1866. N". 57. D1NGSDAG 34 JI LIJ. 538te Jaargang. MIDDELBAAR ONDERWIJS. Overgangsexamens der leerlingen van de Hoogere Burgerschool en Burger- Avondschool in het openbaar zullen gehouden worden ten stadhuize op Woensdag en Donderdag den 26 en 26 Julij eerstkomendeen wel voor de Hoogere Burgerschool aanvangende des voormiddags ten 8 ure en voor de Burger-A vondscbool des avonds ten 6 ure. ■"O Caw >»a» <t*«' GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr|]s per kwartaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentlën worden 15 ct. de regel geplaatst, fieboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-0 regels, a 1,30 behalve het zegelregt. De Inzending van advertentlSn kan gesehteden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bels.endmarls.ttis. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, maken bekenddat de gemeenteraad, heden in zijne openbare zitting heeft besloten, dat de JAARMARKT binnen deze gemeente, uithoofde van de heer3chende ziektein dit jaar NIET zal gehouden worden. Gedaan te Goesden 17 Julij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis van de belanghebbendendat de Goes, den 21 Julij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Indien wij geloof moeten slaan aan een par ticulieren brief, in het Dagblad gedeeltelijk opgenomen, dan ziet het er met onze O. I. bezittingen treurig uit, en dan is er, in waar heid, alle reden van bekommering. De staat gaat daar te lande een bankroet te gemoet. Dat is geene kleine zaakdoch die ons daarom niet meer verschrikt, omdat wij die profetie sedert jaren hooren en dusal wachtende op de vervullingaan die klank gewennen. Erger vinden wij, dat, volgens dezen brief, Indie niet veel meer dan een groot gekkenhuis iszoodat natuurlijk alle vertrouwen wijkt, dat daar ooit iets goeds zal kunnen uitgerigt worden. Dit wordt wel niet met zoovele woorden ge zegd, maar wij lezen in den brief: niemand »in Indie heeft vertrouwen in de nieuwe maat regelen, en toch beijveren allen zich, om die »tot stand te helpen brengen." Nu vragen wijof dat het werk van wijze menschen is, om zich te beijveren te doen, wat men vol strekt afkeurt, of er iets te verwachten is van hendie beginselloos of onopregt genoeg zijn om geheel in strijd met hunne overtuiging te handelen. Maar zou het misschien zwakheid zijnen die overigens onverklaarbare handel wijze moeten toegeschreven worden, aan het overwigt, door het Oostersch bestuur uitge oefend? Ware dit slechts zoo; maar de par ticuliere briefschrijver en de corresponden- tien van het Dagblad kunnen niet falen verzekert, »dat het de invloed is van eenige schreeuwers en couranten-schrijvers." Men offert dus niet alleen zijne overtuiging op; men doet niet alleen wat men weet niet te moeten doen; maar het geschiedt, omdat alle die inconsequen- ten onder den invloed staan van eenige schreeu wers, omdat zij zich met prijsgeven van alle zelf standigheid, door enkele couranten-schrijvers laten leiden. Waarlijk, met zulke menschen is niets aantevangen, en moet het land wel te gronde gaan. Wij hadden altijd gedacht, dat er nog wel eenige krachtige en zelfstandige man nen in Indie warendie doof bleven voor den invloed van schreeuwers, en die zich niet lieten gebruiken, om met ijver te bevorderen, wat zij zelve wantrouwen. Het is voor het nieuwe kabinet ook geen troostrijk vooruitzigt, dat het zulke menschen de uitvoering zijner be sluiten moet toevertrouwen, want zullen de nu te nemen maatregelen ook meer in den smaak dier edele Indiërs vallenhet komt ons voor, dat zij het vertrouwen hebben verbeurd. Doch er is hier eene andere vraag. Wordt de goede zaak gediendde band tusschen In die en het moederland versterkt, door dergelijke vrij hatelijke getuigenissenomtrent zoovelen in Indie, die daar en hier als achtingwaardige menschen, als mannen van karakter, talent en voorzigtigheid bekend staan? Hoe men ook het bestuur in en over Indie beoordeelemen kan niet anders dan verontwaardigd zijnzoo wel over dergelijke brievenals over de poging om, door mededeeling