BUITENLAND. lutgerfijden 5tanÖ. over volksvermaken, ingezonden door den heer F. Nagtglassecretaris van het departement Middelburg der maatschappij. Door den raad der gemeente Breda, is in zjjne jongste vergadering eene verordening in het leven geroepen, ten einde de dronkenschap te keer te gaanen zullen tegen overtredingen deswegensgeldboeten en gevangenisstraf wor den uitgesproken. De N. Utrechtscke Courant neemt uit eene leer rede van den heer C. II. Spurgeongehouden den 12 Aug. het volgende over: »De verslindende ziekte, die zoo lang onze kusten had bedreigdheeft thans eindelijk ook de stad onzer inwoning bereikt, en duizenden vallen dag aan dag als hare slagtoffers. Al de voorzorgsmaatregelen die menschelijke wijsheid kan bedenkenzijn ontoereikend gebleken om <Ien gevreesden vijand te weren. Wat mij aangaatik beken het volgaarneik hecht een groot gewigt aan natuurlijke middelen en deel geenszins de verontwaardiging, waarmede som mige Christenen nederzien op hen, die deze ziekte beschouwen, als het gevolg van naspeur bare en geenszins onvermijdelijke oorzaken; die door eene naauwgezette inachtneming van de wetten der gezondheid, aanmerkelijk vermin derd, ja allengs geheel uit den weg geruimd zoude kunnen worden. Integendeelzoo rein heid en zuiverheid meer algemeen werden in acht genomen; zoo de armen in het bezit wer den gesteld van betere woningenen gezonder voedselzoo er meer zorg werd besteed aan de verpleging van kranken; zoo door wijze bepalingen de alom heerschende zedeloosheid werd beperkt en tegengegaan, houd ik het voor meer dan waarschijnlijk, dat die ziekte zich niet in ons midden zou vertoonen, of, zoo zij al uit andere landen hier werd over- gebragtveel geringer verwoestingen zoude aan- rigten. De wetten van zuiverheid en gezond heid zijn niet minder verpligtend voor den Christen als die der zedelijkheid. Iedere po ging, om de menigte met nuttige kennis te verrijken behoort den Christen met blijdschap te vervullen. Het Evangelie heeft niets tegen ventilatie, of de leer der genade tegen chloor." ALGEMEEN OVERZIGT. Ofschoon de vrede nog niet geteekend is en de onderhandelingen voortduren, schijnt er toch geene de minste vrees te bestaan, dat wij voor eerst van oorlog zullen hooren. Althans indien de mogendheden, die thans allen toegeeflijk schijnen te zijn, niet tot andere gedachten ko men en bedoelingen en plannen openbaren, die tot hiertoe behendig verborgen werden gehou den. Zeker is hetdat de laatste oorlog en vooral de Pruissische roo vergen een toestand in het leven geroepen hebben, waarvoor men moegelijk duurzaamheid verwachten kan. Vroeg of laat moet het vuur, dat men nu kunstmatig ingerekend heeftweder ontbranden en al laat zich van verre zelfs niet voorzienwie de aan- blazer zijn zal, uitgedoofd is het zeker niet. Pruissen heeft, onder andere bedoelingen, ook deze bereikt, om de zaken met het parlement voor het oogenblik te vereffenen. De kamer moet natuurlijk ingenomen zijn met de lauwe ren door de naaldgeweren verworven en met de vermeerdering van grondgebieddie het geweld heeft aangebragt. Zij is nu handzaam en wil het verledene bedekken. Bedekken, want ver geten doet zij niet en indien Bismarck nog eeni- gen tijd zijn aangenomen politiek volgtdan zal het zoolang niet duren, of het conflict ont staat op nieuw, 't Heeft echter ook bij vorige gelegenheid luttel opgeleverd. De meerderheid der Pruissische parlementsleden heeft veel ge praat maar zij vond weinig weerklank en het ging dus moegelijk, ook voor de meest geavan ceerde liberalen, om doortetasten. Men houdt zich nu ernstig bezig, om eenen glimp te geven aan de wederregtelijke handelingen van het ministerie in het verledene en aan de flaauwe houding van de oppositie-partij in het tegen woordig oogenblik. Oostenrjjk zal spoedig door de Pruissen ge heel ontruimd zgn, maar de sporen van hun verblijf aldaar zullen nog lang waargenomen worden. Intusschen verblijdt men zich hartelijk, dat er haast weder gelegenheid zijn zal, om aan de binnenlandsclie aangelegenheden te denken. Gelukkig zijn de inlandsche stormen