BUITENLAND. BINNENLANDSCHE BERICTEN. kwartier der gevangenishetwelk geheel op zich zelf staat en onbeschadigd is gebleven. De dienst der gevangenis kan voorloopig regelmatig hervat worden. De oorzaak van den brand is tot dusverre niet bekend. Benoe mingon. Z. M. heeft benoemd: lot substituut—griffier bij de arrondissements-resjtbank te Zierikzec jhr. mr. L. van Citters, thans griffier bij het kantongeregt te Hulst; en tot griffier bij het kantongeregt te Hulst; jhr. mr T. Serrarisadvocaat te Maastricht. Z. M. heeft met ingang van den 15 dezer maand benoemdtot sluiswachters bij het kanaal van Zuid- beveland C. II. Klint, thans Itijks-havenmeester te Moerdijk en II. Heitjes te Rotterdam. geeft, waren Dingsdag 46 en Woensdag 50 leden tegenwoordigzoodat er den eersten dag 29 en den tweeden 25 ontbraken. Er kan dus geene sprake zijn van het wegslinken der ka mer, daar het aantal leden den tweeden dag toegenomen was. Wij releveren dit, overigens onbeduidende, feit alleen om nog eens te doen uitkomen, hoezeer men op de mededeelingen van het Dagblad staat maken kanook waar het zaken geldtdie iedereen naauwkeurig kan nagaan. Maar het Dagblad speculeert op de ligtgeloovigheid dergenen, die in het orgaan een orakel zien, al debiteert het ook leugens en lasterzooals in zake de rekening van den heer van der Lindenwaarvan het de rectifi catie door den heer Blussé zelf moest opnemen. Het moge daarbij aan het laatste woord zoeken te blijven,, maar 't is een leeljjk figuur als men op zoodanige misleiding betrapt wordt. GOES, 13 Augustus 1866. {Per telegraaf.) De Tweede Kamer heeft heden morgen eene korte zitting gehouden, tot het aan de orde stellen van eenige wets-ontwerpen tegen overmorgen, waaronder dat wegens wederlcee- rige verzekerings- of waarborg-maatschappijen en nopens onteigeningen. De Staats-Courant van Zaturdag bevat het kou. besluitwaarhij de gronden worden aan gewezen die ten algemeenen nutte en in het publiek belang ten name van den staat zullen worden onteigend, ten behoeve van den staats spoorweg van Goes langs Middelburg naar Vlis- singen en van het kanaal van Ylissingen naar Middelburg. Zaturdag'jl. werd een schipper bij zijne komst in de haven alhier door de cholera aangetast en onmiddellijk op zijn verzoek overgebragt naar het lokaal voor cholera-lijders bestemd, alwaar hij daags daaraanvolgende is overleden. Op dezelfde schuit waren kort geleden te Ant werpen twee personen mede aan de cholera ge storven. Het zal, zoo schrijft men ons heden uit Hansweert, nog eenige weken duren, eer het kanaal geopend wordt. Het personeel, als: sluismeestersluisknechtsbrugwachter en lan taarnopstekers is benoemd, terwijl den heer Ij. Luijk te Hansweert concessie is verleend, voor het trekken der schepen met paarden zoo hier als te Wemeldinge. Te Krabbendijke zijn, bij herstemming, tot leden van den raad gekozen de heeren A. de Kok met 18 en Jach. Blok met 19 stemmen. De eerste in plaats van dhr. G. van Doorn en de laatste in plaats van dhr. A. de Kok. Beide aftredende leden hadden verzocht buiten aan merking te blijven. Van de 38 kiezers hadden 21 gestemd. De Middelburgsche Courant schrijftaan het billijk verlangen van de bewoners van het voor malig Staats-Vlaanderenom in het telegraaf- net te worden opgenomen, schijnt na aanhou dende betoogen van hunne zijde eindelijk te zullen worden voldaan. De eerste maatregel daartoe zal bestaan in het leggen van een dub belen kabel in de Wester-Scheldetusschen Walsoorden en den Zuid-Bevelandschen wal waarmede binnen kort een aanvang zal worden gemaakt. Woensdag is eene commissie, ter inspectie van de fortificatiën op de Wester-Schelde, van Vlissingen naarBreskens