BINNENLANDSCHE BERIGTEN. BUITENLAND. drevendie 'lutlp \>ml||^den, en doet zoo, willend, uitkomëïi Sm welk beginsel bet d beeld voortgevloeid is. Wij twijfelen zee het op den weg der regering lag, zulk maatregél tb nemendie grootendeels onbedui dend wordtomdat men er,.bp den gevorderden omslag, weinig gebruik van zal maken; die, als er gebruik van gemaakt wordtnoodeloozë moeijelijkheden aan de schatkist oplegtterwijl de gemeenten zich zeer gemakkelijk op andere wijzen zouden kunnen helpen; en die, wat het voornaamste ds, niet noodig was. In de resi dentie is daarvan op eclatante wijze gebleken. De gemeente 's'Gravenhagé was onder de eersten om hulp te vragen, maar was ook de eerste diezoo wij ons niet bedriegenslechts enkele weken daarnaeenige duizendendie renteloos in de stedelijke kas lagen, op prolongatie wilde beleggen. Was de afschaffing der aceijnsen onstaatkun dig zooals het Dagblad' beweertdan zal deze maatregel den vrede, met de afschaffing, niet bevorderen; was zij in het algemeen belang, dan is het natuurlijkdat zijdie er de vruch ten van plukken, ook met alle kracht mede werken, om den overgang tot een nieuwen en gewenschten toestand gemakkelijk te maken. Èr is hier meer een strevenom een ongunstig licht over vorige regeringen te werpendan een bevorderen van hét algemeen belang dat ver dient breed te Wórden uitgemeten. 11 tëgén loUteinmen. wélke -sfcffi- verklaard wordt, daar het vereischte niet aanwezig is. De vergadering kwartier geschorst en na hervatting eenj^nmflwe stemming geljpw^nen nu met sc tfen II stemmen het voorstel van gedëp. staten verworpen. Nog woirdêmiagtigmg ver- leend om de ƒ2000 te vinden, uit onvoorziene uitgaven. Rapport wordt uitgebragt over het voorstel betrefiënde de dienst op de Westerschelde. Het eerste gedeelte van het voorstel bovenver meld is aangenomen niet 23 tegen 2het anderemet 21 tegen 4 stemmennadat nog door gedep. staten in het tweede deel eene wij ziging opgenomen wasom achter de woorden »te voorzien" intelasschenof op zoodanige wijze als gedep. staten dienstig zullen achten. De zomer-vergadering is daarna in naam des konings gesloten. GOES, 23 Julij 1866. Op voordragt van de ministers van binnen- landsche zaken en van finantien is bij konink lijk besluit bepaalddat he.t gedeelte van het Bijblad tot de Nederlandsche Staatscourantal leen bevattende het Verslag van het verhan delde in de, openbare zittingen an de beide kamers der staten-generaal, afzonderlijk verkrijg baar zal zijn, tegen den prijs van zes gulden in het jaar. In verband daarmede heeft de minister van binnenlandsche zaken bekend gemaakt, dat aan vragen om abonnement op het bedoelde gedeelte van hét Bijbladmoeten worden ingediend aan de dirécteuren der postkantoren. Woensdag is de zitting der provinciale staten van Zeeland hervat. Na de lezing der notuleil die twee uren duurdeis éen voorstel van ge deputeerde staten voorgelezen om; 1°. hen te magtigen tot herstellingen aan de stoomboot Stad Vlissingen No. 1tot een bedrag van 22000. 2°. om evenzeer magtiging te verleenen, dat gedurende die herstelling (gedurende p. m 3 maanden) en als de Zeeland om ongunstig weer niet varen kan, door steigerschuiten in de dienst te voorzien. Voorts is ingekomen een nader voorstel van de spoorboot-maatschappij,vragende 40 subsidie per reis gedurende het tweede half jaar van 1866 en 30 per reis gedurende de jaren 1867 en 1868, met bepaling van een maximum van 6000 voor het tweede halfjaar van 1866 en van ƒ8000 voor de beide volgende jaren. Nadat de voorstellen in de afdeelingen on derzocht warenis de vergadering Donderdag bijeengekomen. De heer Verhagen doet opmer ken, dat in de notulen der vorige bijeenkomst ten