tot hiertoe kunnen bedwongen wordenmaar weldra zal men weder al de moeijelijkheden gevoelen en Pruissen mogt zich daaraan spiegelen van de vereeniging van onderscheidene nationalitei ten onder eenen scepter. En dan de finantien Indien Oostenrijk doortastende maatregelen ne men wil, dan zal het zeker veel kunnen doen, om het vertrouwen op zijne finantieele krachten te versterkenmaar zonder deze is het zeker, dat het spoedig blijken zal hoe noodlottig vooral de laatste gebeurtenissen voor de uitgeputte schatkist zijn geweest. De Oostenrijksche fond senhouders die zich reeds verheugd hebben in het einde van den oorlog, mogen wel beden ken, dat nu wel eens het begin der ellende komen kon. Tot de ellende in de vorstengeschiedenis van onzen tijdbehoort ook het mislukken van de zending van keizerin Charlotte van Mexico. De vorstin heeft, het is nu wel zeker, volstrekt geen troost in Frankrijk gevonden en er zal haar niet veel anders overblijven, dan de terug komst- van haren keizerlijken gemaal aftewach- ten, om met hem een korte en vrij benaauwde droom te herdenken. De berigten uit Italië zeggendat de paus- selijke troependie in den iaatsten tijd uit sol daten van allerlei natiën verzameld werden, be langrijk verminderen door desertie. Het schijnt, dat het verblijf te Rome lang niet aan de ver wachting der vreemdelingen beantwoordt en zij zoeken dusvelen althanseen goed heenko men. Het uitzigt voor den paus wordt daar door niet te klaarder, en zijn wereldlijk gezag langzamerhand van de noodigste bescherming ontbloot. Door eenige mannen van goeden naam voor het meerendeel Franschen, zijn adressen gerigt aan den keizer v.an Brazilië en de ko ningin van Spanje, waarin zij aandringen op de afschaffing der slavernij. Onderteekenaars van die adressen zijn o. a. de hertog de Broglie, GuizotLaboulayeMontalembertEdmond de Pressenzé, Henri Martin. In een kort artikel zegt de president Laboulayedeze zaak aanbe velende: »het groote geheim, om in de wereld te slagen is te handelen te" gelegener tijd en zelfs op ongelegen tijd." Dit laatste schijnt thans gedaan te zijn. De minister van eeredienst, in Frankrijk, heeft voor eenigen tijd eene aanschrijving ge rigt aan de Fransche bisschoppenom gebeden uitteschrijven ten behoeve van Algiers, dat door sprinkhanen wordt verwoest. De Union, het officieuse orgaan der Luxem- burgsche regering, bevat omtrent de zooge naamde Luxemburgsche kwestie een artikel, in hoofdzaak verklarendedat men nog niets be paalds weet omtrent de politieke toekomst van dit land. Dit echter weet men, dat de natio naliteit van dit gewest zal worden gehandhaafd. Z. M. de koning-groothertog kent den wensch des volks, dat niet anders verlangt, dan dat zijn tegenwoordige staatkundige toestand on veranderd zal blijvenen het is dus niet noodig, dat de gevoelens der Luxemburgers zich door eenige demonstratie lucht geven. De Italiaansehe schuld is in 1861 met 500 raillioen vermeerderd, in 1863 met 700 millioen en in 1866 met 424 millioen. Boven dien zijn 200 millioen schatkist-billetten in omloopterwijl 'men voornemens is 300 millioen bankbiljetten, met gedwongen koers, uit te ge ven en eene gedwongen leening van 350 mil lioen. Men heeft in dien tijd ook nog verkocht 200 millioen staats-spoorwegen en voor 400 millioen aan rente en nationale eigendommen. Gfemengae toorlgton. Te Breda is eene lading geld aangekomen uit de Nederlandsche schatkist. De minister van finantien vindt 'slands geldelijken toestand toch zoo berooid, dat hij met het weinige dat nog overschoot, nu den een en ander maar pleizier zal doen en voorschotten geven. Volgens eene gemaakte berekening, zou de nieuwe provincie, die aan ons land door de voorgenomen droogmaking der Zuiderzee, zou worden toegevoegd aan 6500 landbouwers en veehouders met hunne gezin nen woning en onderhoud aanbieden. De vrienden van landverhuizing zullen daar dus teregt kunnen komen. Te Zutphen heeft men opgemerkt, dat de kraaijen den kerktoren verlaten hadden, terwijl de cholera in die stad heerschte. Voor een paar dagen keerden de kraaijen terug en sedert