COURANT. VRIJDAG 7 SEPTEMBER. 538te Jaargang. S8«6. V. 70. v».** —«a:s^> pS. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. I'rifs per kwartaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone odvertentir-n worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodbcrigten van 1-0 regels, 1,10, behalve het zegelregt. De inzending van advertentiSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bij dit nommer behoort een Bijvoegselhou- dende vervolg van het verhandelde in den Ge meente-raad op den 29 Augustus 11. BeMendLmals BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekend Dat de lieer G. H. KAKEBEEKE, in de openbare vergadering van den gemeente-raad op den 4den dezer, bij voortduring is benoemd tot Wethouder dezer ge meente en ambtenaar van den burgerlijken stand eu dat bij die benoeming heeft aangenomen. fin opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze wor den afgekondigd, aangeplakt en geplaatst in de Goes- sclte Courant. Gedaan te Goes den 5 September 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAATJBEEN. De Secretaris II. C. PILAAR. Do uitslag der stemming over de onderschei dene motien betrekkelijk de afschaffing der heerendienstenmoge velen hebben teleur gesteld anderen een triomf toeschijnen het komt ons voor, dat die uitkomst, ten deele al thans, kon worden voorzien. De omstandig heden van den laatstèn tijd zijn duidelijk ge noeg geweestonr ieder te doen hegrijpen welke vermoedelijk de uitkomst zoude zijn, zoo wel voor het geval dat beginselen als voor dat, waarin persoonlijke consideratien beslissen zouden. De stand der partijen in de kamer was genoegzaam bekend het hing alles een voudig af van de trouw of ontrouw aan vroeger beleden leerstellingen en beginselen. Het is thans' beslistdat persoonlijke appreciatien het gewigt in de schaal moesten leggen en voor het oogenblik is eene ernstige en belangrijke zaak daardoor uitgemaakt. Voor het oogenblik want gelijk te verwachten is, dat de kamer hij de behandeling van de onderdeelen der be grooting nog wel eens op dat onderwerp zal terair komen zoo is het er verre van daan dat de conservatieve mannen het zegelied kun nen aanheffen, ook omdat hier in waarheid eene indrukwekkende en veel beteekenende min derheid tegenover hen staat. »De verwerping van de motie van Heukelom, zegt het Dagbladis de veroordeeliug door de tweede kamer van de koloniale politiek des afgetreden ministers op dit punt." Wanneer men nu deze zoogenaamde veroordeeling van nabij beschouwt, waarop komt zij dan neder Zeven en zestig leden der kamer nemen aan de steinjnirig deel. Twee en dertig van dezen verklaren zich voor de motie van Heukelom en vijf en dertig daartegen. Maar onder deze laatsteu zien wij bijv. de namen Thorbecke van der Linden van der Maesen enz. Zijn deze dus voorstanders van de conservatieve leer? Maar immers de hier bestreden zaak behoorde tot de koloniale politiek onder het laatste mi nisterie Thorbecke voorgestaan; tot de begin selen van den minister van de Puttedie ook de heer Thorbecke eenmaal zeide te zijn toegedaan, toen hij van zijnen ambtgenoot getuigde, dat deze de Indische maatschappij gedurende 25 jarenhad doorgedacht. Men trekke slechts de namen Thorbecke en van der Linden van de tegenstemmers af en de slotsom isdat zij om hunne vroeger bekende en beleden begin selen bij de voorstanders gerangschikt, een ge heel andere uitkomst dan nu doen zien. De triomf dei' partij komt dus daar op neder, dat zij zeggen kan: door eene toevallige omstan digheid hebben wij de meerderheid gehad, schoon het boven allen twijfel is dat de meerderheid der kamer het liberale beginsel huldigt. Het is evenzeer gebleken,,dat er onder de liberalen in de kamer van geene verdeeldheid sprake kan zijn waar het de belijdenis van liberale be ginselen geldt, al meent ook het Dagblad die verdeeldheid sterker dan ooit te hebben waar genomen. De heer 'Thorbecke die vroeger zoo onbekwaam washeeft nu treffend gespro ken en het orgaan verkneukelt er zich in te schrijven dat de heer Thorbeeke