onregte voorkomtdat het eerste deel van zjjn vroeger voorstel, om namelijk 2000 aan de spoorboot-maatschappij te verleenen, zou ver vallen zijn, na de verwerping van de andere deelen. De voorzitter wil later daarop terug komen. Daarop verklaren zich onderscheidene leden in denzelfden geest als de heer Verhagen en spreken voor het verleenen van subsidie. De voorzitter wenscht liever niet op de notulen te- rugtekomen, maar wacht een nieuw voorstel tot verleenen van subsidie. De heer Verhagen vindt daarin bezwaar; de heer J. L. de Jonge wil zoo danig voorstel doenhetwelk aangenomen wordt met 21 tegen 2 stemmen. Het voorstel van gedep. staten wordt aangenomen (afwijzing van het Wat te Uitgeest gebeurd is, verdient de aan dacht van cholera-commissien. In 5 dagen stierven 8 menschën in ééne buurt aan die ziekte. Toen is men begonnen op den publie- ken weg hier en daar teer te branden. Sedert is in 10 dagen tij ds slechts één sterfgeval aldaar voorgekomen. Hbl In de Haagsche Kronijlc van het Handelsblad schrijft men uit Scheveningen Waar verleden zomer uit elk raam van bad huis of hotel garni een badgast tuurde, waar men elkander om eene kamer verdrong, zitten nu tien tot twaalf logés iu de eetzaal du Grand Hotel des Bains aan tafelen houden veertig (zegge veertig) bedienden een steeple-cbase wie dat twaalftal het vlugst bedienen zal. De knechts betwisten elkaar letterlijk een logé gelijk vorige jaren de badgasten om een knecht vochten, en daar niémand natuurlijk ooit te vreden isklaagt men er nu overdat drie of vier bedienden letterlijk al uw gangen volgen en u met al hun voorkomendheden martelen. Uit Gorinchem wordt geschreven: Maandag avond wérden in het water nabij de Kleine Griend door personenbehoorende tot dé secte der Mormonen, twee meisjes gedooptwaarbij zegenbeden werden uitgesproken; te hopen is het, dat zulk een koud bad des avonds ten elf ure genomen of toegediend, de gedoopten meer gesticht zal hebbendan de toeschouwers of ooggetuigen, daarbij in stilte tegenwoordig; voor de laatsten was het een oogenblik van sèherts, terwijl het velen tot eene ergernis was. ALGEMEEN OVERZIGT, Het schijnt dat er werkelijk een oogenblik van verademing zijn zal en dat, ten minste gedurende vijf dagen, de treurige en bloedige strijd zal gestaakt worden. Moge het slechts niet zijn om daarna te fëller te ontbranden. Het is toch moeijelijk aantenemendat men het in die vijf dagen eens worden zal, over de grondslagen van eenen eenigzins duurzamen vrede. Pruissendat door zijn wapengeluk over moedig geworden isstelt eischenwaaraan Oostenrijk niet zal kunnen toegevenwant al wilde ook deze mogendheid, om bloedvergieten te voorkomen, zich vernederende voorwaarden laten welgevallenhet kan onmogelijk vrede hebben met bepalingen, waardoor het ten eenen- male zijnen rang en invloed verliezen zou. Voor de ongelukkige volkendieonder den strijd hunner vorsten, wel het meest lijden, is het te hopen, dat Pruissen eindelijk aan de stem der menschelijkheid gehoor geven zal en zich niet alleen door eerzucht zal laten leiden. Zeker is hetdatna den loop der zakendeze mo gendheid thansvoor een groot deelover het geluk of ongeluk van menig land beslissen kan, en dat zich dë besteeerzuil stichten zouals het met allé kracht den vrede zocht te be vorderen. Gaat de tijd van den wapenstilstand voorbij zonder de gouvernementen nader aan elkander te brengen, dan verwacht men zich op eenen kampdie misschien bloediger nog zijn zal dan die tot hiertoe gestreden werd. Pruissen zal dan tot Weenen willen doordringenen het is te begrijpendat dit plan met alle kracht zal betwist worden. Oostenrijk meent, dat het dan op een terrein zal zijn, waar het een