BUITENLAND. motien in stemming gebragt. Die van den heer Keuchenius werd verworpen met 63 tegen 4van den heer van Swieten met 48 tegen 19 van den heer Thorbecke met 48 tegen 19; van den heer van Heukelom met 35 tegen 32 stemmen. Dingsdag heeft de kamer van half twaalf tot 4 ure, in geheim comité beraadslaagd over de motien betreffende de afdamming der Schelde. Ten 8 ure is eene avondzitting gehouden ins gelijks in geheim comité Ook een gedeelte van de zitting van Woens dag is op die wijze aan de behandeling der zelfde zaak gewijd geweest. Eerst ongeveer ten twee ure des namiddags is het comité opgeheven. Het bleek toen, dat nog drie an dere motien waren voorgesteldbehalve die van de heeren Fokker en de Brauw. De motie des eersten, welke de verste strekking had, werd verworpen met 36 tegen 28 stemmen. Die van de heeren de Brauw en Begram werden ver worpen met eene groote meerderheid. Einde lijk werd met 40 tegen 24 stemmen aangeno men eene motie van den heer van Nierop van den volgenden inhoud: de kamer, gehoord de mededeelingen der regering en het regt van Nederland, om op zijn gebied werken te ma ken, onbetwistbaar achtende en den spoedigen aanleg van den Zeeuwschen spoorweg aan de regering aanbevelendegaat over tot de orde van den dag. De discussie over de Indische begrooting is daarna hervat en de algemeene beraadslagingen nog niet gesloten. (Per telegraaf). De algemeene beraadslagingen over de O.-Indisehe begrooting zijn heden afgeloopen, Op art. 15 waren drie amendementen voorgesteld, als lo. door den heer van der Linden, die de bezoldiging der hoofden wilde verhoogen met het oog op de latere afschaffing van de gedwongen diensten2o. van den heer van Heukelom om de bedoelde post met één millioen te verminderen waardoor de zaak der heeren diensten in status quo blijft. Het eerste werd verwor pen met 40 tegen 17 stemmen. Bij de stemming over het tweede sfaakten de stemmendaar 29 voor en 29 tegen waren. Eindelijk was er nog een amen dement van den heer Bocltussen, om de post met 7 ton te verminderen, over welk amendement nog niet is gestemd. Morgen worden de beraadslagingen voortgezet. Door het departement van oorlog is bepaald, dat het getal vrijwilligers en militiens per regiment infanterie zal bedragen 825 manschap pen; voorts dat de militiens der ligting van dit jaar, die met de maand Mei 11. in acti viteit zijn opgetredenen die door het lot voor het blijvend gedeelte zijn aangewezen, tot aan vulling van bovengemeld getal onder de wa penen zullen blijven. De militiens, die niet voor het blijvend gedeelte zijn bestemdzul len den lsten October aanst. met onbepaald verlof naar hunne haardsteden vertrekken, met t uitzondering dat er 75 per regiment (naar hunne getrokken nommers) slechts een tijdelijk ver lof van zes maanden zullen bekomen, en alzoo op 1 April des volgenden jaars bij hunne corp sen weder present moeten zijn. Naar men verneemt zou bij den raad van state een wetsontwerp ingekomen zijnwaarbij de regering gemagtigd wordt om 2 '/2 millioen voorschot te geven aan de maatschappij tot exploitatie van spoorwegen. Het schijnt dus, dat onze specialiteit voor finantien het in 'slands belang acht om de aanwezige gelden, die voor de dienst niet gevorderd worden, niet te ge bruiken tot amortisatie van schuld maar daar mede klagende gemeenten en zuchtende maat schappijen te helpen. Wel was het te ver wachten dat klagten en zuchten bij dezen mi nister van finantien bescherming en weer klank zouden vinden, maar men vraagt zich af, of die gelden ook bij de begrooting bestemd werden tot zoodanig doel en of dus de minister bevoegd is, om alzoo met de gelden te spelen. Dat de minister van Bosse die