de motie van ITeukelom heeft gedood. Maar wie begrijpt niet, dat dergelijke redenen strekken om de aan dacht afteleiden van de onwedersprekelijke waar heid, dat de heer Mijer en zijne partij bepaald de minderheid hebben in de kamer dat zij nu alleen overwonnen door den tijdelijken bij val bij de stemmingvan hunne natuurlijke tegenstanders. Of men dat nu eene overwin ning van beginselen mag noemen? waarlijk indien de conservatieve partij niet anders re geren kan dan door de hulp van twee of drie liberalen dan zal men de natie toch niet doen gelooven dat zij steun in de kamer heeft. Wie het intusschen wel meent met Indie zal het betreuren, dat de ontwikkeling van het goede wordt gestuit, al houdt hij zich over tuigd, dat dit geen stand kan houden. Reeds is geblekendat het geschreeuw over de be wuste afkondiging door den gouverneur-gene raal een geheel ander karakter haddan men het deed voorkomen; dat de tegenwoordige minister den maatregel slechts heeft geschorst, omdat hij tijd wil hebben de zaak te overwe gen. Maar welke verwachtingen men op een en ander moge bouwen, voor het oog'enblik, Iaat men toch voortdurenwat men in be ginsel afkeurt en onhoudbaar acht. Men redeneert daarover als of Indie in alle opzigten eene minderjarige was, die alles voor zich moet laten beslissen en daarin berusten. Geluk kig dat de loop der zaken de hoop niet geheel uitbluschtdat de profetie van den heer Geertsema wel eens spoedig kon worden ver vuld dat de reeds zoo beduidende minderheid eene beslissende meerderheid kan worden.' Het Utrechtsche Dagblad bevat een schrijven uit 'sHage, waarin medegedeeld wordt, dat onder de stukken, betreffende de afdamming der Ooster-Schelde aan de kamer medegedeeld, een gevonden wordt, waarbij in der tijd de minister Thorbecke concessie geweigerd heeft voor den aanleg van een kanaal door Zuid-Beveland, om dat dit werk nadeelig zou zijn voor de Belgi sche belangen. Op grond van den inhoud van dit stuk zou Belgie thans in verzet komen. Wij treden niet in beoordeeling van het hier vermelde feit, maar wijzen er alleen op, dat de schrijver, die dit mededeelt, zegt doorgaans niet indiscreet te zijnmaar nu niet te kunnen na laten, om zich daaraan schuldig te maken. Twee gevolgtrekkingen liggen voor de hand. De mededeeling kan met geen ander doel ge schieden, dan om personen en zaken in een verkeerd licht te plaatsendaar het geheel on aannemelijk isdat Belgie nu eerstnu het kanaal reeds bevaren wordtzich zou laten gelden en dat de heer Thorbecke de uitvoering van een werk zou bevorderd hebbenwaartoe hij op zulke gronden de concessie geweigerd had. Maar wie is de persoondie zich zeiven als zoo indiscreet doet kennenom een stuk mede- tedeelen, waaromtrent de minister geheimhou ding heeft verzocht? Is het een der ambtena ren door wiens handen de stukken moesten gaandan is het te hopen dat onze ministers zulke specialiteiten in onbescheidenheid zullen weten te straffen. Of is het maar welk lid der kamer zou zoo indiscreet kunnen zijn? Het is te hopendat afgevaardigden als de Utrechtsche heer Kien, zich. de zaak zullen aan trekken en ook de redactie van de oude Utrecht sche Courant zullen doen begrijpendat een courant, die onder zoodanige verklaring derge lijke herigten opneemt, zichzelven als indiscreet brandmerkt. Of is ook hier niet van toepas sing de regelde heeler is niet beter dan BINNENLANDSCHE BERSGTEN. GOES, 6 September 1866. Zoo als het telegram in ons vorig no. meldde is de zitting van Maandag uitsluitend gewijd geweest aan de behandeling der vier onderschei dene motien. Er hebben zich weinig nieuwe sprekers in het debat gemengd. De voorstellers der amendementen hebben meest allen hunne denkbeelden nader uiteengezetmaar zijn ook herhaaldelijk door den minister bestreden. De heeren Rochussen en Andreas waren de eenige die voor den minister streden. De heer van der Linden koos partij voor het amendement Thorbecke en de heer Poortman voor dat van den heer van Heukelom. Eindelijk werden de

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1