186(5. i\'°. 71.
DHGSDAG a OCTOBER.
«wCSfc AïL'SVïïl? -©s»—
538te Jaargang
€ï€?€«- -
GOESSCHE
l>c uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,55. fr. p. p.
Gewoue adverteutlCn worden a 15 ct. de regel geplaatst.
Ucboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels,
f 1,30behalve het zegelrcgt.
De inzending van ndvertentiün kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
van den
GEMEENTE-RAAD te GOES,
ten raadh1jize aldaar,
OP D1NGSDJG DEN 2 OCTOBER 3866,
des namiddags ten 7 ure.
Punten van Behandeling.
1. Mcdedceling vau ingekomen stukken.
2. Advies omtrent de wegen in den Goesschcn polder.
3. Verzoek vanC. Cornu om continuatie der pacht van
de oude haven.
4. Idem van N. Bemijn om vermindering der cijns op
zijn molen.
5. Idem van J. van Aerde om grond op erfpacht, bij
het voormalige telegraaf-kantoor.
6. Voorstel tot ruil van grond met den heer-J. Dek
ker Lz. en uitgifte op erfpacht voor een uitweg
van zijne steenplaats,
7. Begrootiug voor het burgerlijk armbestuur over 1807.
8. Indiening ontslag der leden van de gezondheids
commissie.
'J. Benoeming vaste ccmmissien.
Uols-ondmals mg.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bekend:
Dat de geneesheer en heelmeester der gemeente, ten
raadhuizc alhier, op Woensdag den 10 October 1806,
des voormiddags ten elf ureeene zitting zullen hou
den, tot liet onderzoeken van diegenen die in vorige
jaren dienstpliglige nummers getrokken en van hen
die dit jaar geloot hebben, welke op grond van lig-
chaamsgebreken vermeenen regt op VRIJSTELLING
van de DIENST nu de BRANDWEER te hebben.
En worden de belanghebbenden aangemaand om van
die gelegenheid gebruik te makendaar alleen op eene
verklaring van één dier heeren vrijstelling kan worden
verleend 'cn die van andere genees- of heelkundigen
niet in aanmerking mogen genomen worden.
Gedaan te Goes, den 29 September 1806.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAll.
3F®o^toi?ïJ ©33*
De DIRECTEUR van het Postkantoor te Goes,
herinnert bij deze liet publiek, dat, tengevolge vau
de verandering der uren van vertrekde brieven per
Diligence naar Middelburg te verzeildenmoeten be
zorgd worden in do bus des morgens uiterlijk ten 6'/.
uur en des avonds uiterlijk om 2 Va uur.
Dat de brieven van Middelburg per diligence wor
den aangebragt des avonds om 7 uur, en in verband
hiermede liet kantoor des avonds geopend is van 7
tot S uurin plaats van 8 tot 9.
liet vertrek van den postbode naar 's Gravenpolder
en Iloedekenskerkein verband niet de stoomboot van
Iloedekenskerke naar Neuzen heeft plaats om 7 uur
30 min. 's morgens.
Do Directeur van het Postkantoor tc Goes,
Goes, den 30 September 1866. MEIJLINK.
De gebeurtenissen der laatste dagen zijn weï
zeker bestemd, om eene belangrijke bladzijde te
vullen in onze parlementaire geschiedenis en
verdienen met bet oog op de waarschijnlijke
gevolgen, eene ernstige overweging. Al zijn
wij niet verrast door het besluit der kamer
waarbij zij van haar wantrouwen in dit mi
nisterie deed blijken, omdat zoodanig besluit
onmogelijk uitblijven konslechts de loop der
laatste discussien kon er ons op voorbereiden,
dat dit besluit zoo spoedig zou genomen wor
den. Wij staan daarom, eenigzins onverwachts,
voor een fait accompli zooals de laatste jaren
er geen opleverden. En liet ister regte be-
oordeeliug daarvan van het hoogste belangdat
men èn den oorsprong naga èn de gevolgen
erwege.
Volgens sommigen brengt de aanneming van
de motie Keucheniushet land in bezwaren en
in gevaar, de regering in de meest ernstige
moeijelijkheden. Volgens hen had de motie ver
worpen, of liever nog, niet gesteld moeten wor
den. Het aantal dergenen die dit beweren, is wel
niet groot, en het is daarbij duidelijk, dat zij
zoo spreken, of omdat zij voor alle ministerien
onverschillig of aan het tegenwoordige mini
sterie bijzonder gehecht zijn, maar de menigte,
die de zaken slechts oppervlakkig beschouwt,
laat zich gemakkelijk brengeu tot een afkeu
rend oordeel over de houding der kamerniet
omdat zij de aanleiding wraakt want zij ap
precieert die nietmaar alleen omdat zij de
gevolgen vreest, die haar met zwarte kleuren
worden afgeschilderd. Met het oog daarop
vooral is het goed juist aantewijzen, wat en
waarom de meerderheid der kamer dit deed
waarbij wij tevens het oog moeten vestigen
op de even ongegronde als dolzinnige bewe
ring, dat zoowel de voorsteller der motie als
de meerderheid die haar aannam, aan de regten
der kroon zou hebben tekort gedaan.
