BUITENLAND. Gemongcae toeristen. Ingezonden De zeepzieders te Amsterdam zullen een adres aan de tweede kamer zendenwaarbij de af schaffing van de belasting op de zeep wordt gevraagd. Ook van elders worden daartoe po gingen aangewenden men schijnt de zaak bij het hooger bestuur levendig te willen houden. ALGEMEEN OVERZIGT. Terwijl de berigten uit Duitschland ons zeg gen, dat het vredesverdrag tusschen Oostenrijk en Pruissen geratificeerd is, laten zij niet na er op te wijzendat Pruissen nog steeds den kende is over de beste wijzeom de veroverde landen te annexeren. Het is voor de Bismark- sche regering geen geheim, dat de meesten der overwonnen staten alles behalven ingenomen zijn met de vernietiging van hun afzonderlijk bestaan, en dat de adressen, die moeten ge tuigen van het verlangen, om met Pruissen ver- eenigd te worden geenszins den wensch der bevolkingen uitdrukten. Voor het oogenblik zullen deze moeijelijkheden zich wel schikken, maar in het vervolgwij twijfelen er niet aan, zal het duidelijk blijken, dat men wel door overmagt een volk dwingen kan zijnen veroveraar te gehoorzamenmaar geenszins om zich onder een vreemden scepter gelukkig te gevoelen. Voor Saksen is de horizont ook nog niet onbeneveld. Wanneer men daar aan den genadigen koning het oppergezag wil latenzal men in schijn kunnen blijven, wat men was, maar zoo de koning van Saksen iets meer voor zich eisehen mogtdan zou het kunnen zijndat hem nog eens gevoelig geleerd werd, dat hij eigenlijk, door de genade van Bismarck, nog slechts den titel dragen blijft van de waardigheiddie het geweld hem reeds lang heeft ontnomen. In de Beijersche kamer is reeds verklaard, dat naauwere vereeniging met Pruissen het eenige middel is, om Duitschland te vereenigen en daarmede het bewijs gegevendat men gaarne jlen overweldiger te vriend wil houden. Het einde van de zaak is, dat de vrede van het oogenblik een onnatuurlijke toestand in het le ven geroepen heeft, die niet alleen geene waar burg van duurzaamheid bezitten kanmaar die in zich zeiven zoo onhoudbaar isdat men nu reeds voorspellen magdat de wijze van diens ontstaan juist de oorzaak moet worden van zijne ontbinding. De stemming in de geannexeerde landen is voor Pruissen niet gunstig en het schijnt, dat er van de zijde der veroveraars alles gedaan wordt, om de gemoederen aante- hitsen. Men is er op uit, om te doen gevoelen, dat de vroeger gedragen nationale namen niet meer bestaan en de verbittering neemt dan ook toe in gelijke mate als handel en nijverheid afnemen. De keizer van Oostenrijk heeft besloten tot de instelling van een afzonderlijk Hongaarsch ministerie en daarmede eene belangrijke con cessie gedaan, die hem zeker wel door den loop der omstandigheden is afgedwongen, maar waarmede een belangrijke stap gedaan is, om de inwendige rust te bevorderen, voor het oogen blik althans. Want de ervaring heeft geleerd, dat toegeven aan dergelijke eisehen, vaak tot hoogere eisehen leidt en Hongarije zal op den duur, door ziju eigen ministerie, niet bevredigd worden. Keizer Frans Joseph heeft in het belang van de schatkist belangrijke bezuiniging ingevoerd in de uitgaven van het' hof en die van 7 'A mil- lioen op 5 teruggebragt. De keizerlijke familie staat een groot deel van hare apanage af en het aantal groot-waardigheid-bekleeders zal eene vermindering ondergaan. Keizer Napoleon heeft reeds uitvoering gege ven aan zijn besluit, om, na overname van Venetie uit de handen van Oostenrijk, door eene volksstemming dien staat te laten beslis sen over zijn volgend bestaan. Er is wel geen twijfel aan of Yenetie zal dan uitmaken, dat het tot Italië behooren wil. Yoor Rome ziet de toekomst er niet helder uit, althans niet voor hendie den paus heerseher willen laten van een deel van Italië. Meer en meer blijkt, dat de toestanddoor allerlei kunstmiddelen on derhouden, onhoudbaar wordt, en men verwacht dan ookdat het Ilomeinsche bewind eindigen zal met voor de noodzakelijkheid te bukken. De Charivari bevatte dezer dagen een plaatje van een Pruissisch veldheer, wiens hoofd geheel verborgen is onder lauwerkransen, met het onderschrift: