zyn ministerie gebragt, die, naar men zegt, in
verband staat met zijne vredelievende politiek.
Aan den anderen kant meent men, dat de ko
ning van Saksen door liet hof van Frankrijk
zeer wordt geprotegeerd en dat zulks bij de
eischen van Pruissens onbaatzuchtigen koning,
wel eens tot verwikkelingen kon leiden. Zoo
veel is zeker, dat Napoleon zich niet verwijdert.
Nu eens zou de zeelucht hem schaden dan
weder zijn zijne krachten nog niet versterkt
maar zeker is, dat hij steeds bij de hand bljjft
en zelf de zaken met het buitenland bestuurt.
De keizerin van Mexico is nog altijd in Oos
tenrijk en de berigten omtrent haren troon zijn
niet. bemoedigend. Misschien is keizer Maxi-
miliaan reeds op reis om te onderzoeken wat
zijne vrouw niet heeft kunnen gedaan krijgen.
Er komt alzoo niet alleen eene vermeerdering
van uitgediende vorsten, maar ook van surnu
merair-troonopvolgers. Hunne Mexicaansche
majesteiten hadden toch reeds een prins als zoon
aangenomendie hen had moeten opvolgen
indien zii iets hadden kunnen nalaten.
Koning Leopold met zijne gemalin genieten nog
steeds van redevoeringen en fanfaren enz., die
hen in de onderscheidene steden van hun rijk
worden aangeboden. De liberalen meenen dat
Z. M. wat al te vriendelijk is geweest tegen
den bisschop van Brugge, maar overigens zijn
alle Belgen van meeningdat er geen beter
vorst isdan hun tweede koning.
De koning van Griekenland, zegt men, zou
wel met eene Engelsche prinses willen trouwen,
koningin Victoria echter meent eerst te moeten
onderzoeken of er kans bestaatdat koning
George nog wat in betrekking zal blijven, daar
in Griekenland de atmosfeer ook al niet ge
schikt schijnt om troonen en kroonen voor
bederf te bewaren.
De Pruissische kamer heeft de indemni-
teitsbill aangenomen. Bij het debat verklaarde
de minister Eulenburgdat de regering door de
aanneming zou gedwongen worden, om het huis
te gemoet te komen. Niet met het oog op de
indemniteit werd door de regering de wapen
stilstand ingewilligd, maar de aanneming is de
voorbode van een wezenlijk duurzamen vrede.
In een brief van zijn correspondent, zegt
de Temps: »Het sluiten van den vrede tusschen
Pruissen het groothertogdom Hessen en het
koningrijk Saksen levert zoo ernstige moeijelijk-
heden op, dat men niet kan voorzien wanneer
hij tot stand zal komen. De districten van het
groothertogdom Hessen aan gene zijde van de
Main gelegenzullen deel uitmaken van den
noord-duitschen bondterwijl de streken ten
zuiden dier rivier en aan den linkeroever van
den Rijn hunne autonomie zullen behouden
met uitzondering van Mentz, dat zoo als men
weet een pruissisch garnizoen heeft. De eene
helft der hessische troepen zal trouw zweren
aan den koning van Pruissende andere aan
den groothertog. Welk een verwarring!
Bij de wijding van den bisschop van Mar
seille die den 26sten Aug. te Rome plaats had
heeft de paus de gezanten en fransche gene
raals aan een collation genoodigddat voor de
bij die plegtigheid tegenwoordige prelaten was
aangerigti Behalve deze waren slechts Fran-
schen Verzocht. Opmerking verdient het, dat
volgens eene oude etiquette, de paus nog nooit
iemand in het vatikaan aan zijne tafel heeft
genoodigd en dat het sedert 700 jaren voor
de eerste maal isdat een fransch bisschop te
Rome is gewjjd.
De president der nationale commissien,
die zich belast hebben met de leiding der in
schrijvingen voor een gedenkteeken ter nage
dachtenis van koning Leopold I, hebben zich
den 3den dezeronder voorzitterschap van den
minister van jbinnenlandsche zakenvereenigd
en besloten om het monument te plaatsen op
eene hoogte nabij het kasteel te Laeken.
O© mongao berigten.