Vooraf reeds merken wij op, dat hier gerust
kau gesproken worden van de meerderheid der
kamer. Negen en dertig leden beslisten tegen
over drie en twintig. Reeds hier zien wij dus
twee derden der kamer tegenover één derde
waarvan de meesten nog het denkbeeld in de
motie vervat ondersteunden, schoon zij het uit
spreken daarvan op die wijze niet wilden. In
dien men echter de lijst der afwezenden nagaat,
12 in getalwaarvan de helft zeker met de
meerderheid zou gestemd hebbendan ligt het
besluit voor de hand, dat ook bij opkomst van
de geheelo kamer, in bet oogenblik der stem
ming, de uitslag geene andere zou geweest zijn.
Ja wij mogen veilig stellendat n/j vau de
kamer zou hebben aangenomen de motiedie
in hare hoofdzaak de gedachte schier der gansche
kamer uitdrukte.
Was die motie tijdig? zoo vraagt meuigeen,
die het ministerie nog eenigen tijd had willen
dulden. Maar bet antwoord ligt voor de hand
in de aanleiding zelve. Het ministerie speelde
een schandelijk spel met de vertegenwoordiging,
een spel dat zoo weinig te vergoelijken was
dat niet één minister eene bondige rede kon
bijbrengen, maar allen zich moesten behelpen
met uitvlugten, met onjuiste gevolgtrekkingen,
scherpe verwijten en bet overbrengen van de
zaak op een verkeerd en nooit bedoeld terrein.
Aan het hoofd van het ministerie stond dhr.
Mijerdie, zooals de heer Keuchenius en ande
ren teregt deden uitkomen, in verband met de
intrekking der cultuurwet was opgetreden, als
de aangewezen persoonom met de vertegen
woordiging het koloniale vraagstuk tot oplossing
te brengen en terwijl hij in overeenstemming
daarmede allerlei beloften deed om wetten inte-
dienen, zoo tot regeling der cultures als ander
zins was hij, zooals dhr. van Nier op aanmerkte,
reeds bezig om zijne koffers te pakken. Dezelfde
mandie met de hand op het hart verklaarde,
dat hij als minister van koloniën aan de steeds
voortdurende onzekerheid een einde wilde ma
ken, door zijnen arbeid in die betrekking, had
inmiddels een ander doel voor oogen en wensebte
met de hoogste magt in Indie te worden bekleed.
Dat was hem, zoo al niet door het kabinet, dan
toch door enkele leden toegezegd. Ilij nam dus
zijn ontslag, om benoemd te kunnen worden en
niemand zal gelooven, dat dhr. Mijer dat ont
slag nam, zonder zeker te zijn, dat de benoe
ming volgen zou, of dat het ministerie eerst na
dit ontslag de vraag zou hebben gesteldwie
er tot gouverneur-generaal benoemd moest wor
den. De vrienden bleven dan ook getrouw,
maar berekenden ééne zaak nietde controle
van hunne daden door de staten-generaal.
De snelheid, waarmede liet ontslag en be
noeming, aftreding Mijer en optreden Trakra
nen elkander opvolgden, liet geen twijfel, of hier
had voorafgaand overleg plaats gehad. Immers
zulke gewigtige zaken worden noch in weinige
oogenblikken beslist, noch tot stand gebragti
zonder voorafgaand overleg met de betrokken
personen. Ieder maakte dus de wettige gevolg
trekking, dat mén de kamers wat had wijsge
maakt.
Bij de optreding van het ministerie heette
het, dat de heer Mijer juist de aangewezen per
soon was om de gewigtige taak uittevoeren en
thans liet men hem gemakkelijk los, als ware
zijn programma alleen en niet zijn persoon en
programma liet lioofd-element bij de ministe-
rieele combinatie geweest. Plotseling was het
onverschillig geworden, wie minister van kolo
niën werd, als maar het programma Mijer werd
uitgevoerd; eu iedereen weet, dat men omtrent
beteekenis en bedoeling van dat programma
eigenlijk nog veelzins onzeker was.
Algemeen was over een en ander de veront-
waardigiug iu en buiten de kamer. Zelfs de baron
van Zuijlcnde man van het Dagbladen de