Lauwerkransen zijn schoon, als ze iemand maar niet blind maken." De lauweren nu van den laatsten oorlog hebben niet enkel de Pruissen verblind, maar het succès heeft ook in Engeland de publieke meening gewijzigd. In liet wassenbeeldenkabinet van mad. Tusseaud te Londen, waar alle beroemde mannen van onzen tijd en, in eene afzonderlijke zaal, alle beruchte moordenaars van onze eeuw te zien zijn is nu ook het beeld in was van den Pruissischen premier tentoongesteld. Het staat naast dat van Pahnerston. Ook de Engel- sche humoristische bladen hebben nu Bismarcks party genomen. Volgens de pruissische bladen doet zich het eenigermate vreemdeverschijnselvoor.dat de openbare liefdadigheid zich tegenover de ge kwetste pruissische soldaten allerwegen op een vormige wijze openbaart. Zoo doen de gaven zich hoogst zelden voor in den vorm van wijn en geld, terwijl van alle kanten niets anders toestroomt dan pluksel, linnen voor windsels, linnen of katoenen ondergoed en meer andere soortgelijke benoodigdheden voor het hospitaal. Iedereen heeft tevens begrependat vruchtensap de beste verversching voor "de gewonden moest zijn. Van daar dat thans zulke massa's vruch tensap, pluksel, linnen en onderkleederen te Berlijn voorhanden zijn, dat bevoegde autori teiten reeds openlijk verzocht hebben van die artikelen verschoond te blijven. Te Birmingham heeft Maandag eene mons terdemonstratie plaats gehadtot bevordering van de parlementaire hervorming. De deelne ming der bevolking was zóó algemeendat schier alle werkzaamheden en handelszaken op dien dag waren geschorst; overal wapperden banieren en nationale vlaggen en ontelbaar was de menigte vólks die zich op het vastgestelde uur in processie naar de plaats begaf, waar de zamenkomst zou worden gehouden. De Mor ning Star schat dit aantal op 50,000 en ver zekert dat de trein twee en een halve mijl lang was. Yan de omliggende plaatsen waren bovendien duizende personen met extra-treinen aangevoerd. Op het terrein, twaalf morgen in omtrek, had zich eene onafzienbare massa volks geposteerdop verschillende punten waren zes rijtuigen geplaatstwaarin zich de sprekers be vonden aangezien de massa natuurlijk veel te groot en het terrein veel te uitgebreid was dan dat één spreker door allen zou kunnen worden verstaan. De orde bleef uitmuntend gehandhaafd, niettegenstaande meer dan 250,000 menschen op het terrein aanwezig waren en er bleven ondanks den regen die met stroo men nederviel. Onder de gevolgen van de Pruissische annexatien is er een, dat wel geen ernstige politieke beteekenis heeft ihaar' piquant genoeg is om vermeld te worden. Namelijk, het ver vallen van acht ridderorden: in Hanover de orde van St. George en' de Guelphen-ordein Keurhessen de orde van den Gouden Leeuw de orde van keurvorst Wilhelm, de orde voor militaire verdiensten en de orde van den IJzeren Helm; in Nassau die van den Gouden Leeuw en die van Adolf van Nassau. Om geene onte vredenen te maken, zal de heer von Bismarck genoodzaakt zijn het aantal Pruissische ridder orden te vermeerderen. De N. A. Z. zegt dat de gouverneur der vesting Ulm, graaf Wilhelm von Wurtemberg, de portretten van den koning van Pruissen en van graaf von Bismarck gebruikt voor zijne, schietoefeningen met het pistoolwaarmede hij zich in zijne kamer bezig houdt. Zijdie ver dacht worden niet Pruissisch gezind te zijn worden Ulm uitgezetonder voorwendseldat men geene verdachte personen in eene vesting kan dulden. Te Rijssel is een geheel huisgezin, bestaande uit manvrouw en drie kinderen, gestorven ten gevolge van het gebruik van spijze, die in een koperen pan was gereedgemaakt. De tentoonstelling in het paleis voor volksvlijt isgedurende de maand Augustus, door ruim 61000 personen bezocht. Een kleedermaker te Liverpool is door de regtbank veroordeeld', omdat hij op eene bijzondere wijze zich laken aangeschaft had. Hij had namelijk in eene digt opgepakte volks menigte zich onledig gehouden om alle panden van rokken en jassen der heeren aftesnijden. De koning van Pruissen heeft de instelling bevolen van eene medaille ter herinnering aan den jongsten veldtogt welke