gelden terug hield in de kas, bij den onzekeren politieken toestand van Europawas eene wijze bedacht- lamheid maar nu de omstandigheden veran derd zijnzou het beter zjjn die gelden tot hunne bestemming te brengendan er dezen en genen pleizier mede te doen. Naar men verneemt, zal in de eerste dagen van October a. s. in de verschillende ressor ten door de militie-commissarissen de gewone jaarlijksche inspectie worden gehouden over de militiens der legercorpsen, die zich met onbe paald verlof in hunne haarsteden bevinden. Het residentie blad vermeldt met zekeren ophef, dat de stad 's Gravenhage voor eene waarde van ƒ1,515,000 aan gebouwde eigen dommen bezit en dat zij, niettegenstaande her haalde verkoopen van kapitalen, ingeschreven op het grootboek der nationale schuldtoch nog aan inschrijvingen bezit eene som van 117,100. Het is vreemd, dat dergelijke be- rigtenbij wijze vafi bluf, worden medegedeeld in een blad, dat nog kort geleden, toen er sprake was van de gevolgen der accijns-af schaffing eene jammerklagt aanhiefals of 's Gravenhage, eene arme gemeente, nu weldra in den afgrond zou nederstorten. Gisteren omstreeks half drie uren had eene proeffid plaats op een gedeelte van den in- aanleg zijnden spoorweg n. 1. tusschen Goes en Kapelle. Op uitnoodiging van den heer Albersnamen daaraan deel de leden van den gemeente-raad te Goes en die van de dagelijksche besturen van Kloetinge en Kapelle, in tegen woordigheid van de hoofd-ingenieurs Simons en Kool. In 12 minuten tijds stoomde men naar Kapelle waar door den heer aannemer Al bers eenige ververschingen werden aangeboden; de terugtogt geschiedde in 10 minuten. Ook de harmonie »de Volharding" had plaats ge nomen in den trein om eenigen luister bij te zet ten, terwijl eene talrijke menigte nog menige wagens vulde. In de raadsvergadering van 4 dezer is: 1°. Bij herstemming met algemeene stemmen op één na, verworpenhet voorstel tot het ne men van maatregelen* bij het binnenkomen van schepen. 2o. Met gelijke stemmen tot wethouder her benoemd, de volgens de wet aftredende heer G. M. Kakebeeke. 3°. Tot eene volgende vergadering aange houden de beslissing op het verzoek van C. Cornu tot continuatie van de pacht der oude haven. 4j. Eveneens aangehouden het rapport en voorstel nopens het adres van de directie van den Goesschen polder. 5o. Besloten eene wijziging te brengen in eenige voorgenomene werkenen 6". Met algemeene stemmen besloten om de tentoonstelling van landbouw te doen doorgaan. Na afloop der te behandelen punten deelt de voorzitter mede van den aannemer van den spoorweg eene uitnoodiging voor de leden van den raad enden secretaris te hebben ontvangen om deel te nemen aan den eersten rid per spoor op Zeeuwschen bodem en dat die uit noodiging bereids door B. en W. was aan genomen. Het gewone verslag in of bij een volgend nommer. Morgen zal voor het prov. Geregtshof in Zeeland worden behandeld de zaak van de wed M. v. W. te Waarde, beschuldigd van vergif tiging van wijlen haren man. Ook zullen te regt staan wegens medepligtigheid aan het mis drijf hare zuster J. v. H. en C. F. boerenknecht. Met 4 van de 5 stemmen is herbenoemd tot wethouder der Gemeente Oortgene de heer J. W. Vader. Uit 's Hertogenbosch wordt geschrevenWij zullen dan in den loop dezer maand onze ves ting in staat van verdediging zien gebragt. Al wat noodig is, om eene belegering te ver onderstellen zal aan de wallen en een paar forten aan den Vughterkant gelegenworden aangebragt. Wij ontleenen aan het Journal d'Anvers het volgende: Men schrijft uit Breda, dat de vee houders en kooplieden het zeer betreurendat nog altijd de invoer van vee in Belgie verbo den blijft, daar toch