van dezen, agitatie te wekken. Gewoonlijk schuilengelijk ook hier zulke briefschrijvers in het duister, maar in dien men in Indie dergelijke beleedigende ver zekeringen leestzal wel de algemeene verach ting den uitvinder dier hatelijkheden volgen. De tijd zal leeren, of die »nieuwe maatregelen" alles hebben afgebroken en niets opgebouwd, en indien menmisschien weldratot andere nieuwe maatregelen overgaat, dan zal eerst kunnen blijken, wie het minst zich zelf, het meest het geluk van koloniën en moederland hebben gezocht. A i! Het Dagblad verwacht groote sympathie bp het volk voor eene nieuwe regeringsdaad. Het ministerie heeft namelijk aan Z. M. den koning voorgesteld, eene commissie te benoemen om onderzoek te doen, naar de hoedanigheid van het drinkwater in gemeentenboven anderen door cholera-epidemien getroffen en naar de beste wijze waarop in de behoefte aan zuiver drinkwater aldaar zou kunnen voorzien worden. Wij gelooven dank schuldig te zijn aan den onbekenden steller der nota, die de aandacht des konings daarop vestigde en aan Z. M., die onmiddellijk gevolg aan het denkbeeld gaf. Maar het valt moeijelijk nategaan, hoe de re gering hier zoo bijzonder kan geprezen worden, daar zij niet anders deed dan de denkbeelden van anderen uitvoeren. Tot hiertoe kan men zeggendat het nieuwe kabinet nog weinig anders deed, dan gevolg geven aan hetgeen door anderen beraamd werd en wij begrijpen niet dat het voor een kabinet van welke rigting ookeen bijzondere lof kan zijndat het de oogen geopend houdt voor elk waarachtig volks belang en bereidwillig is, om dat met de meeste kracht te bevorderen." Of heeft niet daarin ieder ministerie, van welke kleur ook, de voor name reden van zijn bestaan? Terwijl wij dit schrijven ontvangen wij voor het een en ander een nieuw bewijs. Eene af zonderlijke editie van het Bijbladbevattende de verslagen van de zittingen der staten-gene- raal, zal voortaan tegen lagen prijs verkrijgbaar zijn en de vrijdom van zegelregt voor sommige bijvoegsels van dagbladen wordt uitgebreid. Beide zaken waren reeds onder vorige minis ters in ernstige overweging, en naar aanleiding van het vroeger verrigttegeven deze ministers uitvoering aan plannen, die niet van hen zijn. Wij verblijden ons intusschen, dat zij niet aar zelen den arbeid hunner voorgangers voortte- zetten en beloven ons veel goeds, als zij op dat spoor voortgaannatuurlijk verlangend om te wetenwat zij doen zullenals zij eens tot oorspronkelijke daden overgaan. Intusschen ver blijden wij ons zeer in den genomen maatregel omtrent het Bijbladdeels omdat wij met het kabinet gelooven, dat de aanstaande discussien in de tweede kamer zeer belangrijk zullen zijn, deels omdat het hoog tijd werd, om het publiek gelegenheid te geven een juist oordeel te vellen over het gesprokene in de kamer, daar enkele der veel gelezen organen er zich op toelegden, om die verslagen zoo interigtendat men juist zoo las, als de sprekers het niet bedoeld hadden. Naauwelijks hebben wij van eene regerings daad kennis genomenof eene andere komt ons weder verrassen. Het ministerie is er op uitom ons te overstelpen met gewigtige han delingen, en streeft naar eene voorbeeldelooze populariteitdoor te doenwat de voorgangers zouden gedaan hebbenals zij niet verdrongen waren, of wat deze nooit zouden gedaan "heb ben, omdat het algemeen belang hun meer woog, dan populariteit. De regering zal de schatkist voorschotten laten doen, aan de ge meenten die door accijnsen-afschaffing tijdelijk eenige moeijelijkheden hebben, om hare finan- tien te regelen. Onder vrij omslagtige voorbe reidingen waaronder de tijdelijke nood voor een goed deel kan voorbijgaan, zal men van het rijk voorschot kunnen krijgen op de uit- keering, en daardoor moet het gevolg van een zoogenaamde hatelijke maatregelvoor ontevre denen worden verzacht. Het orgaan verzuimt niet optemerken, dat die hulp verleend wordt door een minister, die zich tegen de afschaffing verklaarde, terwijl zij, die den maatregel door-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1