel buiten om het bestuur worden opgemaakt en
dit dus zich niet kan inlaten met de courant.
Hij verklaart overigensdat het hem persoonlijk
zeer leed doet, dat de commissie haar ontslag neemt
en vertrouwtdat noch het zwijgen van eenige, noch
het spreken van anderen de bedoeling heeft gehad
de leden te krenken of te beleedigenin welk geval
het hem aangenaam zoude zijndat de leden werden
uitgenoodigd hun verzoek om ontslag terug te nemen
en verder de belangen der gemeente te blijven be
hartigen.
De heer mr. de Laat de Kanter komt mede op tegen
de conclusie, dat zij, die omtrent zeker punt zwijgen,
geacht worden toetestemmenhij gelooft allerminst,
dat dit in den regel zoo behoort te worden opgevat
en schrijft het dus ook veel meer toedat een bij
uitnemendheid deskundig lid zijn gevoelen uitbren
gende er bij de andere niet deskundige leden schroom
bestaat om zoo iets tegen te spreken.
In de tweede plaats acht hij de onderstelling on
juist dat de bedenkingen op het rapport gemaakt
toepasselijk zouden zijn op de commissiezoo als ook
hier zal er ook altijd wel verschil van gevoelen be
staan eD wat in sprekers oog zeer juist en logisch
De verslaggever, gaarne voldoende aan het verzoek
der commissie en daartoe in staat gesteld, heeft den brief
in zijn geheel opgenomenofschoon het voornemen niet be
staat dit bij stukken van meerdere uitgebreidheidvoortaan
te doen
is, kan in de denkbeelden van een ander onjuist en
unlogisch wezen.
Het komt hem voor, dat de redacteuren van het
rapport, door te angstvallig te willen teruggeven
ieders individuele opinie, juist oorzaak zijn geweest,
dat de logische gang der denkbeelden daaronder ge
leden heeft, terwijl daarbij niet te denken valt aan
gebrek van kennis of leidend beginsel bij de com
missie.
Hij kan zich mitsdien met bet voorstel van den
Voorzitter volkomen vcreenigen.
De heer Verhagen ziet zich verpligt ook een enkel
woord in 't midden te brengen om te verklaren, dat
ook hij niet geacht wil worden het gevoelen te dee
len van ieder liddie het woord voertook dan
wanneer daartegen door hem niet wordt opgekomen.
Hetgeen door hem ter vorige vergadering is be
weerd, is alleen het gevolg geweest van eene uit
drukking in het rapport voorkomendezonder dat
het iu zijne bedoeling lag daarmede de commissie
te krenken. Hij vereenigt zich dus volkomen met het
voorstel van den voorzitter.
De heer van Dort kan niet ontkennendat hij met
leedwezen van het besluit der openbare gezondheids
commissie, tot het nemen vafi ontslag, heeft kennis
genomenvooral omdat dit hoofdzakelijk het gevolg
schijnt te zijn van hetgeen door hem is gesproken.
Hij brengt in herinnering het aandeel door hem
genomen om de daarstelling der commissie bevorder
lijk te zijn, waardoor van zijne ingenomenheid met
dergelijke instelling genoegzaam is gebleken.
Geenszins had hij met het gesprokene het doel de
commissie op eenigerlei wijze te grieven.
Na nog eenige toelichtingen omtrent bet door hem
toen gesprokeneuit hij den wenschdat de com
missie ingevolge het voorstel van burg. en weth. op
haar besluit terugkome en daartoe door den raad
worde uitgenoodigd.
Alzoo is zonder hoofdelijke stemming besloten.
(De heeren mr. de Laat de Kanter en Fransen van
de Putte verlaten de vergadering.)
Aan de orde is de benoeming der vaste commission,
waarbij de Voorzitter als stemopnemers benoemt de
heeren van Dort en Verhagen.
Allereerst wordt zamengesteld de vaste commissie
voor het finantie-wezen.
Voor het eerste lid erlangt mr. de Laat de Kanter
al de stemmen voor het tweede lid mr. de Kookke
van der Meulen 6 stemmen tegen ééne uitgebragt op
den heer mr. van Voorst Vader en voor het derde lid
op den heer C. C. van den Bosch al de stemmen
uit welke benoemden, de heer mr. de Kanter met 6
stemmen tot voorzitter wordt gekozen, tegen ééne op
den heer mr. de Knokke van der Meulen uitgebragt.
In de tweede plaats de vaste commissie voor de
verordeningen tegen welker overtreding straf is be
dreigd en waarvan de burgemeester volgens de wet
voorzitter is.
Voor het 1ste lid bekomt mr. de Knokke van der
Meulen 6 stemmen mr. van Voorst Vader 1 stem
en voor het 2de lid worden al de steramen uitgebragt
op mr. de Laat de Kanter.
Niemand iets voortestellen hebbende is de verga
dering gesloten.
üei'l£.olij li.o Zalion.
De kerkeraad van 's Heer Hendrikskinderen heeft
den heer W". J. Immink, te Cothen, tot predikant
beroepen.
Bestedingen.
Den 5 dezer is te Middelburg aanbesteed het voortzetten
der oeververdediging van het kanaal van Neuzenwelk werk
is aangenomen door den heer J. Tills, te Vlissingen, voor
f 17448,—.
En het doen van herstellingen aan 's rijks groote wegen
op Zuid-Bevelandwaarvan aannemer is geworden de heer
W. A. Visser, te Kattendijke, voor 1694,
van 29 September tot 6 October 1866.
Gehuwd: Den 4, Jan Hogestegeroud 85 j.,
ivedr. en Wilhelmina Fraanjeoud 28 j., jonged.
Abraham van Lindonkoud 31 j., jongm.
en Katharina Louisa Krabbeoud 28 j., jonged.
Te Denain en ingeschreven te GoesKarei van
der Straateoud 25 j., jongm. en Zelia Quivy,
oud 21 j.jonged. Te Middlesex en ingeschreven te
Goes dr. Cornelis Walig en Mary Ann Eaton.
Geboren Den 1Antonius Maria Jacobus
z. v. Jacobus de Poorter en Clemence Appolonia
Heir man. den 2Reinierz. v. Jan Cornelis van
der Mark en Neéltje Geertruijd Scheele.
Overleden Den 29Maatjeoud bijna 4/w.,
d. v. Hendrikus Schrijver en Maatje Cuduij. Den
30, Marinus, oud 7 j.z. v. Adriaan Proos
(overl.) en Jacomijntje de Nooyer. Den 1Cor
nelia Johannaoud 2 jm.d. v. Adrianus Ber-
nardus Kien en Jobina de Jonge.