sedert vele maanden zich geen geval van veeziekte in Noord-Brabant heeft voorgedaan. De Belgische regering zou in haar eigen be lang bepaalde kantoren en dagen kunnen aan wijzen, waarop de invoer geoorloofd was, na behoorlijk onderzoek door vee artsen. Wij vereenigen ons, zegt het Antwerpsche blad verder, geheel met het denkbeeld en ves tigen daarop de aandacht van den minister van binnenlandsche zaken. De overvloed van vee, die in Noord-Brabant aanwezig is, zou op den prijs van het vleesch in Belgie gunstig kunnen werken. Wekelijks stijgt nu de prijs van het vleesch en bij vermindering daarvan zou de schatkist even zoowel als het publiek winnen. Door geheel Belgie is gebrek aan vet vee. En indien het gouvernement daarin wilde helpen voorzien, het zou nog ten overvloede kunnen bepalen, dat er slagthuizen werden opgerigt, in de nabijheid van de spoorweg-stations aan de grenzen. Men verhaalt de volgende anecdote, welke te of in de omstreken van Cleef zou hebben plaats gehad. Aan een open-tafel zaten, benevens vele an dere personen, een Pruissisch kapitein en een Nederl. officier. Het gesprek liep over het zündnadel-geweeren al spoedig kwam men op de wapening der Nederl. infanteriede Pruis zeide toen spottenddat in Holland de infan terie nog met blikken geweren schoot. De Nederl. officierwilde dit gezegde aanvankelijk niet opmerken, waarop de Pruis, zich van zijn succes zeker wanendehem in het gesprek riep met de vraag, of het niet waar wasdat de infanterie in Holland nog met blikken geweertjes gewapend was? De Hollandsche officier merkte hierop koeltjes aan, dat hij, bij de staf die nende de vraag niet kon beantwoorden, maar hem uitnoodigde, om den volgenden ochtend vroeg een Hollandsche sabel te meten. Een duel was hiervan het gevolgwaarbij de Pruis- sische kapitein eene wond in het aangezicht en eene aan de regtehand ontving. ALGEMEEN OVERZIGT. Wie zou niet gedacht hebben, dat de vorsten, die zoolang weder tegen elkander krijg voer den, nu eens regt op hun gemak van den vrede zouden wenschen te genieten. De een kon op zijne gewaande lauweren rusten, de ander zich verheugen, dat hij van een deel zijner onrustige onderdanen verlost wasmaar noch de een noch de ander is te vreden. De koning der naaldgeweren woelt en tobt nog voort om zich wat meer te verwerven, dan hij reeds voor zich genomen heeft, en de keizer van Oostenrijk denkt er aan, om zijn ontslag te nemen en te gaan rusten, schoon hij slechts aan den ingang van zijn loopbaan staat. Wij laten het laatste ge rucht voor hetgeen het ismaar kunnen ons begrijpen dat de laatste maanden zijne kei zerlijke majesteit overtuigd hebben dat men op troonen niet altijd als op rozen zit en dat men, als het er op aankomt, op de veelgeliefde, neven maar weinig staat kan maken. Ook zijn de herinneringen die gedurig nog opgewekt worden, niet zeer aangenaam en vleijend. Wij wijzen alleen op de bijzonderheid, dat er eene uitwisseling van krijgsgevangenen tusschen Oos tenrijk en Pruissen plaats had of eerstdaags hebben zal, waarbij ruim 35000 Oostenrijkers tegen p. m. 5 a 600 Pruissen zullen ingeruild worden. Ook in Oostenrijks binnenlandsch be stuur is het lang geen vrede en het zou daarom geen zoo groot wonder zijn, indien keizer Frans Joseph zich aan al die haspelarijen onttrok. Koning Victor Emanuel begint er reeds aan te denken, om zijn intogt in Venetie te houden, ofschoon nog eerst de volkskeus hem de kroon op het hoofd drukken moet. 'tls nu echter bepaald, dat dit zoo moet zijn en het is dus zaak in tijds met het programma van den intogt gereed te wezen. Keizer Napoleon heeft eene verandering in

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2