verleend zal worden aan allen, die den oorlog hebben medegemaakt. Naar men verneemt zal de me daille twee vuisten voovstellen als zinnebeeld van het geweld en zal die gedragen worden aan een rood lint, om nooit te vergeten, hoeveel bloeds de over winning door het geweld heeft gekost. Vader Bis marck heeft beslag gelegd op 191 vaten Nassausche ■wijndie te Straatsburgzoo men meendein veilig heid gebragt waren. Zijne bekende belangloosheid heeft hem daartoe gedreven. De hoogere- burger school te Rotterdam, met directeurs wouing, is aan besteed voor ruim honderd duizend gulden. Mijnheer de Redacteur! Met leedwezen en verwondering las ik in uw ge acht dagblad den 38 Augustus, bij het berigt omtrent den toestand der cholera in ons vaderland, het schrij ven uit Wemeldinge, dat aldaar bij geringe zorg voor de aangetasten, schier niets gedaan wordt voor de gezonden, omdat dit bezijden de waarheid is en dus den schijn zou kunnen geven, als maakte zich het plaatselijk bestuur aan schromelijk plichtverzuim schul dig. Neen, het tegendeel is waar, gelijk ik meer malen gelegenheid had mij persoonlijk daarvan te overtuigen. Reeds in de eerste woning waar de cholera uit brak is men aanstonds tot desinfectie overgegaan en daarmede, naar ik meen, zoo in de andere voortgegaan. De lijken worden spoedig begraven en ook het branden van teertonnen heeft plaatsdit laatste ech ter en hieruit kan het verkeerde berigt voor een goed deel zijnen oorsprong hebbenmet eenige omzichtig heid en beperking, om het groot gevaar voor brand in het midden van strooije keeten. Wat zou er nu nog meer gedaan kunnen worden, zoo voor de aan getasten, als voor de gezonden? Misschien eene soep kokerij oprigten of iets dergelijks. Maar de vraag zou altijd zijnindien er al behoefte voor zoo iets bestaat, van wie dit zou moeten uitgaan van het plaatselijk bestuur of van dat, in welks dienst die meeste menschen nu zoovele jaren hunne beste krachten hebben besteed, om de groote werken aan het kanaal tot stand te brengen. Overigens ben ik het geheel eens met de woorden van Spurgeon in dat zelfde blad medegedeeldmaar geloof toch ookdat wij, in de beoordeeling van zulke toestanden ons wachten moeten voor overdrijving en te apodictisch spreken, ziende op Utrecht, Leijden, Groningen en andere plaatsen, waar wel' kolossale maatregelen van desinfectie enz. zullen genomen zijn en toch zoolang de ziekte met hardnekkigheid is blijven woeden, ge lijk ook te Wemeldinge onder de eerste huisgezinnen aangetast zijn, die mij als zeer rein en zindelijk be kend waren en waar, bij eene ruime verdienste, ook eene goede voeding plaats vondt. Gedachtig aan het „qui 's excuse, 's accuse" vinde ik altijd in zelfver dediging, door wie dan ook en hoe regt zijne zaak moge zijn, laat ik het zoo noemen, eene zekere zwakke zeide, iets moeijelijks en daarom geen lid van het bestuur zijnde, meende ik u bovenstaande in over weging te moeten geven, niet twijfelende of er zal daarvoor in uw blad, dat altijd zoo gaarne in alles de waarheid huldigt, een plaatsje beschikbaar zijn. Mijnheer! De berigten, voorkomende in de nummers uwer courant van 38 en 31 Aug. 11. omtrent de verple ging en geneeskundige behandeling der cholera-lijders alhier, hebben klaarblijkelijk ten doel èn bestuur èn geneesheer te blameeren. Of dit als eene soort van wraakoefening moet beschouwd worden van eenige lasteraars, nu hunne schandelijke aantijgingen bij hooger bestuur ongegrond bevonden en dus niet naar wensch uitgevallen zijnwillen wij liefst niet beslis sen. Alleen wenschen wij te constateren dat door het bestuurin overleg met de benoemde cholera-commissie alle mogelijke pogingen zijn en wor den aangewend, om uitbreiding der ziekte tegen te gaan; dat op den ijver en de behandeling van den gemeente-geneesheer de Broekert met recht niets kan worden aangemerkt; en dat de heer inspecteur der geneeskunde in Zeeland zeer voldaan was over de activiteit zoo van bestuur als van geneesheer. Zonder iets in de verste verte te willen afdingen op de capaciteiten van bedoelden scheepsheelmeester,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 3