werd ook geen cholera geval meer waargenomen. Een Fransch bisschop heeft eene nieuw soort van sprinkhanen ondekt en wel zedelijke sprinkhanen die de zielen opvreten. In het veer tusschen Vlissingen en Breskens varen thans twee stoombooten te gelijk. Een geheel nieuwe waarmede niemand durft te varen en eene afge keurde die tot gerustheid, bij mogelijke pngelukken de reis mede maakt. -Een aanbidder van den heer Groen heeft dezer dagen gezegd, dat het moeijelijker is te zeggen: wat die heer niet, dan wat hij wel is. Waarschijnlijk heeft hij daarmede bedoeld, dat nie mand zeggen kan of de heer Groen lid van de ka mer is of niet en nog minder of hij voornemens is om te komen, dan wel te bedanken. De brand te Antwerpen is nu geheel gebluscht maar de uit gebrande kelders zijn nog niet te nadereu. De schade wordt nu op 3 millioen geschat. Te Kampen wordt teer gebrand bij gelegenheid van de cholera; inden Iaatsten tijd dus ook. Ettelijke dagen geleden komt een Kampenaar aanrijden bij de kazerne van het instruc tie-bataljon, om deze per teerdamp te desinfecteren, door middel van een brandend teervut op een krui wagen. De walm moest over de kazerne strijken en er in ook, doch de windrigting was juist contrarie; de rook streek over den IJssel. „Wacht, zegt de Kam- penaar-kruijer ik zal den kruiwagen anders om zettenBij de maatregelen tot tegengang van de veetyphus, behoort afsluiting. Die moet gesurveil leerd worden door soldaten en ambtenaren. Huisjes, zoogenaamde dubbele schilderhuisjes moesten getim merd worden. Dus dubbele schilderhuizen zijn te Kampen aanbesteed. Een aannemer had er een kant en klaar, in zijn winkel geschilderd, met V. P. er op maar het kon de deur niet uit! Een Fransch dagblad, dat zich bezighoudt met het ver zamelen van allerlei proeven van gulzigheid en on matigheid, in vroegere eeuwen, verhaalt onder anderen dat de keizer Claudinas AlbihiU,-bij een enkel ont bijt gebruikte: 500 versche vijgen, 100 persiken, 10 meloenen, 100 stuks gevogelte en 33 dozijn oesters. Een en ander werd gesausd met eene verbazende hoeveelheid wijn. In de vorige week kwam iemand door eene afgelegen straat te Antwerpen en boorde in eene kleine woning liet klaaggeschrei van een kind. Binnengetreden vond hij daar op een versleten bed twee lijken; man en vrouw die aan de cholera ge storven waren,zonder eenigen bijstand naar het scheen te hebben genoten, terwijl nevens hen een kind van eenige maanden lag, door welks geschrei de vreem deling opmerkzaam geworden was. Bij het heer- schen der epidemie in Frankrijk, hebben de begrafenis fondsen het zoo druk, dat de koetsiers iederen mor gen een lijst gaan halen bij de doctoren, waarop de adressen vermeld zijn, waar zij lijken moeten afhalen. Dezer dagen kwam een der koetsiers bij den doct or, maar zoo dronken, dat hij niet dan met moeite op zijn beenen kon staan. „Zeg eens," zeide de doctor, „schaamt ge u niet, om je, in dezen tijd, zóó te buiten te gaan? „Neen, mijnheer doctor! u hebt gezegd, dat ik niet van mijn gewonen leefregel mogt afwijken!" Iedereen weet dat de Amerikaansche negers den duivel als een blank man of liever als een blanken duivel voor stellen; in verschillende gedeelten van Z. Amerika nu, zijn de christenen en geestelijke zusters ter wille van dat vooroordeel, verpligt zich gedurende de godsdienst oefening het gelaat zwart te schilderen. Zoo is het beeld van de heilige maagd van guade- loupe de beschermheilige van Mexico eene zwarte Indiaansche schoöne gelijkde Indiaansche asteken het christendom aannemende verkozen dit niet anders. Van 18 tot 25 Augustus 1866. Gehuwd: Geene. Geboren: den 20, Louisz. v. Jan Versé en Kornelia Alida Polderdijk. Corneliad. v. Maarten Meeuwse en Geertruid Vermeule. den 21. Levi Marcusz. v. Marcus Samuel Barkelau en Elisabeth Speelman, den 23. Racheld. v. Jacob de Jonge en Cornelia Muller. Mattheus z. v. Kornelis Jacobus Geene en Johanna The- resia van Ettinger. Overdeden den 11 Julij, te DewerkenCor nelia Catharina Harman78 j. wed. van Kors Buitendijk.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 3