vertrokken en geschied de de overtogt met de stoomboot Frans Naere- boutdaar, naar men beweert, de luitenant- generaal Blanken ongenegen was de reis met de nieuwe stoomboot Zeeland te doen. Het algemeen overzigt van het Nieuw Batav. Handelsblad van 28 Junij deelt het volgende mede Z. Exc. de gouverneur-generaal heeft den 16 dezer Batavia verlaten om volgens het reis programma, den 19 Julij alhier terug te keeren. Van die reis wordt alleen medegedeeld dat Z. Exc. een aantal fabrieken en andere inrig- tingen bezocht en audientien verleend heeft. Het groot ambtenaars-examen wordt dezer dagen gehouden; tot heden werden van de 11 geexamineerden voor examen A. zeven toe gelaten en vier afgewezen. Omtrent zes andere candidaten is de uitslag nog niet bekend. Het examen B. neeiut heden een aanvang. In het Sintangsche schijnen de zaken meer en meer in orde te komen; vele opstandelin gen onderwerpen zich en van nieuwe vijande lijkheden wordt niets vernomen. In de Pasoemah-landen daarentegen biedt de vijand een hardnekkigen wederstand. Vol gens de laatste berigten was het den onzen nog niet gelukt de', versterkingen te Moetoe Alam te nemen, nadat de belegering reeds gedurende nagenoeg eene maand was voortgezet. Het einde zal wel ongetwijfeld de onderwerping der inboorlingen dezer landstreek wezendoch het is niet te voorzien hoeveel offers ook van onze zijde het bereiken van dit doel nog kosten zal. De telegraaf bragt hier de tijding van de intrekking der cultuurwet en aftreding van het ministerie. Die tijding wordt door de groote meerderheid dergenen, wier oordeel eenig ge- wigt liehhen kan, ten diepste betreurd. De heer Thorbecke en zijne aanhangers hebben door hunne houding in dezen aan Indie een onherstelbaar nadeel toegebragt, en op hen rust de verantwoordelijkheid voor het nieuwe tijdperk van onzekerheid, moedeloosheid en uit putting, dat thans wordt te gemoet gegaan. Aan de duurzaamheid van het ministerie Mijer- Heemskerk wordt wel door niemand geloofd, doch wanneer zal nu geregeld worden wat eene onverwijlde regeling volstrekt noodig heeft? Er is een wetsontwerp ingediendhevelende de onteigening van perceelen voor de uitvoering van de concessie voor den aanleg en de ex ploitatie van een spoorweg van Sluiskillangs Sas van Gent, naar de Belgische grenzen, in de rigting van Selzate en Gent. Die spoor weg zal loopen door de gemeenten Neuzen, Westdorpe en Sas van Gent, van het station bij Sluiskil aan de Oostzijde van het kanaal bij Neuzen naar Gent te vestigen, met eene bogt naar dat kanaal, hetwelk met eene be weegbare brug wordt overgegaan, van daarin Zuidelijke rigting door de Westdorper- en van Remoortere-polders, door den polder van Sas van Gent langs de scheiding van de St. Al- bert- en Eugenie-poldersverder met eene bogt ten westen langs Sas van Gentom door den Binnen-Poel-polder ongeveer evenwijdig aan het gemelde kanaal tot de grenzen door te gaan. Stations en halten zijn ontworpen: voor Philippine in den van-Remoortere-polder en te Sas van Gent ten Zuidwesten van de stad. Het station te Sluiskil van den spoorweg Neu zenSt. Nicolaas zalgelijk hierboven werd opgemerkt, ook voor dezen spoorweg dienen. Donderdag na den middagomstreeks 5 ure is te Maastricht in de gevangenis een hevige brand uitgebarsten, die weldra tot het nabijge legen paleis van 'jtis'titie en de kazerne der ma réchaussee is overgeslagen. Ofschoon er in den aanvang gebrek aan genoegzaam water was, is mendoor inspanning van alle krachten en begunstigd door stil wederer in geslaagd den brand tot voormelde drie gebouwen te beperken en tegen middernacht meester te worden. De daken en bovenverdiepingen der drie groote ge bouwen