VERGADERING VAN DEN 17 AUGUSTUS I860.
403
slag is dit onmogelijk dan zien wij in de zedelijke wereld
hetzelfde verschijnselals in de stoffelijke natuurwaar stoom en
vuur, door ze aan zich zeiven overtelaten, alom verderf zouden
verspreiden.
De heer Broes van Dort zegt:
Zoo lang ik de eer heb lid van dezen gemeenteraad te zijn
is er geene zaak behandeld, die in zoo hooge mate mijne be
langstelling heeft gaande gemaakt, als het voorstel dat aan de
orde is.
Bij de enorme uitgaven toch, die de regeling van het lager
en middelbaar onderwijs in deze gemeente heeft noodig gemaakt,
moet elke poging welkom heeten, die het gegronde vooruitzigt
oplevert op vermeerdering der baten, die, in compensatie
daarvan, in de gemeentekas zouden kunnen terugvloeijen.
Ik heb het daarom mijn duren pligt geacht in deze belangrijke
zaak geene stem uittebrengenten zij die het resultaat kon zijn
eener ernstige en gemoedelijke overweging der grondendie voor
of tegen het voorstel pleiten.
De slotsom dier overwegingen nu is zaamgevat in het rapport
der commissie voor middelbaar onderwijs, waarvan ik, als lid
der commissie, de grondslagen heb helpen leggen.
Ik zou dus mijne stem reeds genoegzaam gemotiveerd kunnen
achten, met de verklaring, dat ik mij volkomen vereenig met
de economische en juridische gronden, waarop de conclusie tot
verwerping van het voorstel, in genoemd rapport, berust.
De loop echter, die de debatten dezen avond genomen hebben j
de geest, die er in doorstraalt; de woorden, die er gebezigd zijn
dit alles noopt mij om nog een enkel, kort woord in het midden
te brengen.
En dan mag ik in de eerste plaats mijn leedwezen niet ont
veinzen over sommige uitdrukkingen, die gebezigd zijn in het
zoo even voorgelezen rapport der plaatselijke schoolcom
missie; uitdrukkingen, die ik hier niet zal specialiseren,
maar die mij toeschijnen insinuatiën te bevatten tegen den ge-
achten voorsteller, die hij niet verdiend heeft en waarvan men,
in elk geval, in gebreke is gebleven het bewijs te leveren.
Evenmin hebben de discussiën met hoeveel redenaarstalent
ook gevoerd zich ditmaal gekenmerkt door dien geest van
waardigheid en kalmtedien ik een eerste vereischte reken bij de
verdediging eener goede zaak. Men is daarbij, welligt zonder
het tc willen, gaande weg, vervallen in eenc kritiek van be-