450 VERGADERING VAN DEN 17 AUGUSTUS 1866. Afwezig de heeren mr. J. H. de Laat de Kanter, buiten de gemeente met en mr. P. J. van Voorst Vader zonder kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. De Voorzitter deelt mede een eerst heden ingekomen brief van heeren gedep. staten, houdende bekendmaking met de bedenkingen tegen het laatste artikel der verordening voor de openbare gezondheids commissie, welke bedenking door den mi nister van binnenlandsche zaken wordt gedeeld, en met verzoek art. 17 in dien zin te wijzigendat de bevoegdheid tot het binnentreden der woningen aan de commissie worde gegeven, voor de handhaving van de naleving der voorschriften vervat in de verordening in het belang der openbare gezondheid en in die op de mestvaalten, het houden van varkens en het ledigen der secreten in deze gemeente. De voorzitter stelt voor dien brief te stellen in handen van burg. en weth. ten fine van nadere kennisneming; waartoe wordt besloten. De voorzitter doet voorlezing van een brief van den heer in specteur van het middelbaar onderwijs, houdende mededeeling dat er bij ZEd. geene bedenking bestaat tegen de voordragt van den heer P. P. van Slijpe, tot leeraar in de Engelsche taal aan de hoogere burgerschool, en stelt voor tot de benoeming overtegaan. De heer mr. Saaijmans Vader vindt nog al bezwaarom iemand die geen admissie voor de aardrijkskunde en Nederlandsche taal heeft, daarin te laten onderwijzen. De heer Verhagen wijst den vorigen spreker op de getuigenis sen van dien persoonen zijne bereid verklaring om binnen twee jaren examen te doen ter verkrijging der verlangde admissie's. Tot benoeming overgaande wordt de heer Pieter Erederik van Slijpehoofdonderwijzer aan de openbare school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs te Middelharnismet 8 stem men benoemd tot leeraar in de Engelsche taal aan de hoogere burgerschool, terwijl één briefje niet was ingevuld en alzoo van onwaarde was. De Voorzitter zegt: dat de stukken van mejufvrouw E. J. van Braambeek terug ontvangen zijn en er bij den heer districts schoolopziener en de hoofdonderwijzeres der Eransche meisjes school, tegen hare benoeming geene bedenkingen bestaan, en stelt namens burg. en weth. voor tot de benoeming overtegaan.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 6