zijn geheel verbranden het paleis van justitie is ook in lager gelegen gedeelten be schadigd. Het aldaar aanwezige oude archief, alsmede de papieren van het parket van den procureur-generaal hebben veel geledenminder door het vuurdan door het water en hij het redden. De stukken van de griffiën en van het notariaat schijnen geheel behoudendoch bij het bergen eenigzins verstrooid geraakt te zijn. Uit de kazerne der maréchaussee is alles gered. De gevangenendie bij den aanvang van den brand naar de kaserne overgebragt waren zijn dezen morgen teruggebragt in hetvrouwen- ALGEMEEN OVERZIGT. Gansch onverwachtkunnen wij wel niet zeggen, maar zeker tegen den algemeenen wensch, hebben de Europesche verwikkelingen plotse ling eene wending genomen waarvan de ge volgen onberekenbaar zijn. Niet ten onregte heeft men steeds beweerd, dat Napoleon zijne plannen in stilte beraamd en op den voor hem gelegen tijd daarmede voor den dag komen zou. De onzekerheid is thans weggenomen en Napoleon heeft Pruissen doen verstaan, dat de groote veranderingen, die de staatkundige za- menstelling van Duitschland ondergaan heeft eene wijziging van de grenzen, door afstand van grondgebied aan Frankrijk, noodzakelijk maken. Frankrijk wil de grenzen hersteld zien, zooals die in 1814 waren, en nu Pruissen de traktaten heeft verscheurdwil Napoleon be wijzen, dat hij ze reeds lang in de voddenmand had geborgen. Zoo is dan de wapenstilstand geen bode des vredes geweest, maar waarschijnlijk de over gang tot een meer algemeenen strijd. Het over moedige Pruissen, dat zich in de laatste weken zooveel toegeeigend heeft, zou al zeer ongelijk aan zich zeiven worden, als het zonder slag of stoot zich ontnemen liet, wat het, met vrij wat meer regt, jaren lang heeft bezeten. Komt het daardoor in hotsing met Frankrijkdan zullen de andere mogendheden ook niet lijde lijk blijvenen zoo komen wij tot de bedroe vende slotsom dat de trotsche waan van het Bismarcksche gouvernement de vonk in het kruid geworpen heeft, zonder te berekenen, wat schade het daardoor aan anderen berokkenen zou, zonder te bedenken dat het wel eens bitter zou kunnen boeten voor wat het roekeloos en hooghartig ondernam. De Italiaansch-Pruissische alliantie is nu ook op het punt van geheel in duigen te vallen en er is veel kansdatals Frankrijk zijne eischen met de wapenen in de hand wil aan dringen, zijnvroegere bondgenoot vijandig tegen hem over zal staan. Zoo loont het kwaad zich zeiven. Pruissen nam Italië in den arm om Oostenrijk te bemoeijelijken en daardoor de handen ruimer te hebben, en nu zal het door eigen schuld, zelfs zijne vrienden tegen zich in het harnas hebben gejaagd. Napoleon is onverwacht van Vichy terugge keerd, zeker om te Parijs de zaken beter te kunnen besturen. Aan Italië heeft hij doen weten, dat hij niet wilde, dat de vijandelijk heden zouden worden hervat. Italië zal gewis die wenk verstaan en zijne krachten sparen, om ze later aan die van Frankrijk te kun nen paren. Engeland laat tot hiertoe de mogendheden op het vaste land stil hunnen gang gaan en schijnt met niets anders bezig, dan met het bewaken van de pogingen der Reformers. Deze zitten niet stil en houden gedurig zamenkomsten, die het bewijs geven, dat de zaak nog steeds levendig gehouden wordt bij het volk, en vroeg of laat wel weder met nieuwe kracht aan de orde zal komen. Spanje, dat ook al in eigen boezem genoeg te doen vindt, blijft misschien wel eenigzins kunstmatigin rust. Het nieuwe ministerie heeft een besluit geprovoceerd, dat voortaan hij het leger de bevorderingen slechts bij an ciënniteit zullen plaats hebben en het hoopt i

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2