De Caisse des bonnes oeuvres te Parijs is bankroet
en de directeur op de vlugt. Omstreeks 2000 gees
telijken hadden hunne gelden aan deze kas toever
trouwd. Het passief bedraagt 5 millioen en het actief
wordt vertegenwoordigd door eene som van 22 fran
ken. Te Leiden heeft men eenen gloed nieuwen
kandidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer
gevonden in zekeren baron Otto van Wassenaar Cat-
wijch. Men verwacht dat deze kandidaat veel kans
van slagen heeft, omdat hij een nieuw ontdekte ster
aan den politieken hemel is en de menigte doorgaans
het vreemde aanbidt. Te Breda is een wildstroo-
per gearresteerd en in de Beneden-Knijpe leeft iemand
van 101 jaren oud die nog dagelijks wandelt om
zijne gewone liefdegaven intezamelen. De heeren
Henry Harriseigenaars der kaasfabriek te Inger-
sollWest Canada, hebben een monster-kaas gemaakt
voor de provinciale tentoonstelling te Torento. De
kaas heeft eene breedte van 6 voet en 8 duimen
eene dikte van 3 voet. De melk, voorhet maken dezer
kaas gebruikt, weegt 35 ton, (een ton is 2,000 pond,
dus 70,000 pond) en werd opgeleverd door 800 koe-
ijen. De kaas zelve weegt 3 en eene halve ton of
7000 pond. Voor de berging van dezen „koning der
kazen" is een net huisje van 16 18 voet gebouwd,
zoo ingerigt dat de kaas in 3 en een halve minuut
kan omgekeerd worden. Tegen een aanval der Fe
nians (vliegen) heeft men voorzorgs-maatregelen geno
men. Uit Zwolle wordt het volgende gemeldeen
anderhalf-jarigkind, met een broertje van |5 jaren gerui-
men tijd alleen gelatenwerd door dezen in het
aangezigt, op armen en handen gebrand met een door
hem van den haard genomen vlammend talhout. De
brandwonden waren zoo ernstig, dat het wigtje, na
verscheiden dagen lijdens, aan de gevolgen is over
leden. Eene boerin uit de omstreken van Londen
ging dezer dagen naar de opera aldaar, om het talent
van de groote zangeres Jenny Lind van wie zij
zooveel hadden hoorer. spreken te bewonderen.
Zoo als gewoonlijk, viel dien avond aan de gevierde
zangeres een groot succes te beurten toen de boerin
weder te huis kwam, antwoordde zij op de vraag:
„Wel, was het mooi?" Slecht, zeer slecht, al de
menschen hebben zóó getrapt en geschreeuwd, dat ze
driemaal moest terugkomen om haar excuus te maken!"
OPENBARE VERGADERING
van den
GEMEENTE-RAAD te GOES,
den 29 Augustus 1866.
Afwezig de heeren mr. de Laat de Kanter, mr. de
Knokke van der Meulen en mr. P. J. van Voorst Vader.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurdmet eene kleine wijziging op verzoek
van den heer van den Bosch.
De Voorzitter deelt als ingekomen stukken mede:
a. Brieven van heeren GedepStaten met toezending
van een extract van Zijner Majesteits besluit, hou
dende goedkeuring van het besluit van dezen raad
tot wijziging der heffing van schoolgeld op de bur
gerschool.
b. Brieven van de heeren E. HuizingaD. de Koning
en P. F. van Slijpehoudende kennisgeving: dat zij
hunne benoeming tot leeraar aan de hoogere burger
school aannemen.
De Voorzitter stelt voor, om de 4 maanden trac-
tement aan den heer de Koning als bouwkundige
der gemeente, te betalen uit den post van onvoor
ziene uitgavenonder goedkeuring van heeren gedep.
staten; waartoe wordt besloten;
c. Brief vau de openbare gezondheids-commissie,
daarbij toezendende een afschrift van het door die
commissie vastgesteld huishoudelijk reglement, het
welk zal worden gedrukt en aan de leden dier com
missie, zoo ook aan de leden van dezen raad een
exemplaar worden uitgereikt;
d. de begrooting van het gasthuis voor 1867 met
daarbij behoorende memorie van toelichting, welke
zal worden gesteld in handen der finantiele commissie.
e. De rekening van het burgerlijk armbestuur over
1865, welke zal worden gesteld in handen der finan
tiele commissie.
Een verzoek om kwijtschelding van den hoofde-
lijken omslag, hetwelk bij de overige zal worden ge
voegd.
g. Verzoek van Johanna de Jonge, hulponderwij
zeres aan de bewaarschoolom in het genot te wor
den gesteld van het vroeger aan de eerste hulponder
wijzeres dier school toegestane tracieinent van 100
welk verzoek zal worden gesteld in handen der plaat
selijke schoolcommissie op rapport en voorstel, en
li. Het Staatsblad no. 118, hetwelk bij de overige
zal worden gevoegd.
In behandeling wordt genomen de gemeente-reke
ning over 1865 en de verantwoording van burg. en
wethouders.
Het rapport der finantiele commissie daaromtrent
voorgelezen zijnde, blijkt daaruit hoofdzakelijk het
verschil tusschen de werkelijk ontvangen en uitgegeven
en begroote sommenwaarna de commissie adviseert
tot goedkeuring en vaststelling
in ontvang op-75306,
uitgaaf - 73615,20
en met een goed slot van 1690,80
De beraadslagingen geopend zijnde, zegt de heer
Verhagen:
Ik heb deze rekening met de noodige aandacht
trachten na te gaanen daarop geene aanmerkingen
doch moet het betreurendat de inrigting zoodanig
is, dat het niet mogelijk is, om bijv. te verifiëren
of werkelijk de gelden, primitief bij de begrooting
toegestaan voor bepaalde onderwerpendaaraan wer -
kelijk zijn besteed.