schitterende revanche zal kunnen mpn^n, en pruissen op zijne 'beurt gelooft, dffi; Iffit nu unverwinlijk iszooêafi ffiet met volkomen ge rustheid den 'niéuwen strijd zal kunnen Wagen. In de laatste Sagen hébben geene gevechten van eenige beteekenis, plaats gehad. Er is meer beweging bij het Itailiaansche leger, dat toch zijne operatien voortzetten wil, maar weinig lauweren plukken kanomdat de Oos tenrijkers geen ernstigén tegenstand bieden. In Frankrijk gevoelt men zich thans zeer bezwaardmet het geschenk van Venetieen zou men zich daarvan wel gaarne weder ont doen. 't Is echter zeer moeijelijk nategaan wat de keizer in zijn schild voert, want Na poleon is niet gewoon, om zich veel uittelaten. Zooveel blijkt wel zeker, dat hij er nog niet aan denkt, om Oostenrijk te hulp te komen, en dat hij weder den weg volgt, als van ouds, die, zooals men zegt, op »zien komen" doelt. Volgens berigten uit Italië, neemt de sym pathie-voor Frankrijk daar eerder af dan toe, en in het laatste rijk verzuimt men niet, dit als eene groote ondankbaarheid voortestellen. Te Berlijn zullen eerstdaags de kamers bij eenkomen voornamelijk om de regering de gel den toetestaandie zij voor den oorlog behoeft. De wapenen mogen voordeelen behalen, maar de schatkist lijdt daardoor groote nadeelen, en hoe ongaarne von Bismarck in overleg met de kamer treedtmeent hij toch niet eigenmagtig te mogen beschikken over de beurzenterwijl hij er eenigzins op rekent, dat de kansen.nu gunstiger staan, nu hij gelooft zooveel voor de eer en de magt van Pruissen gedaan te hebben. Rusland blijft zich niet alleen neutraal houden, maar verklaart zich voortdurend voor den vrede. Aan den anderen kant echter heeft het gouver nement van den czaar verzekerddat net niet gedoogen zal, dat Oostenrijk worde verkleind, of als groote mogendheid uit Europa verdron gen. In dien geest moet de Russische gezant eene nota hebben overgelégd aan het hof der Tuilerien, en het is dus waarschijnlijk, dat, als Pruissen verder overwigt over Oostenrijk erlangen mogt, Rusland dit niet stil zal laten voortgaan. Het Bismarcksche droombeeld van een Duitscli parlement schijnt over het algemeenweinig bijval té vinden, zoodat, in de meeste plaatsen, de lust daarvoor kunstmatig moet worden op gewekt. Engeland, laat in de bestaande verwikkelin gen, zeer weinig van zich hooren, en schijnt vast beslotenom de neutraliteit zoo ver mo gelijk uittestrekken. De voorhoede van het Pruissische leger is thans tot Wilfersdorf, op acht mijlen van Weenen, genaderd. Vier mijlen verder te Lun- denburg, ligt het hoofdkwartier van den ko ning van Pruissen. Het is thans de vraag, of men naar Weenen zal trekken over Florisdorfdat zeer sterk is of wel met pontons bóven of beneden Weenen over den Donau. Eene andere gissing luidt dat de Oostenrijkers slag zullen leveren op de vlakte van March waar zij partij kunnen trek ken van hunUe voortreffelijke kavallérïe. 'Dit zouden de Pruissen het liefst zien, daar dan het voordeel aan hunne zijde zou wezen. De kommandant van de Pruissische troe pen te Frankfort, generaal Vogel von Falcken- steifiheeft bevolen, dat aan de officieren ,ep daarmede gelijkstaande ambtenaren, dageljjks moet worden verstrekt: des morgens koflij èn ontbijt, des middags s'ófejj, vléesch, groenten, gebraad eh een flesch wijn en koffrjdes avonds brood en toespijs en eiken dag acht sigaren. Ook voor de soldaten is het dagelijksch rant soen voorgeschreven, waarop ook bier voorkomt. Den 18 heeft Frankfort reeds 6 millioen gulden betaald voor het onderhoud der troepen. Koning Victor Emanuel bevindt zich nog altjjd te Ferrara en heeft den Venetiaanscliën

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2