Spreker heeft voornamelijk op het oog de afdeelin-
gen gewoon onderhoud en aanleg en vernieuwingte
zarnen 23 a 24000,bedragende. Bij het vast
stellen der begrooting toch worden die cijfers in on-
derdeelen gesplitst en besproken, en in de rekening
wordt alles onder een post verantwoordzoodat wel
blijkt dat het totale cijfer is uitgegeven, maar vol
strekt niet waarop en waaraan de sommen besteed zijn.
Men kan dus niet zien of eenig werk, primitief be
groot op eenige honderdenook soms duizenden ge
kost heeft, en evenmin of het werk, waartoe beslo
ten is, werkelijk is uitgevoerd.
Eene tweede bemerking is deze, dat niet uit de
rekening voldoende blijktof de uitbetaalde sommen
zijn verwerkt bij aanneming of in daggeld; wel is
dit bij enkele posten het geval, maar spreker denkt
niet, dat al de posten, waarbij dit niet vermeld is,
in daggeld zouden zijn verwerkt.
Wat verder de bijzondere posten dezer afdeeling
betreft, wenscht spreker inlichtingen hoe en op welke
wijze de uitgaaf van 130,voor het uitbaggeren
der vest wordt geverifieerd?
De Voorzitter antwoordt daarop, dat zulks wordt
geconstateerd door opmeting na de uitbaggering en
volgens aanneming.
De heer Verhagen zegt dank voor die inlichting en
constateert, dat er in 1865 dus 520 kubieke ellen
drooge modder zoude zijn uitgebaggerdhetwelk hem
nog al ruim voorkomt.
De tweede post waarop zijne aandacht gevestigd
was is de post van smedewerïc. Hij ziet daaruit dat
in 1865 in het geheel is betaald ƒ755,40, waarvan
713,40 aan M. van derWeele, te Wilhelminadorp
en slechts 42,aan aannemers uit deze gemeente
zonder dat het blijkt of dat werk aan M. van der
Weele bij aanneming gegund is.
Indien dit bij vergunning is, bewijst dit het ge
gronde der in der tijd door spreker gemaakte aan
merking, dat men vroeger naar het scheen er minder
aan hechtte om de gemeentewerken voor zooveel dit
onderhandsche vergunningen betrof, bij voorkeur aan
onze ingezetenen te begeven, en herhaalt zijn wensch
dat dit voortaan niet meer zoo in het oog loopend
moge plaats hebbenwaarvoor hij echter met het oog
op de tegenwoordige wethouders minder vrees heeft.
Dhr. van de Tutte het woord verleend zijnde, zegt
het hem verheugtdat door dhr. Verhagen weder
wordt teruggekomen op het smidswerk, verrigt door
M. van der Weele te Wilhelminadorp, dewijl dit spre
ker alsnu in de gelegenheid stelt om den scherp af
keurenden zin waarmede dhr. Verhagen over ditzelfde
punt heeft gesproken bij de behandeling der begroo
ting over 1866, te kunnen wederleggen; destijds was
spreker te kort lid van het dagelijksch bestuur om
de voorstelling alstoen door dhr. Verhagen daarvan
gegeven te kunnen bestrijdensedert met zijn mede
wethouder het sas bezoekende, heeft hij zich over
tuigd van de noodzakelijkheid om van der Weele bij
voorkeur het daar te verrigten smidswerk te gunnen;
meestal toch ontstaan er onverwacht gebreken welke
gebiedend onverwijlde herstelling vorderen, en in
welke gevallen, die niet zelden des nachts en ontijdig zich
voordoenzijn door van der Weele de herstellingen
verrigtvóór er een smid uit de stad bij kan zijn
bovendien van der Weele is met het smidswerk
aan de sluizen zeer bekend, daarom en om zijne
bereidvaardigheid om op ieder ongelegen uur de hand
aan het werk te slaanwerd dhr. van Kerkwijk ge
noopt van der Weele bij voorkeur er mede te be
lasten het doet spreker genoegen in de gelegenheid
te zijn zijnen geachten voorganger niet alleen volko
men te kunnen regtvaardigen maar er tevens de
verklaring bij te voegen, dat hij bij voorkomende
gevallen eveneens zal handelen, dewijl hij zulks in
het belang der gemeente acht en die pligt hem zwaarder
weegt dan meerdere of mindere populariteit.
De heer Verhagen dankt den vorigen spreker voor
de gegeven inlichtingen en antwoordt: dat als de
gunningen in daggeld alleen geschieden wanneer het
belang der gemeente dat medebrengt hij gerustelijk
de verzekering durft te geven dat in zoodanig geval,
er ook door geen enkel lid van den raad aanmerking
op zal worden gemaakt;
hij zegt verder geene aanmerking op de rekening
te hebben en is bereid dezelve goed te keuren.
De heer van den Bosch wenscht in de kolom van
aanmerkingen op de rekening te noteren aan welke
eigendom besteedde werken gedaan zijn.
De Voorzitter zegt dat dit uiterst moeijelijk is
daar de bestedingen zooveel mogelijk gecombineerd