e. Gelijke missive terugzendende het goedgekeurde kohier der honden belasting. Gelyke missive, daarbij de ontvangst berigtende van een afschrift der herordening houdende verklaring welke plaatselijke strafbedreigende verordeningen in deze gemeente van kracht blijven. ff. Brief van het dijksbestuur van den Wilhelmina- polderdaarbij hunne bezwaren uiteenzettende dat tusschen-beide de waterstand in de haven tot boven het wettige peil wordt opgevoerd, met verzoek daarin wel te willpn voorzien; terwijl het dijksbestuur verder opmerkzaam maakt op de groote oeverafschuivingen en ontgrondingen die de stoombooten veroorzaken. Burgemeester en wethouders zijn die klagten ge grond voorgekomen en hebben aan den sasmeester gelast het water jn geen geval boven het vastgesteld peil op te voeren dan op schriftelijk bevel van den burgemeester, terwijl burg. en weth. ter voorziening iu dq calamiteit der hav.enboorden het herstellen daar van hebben aanbesteed voor 673,- h. Eenige verzoeken om remissie van hoofdelijken ontslag eb 'de h'oüdeii befastiii'g' 'óver 18*66die Wór den aaiagehoudéii tb'ti na den afloop des juars. en i. Eenige staatsboden welfye bij de overige worden gevoegd., Be Voorzitter benoemt tót Sletr.opnemers om bij de volgende benoemingen als zoodanig 'te fungeren de heeretr K. Broeé vair Dort en C. vati den Bosch: lo. Voor een lid van het burgerlijk armbestuur in plaats van dhr. L. C. de Peval', overleden, en waar voor waren aanbevolen de beerën M. J. 'de Jongh cn Mr J. Cr. de Witt Kamerblijkt bij de eerste stemming dat de heer M. J. de Jongh is benoemd met acht stemmen, tegen twee uitgebragt op den heer Mr. J. G. de Witt Hamer. 2o. Voor een lid in de commissie van toezigt over de gemeente-apotheek, waartoe de voorgedragene ge meente-geneesheer Br. N. J. F. Verschoor, met alge- meene stemmen benoemd wordt. Burg. en weth. herhalen hun voorstel ter vorige vergadering gédaanom het rapport der commissie, benoemd ora een onderzoek intestellennopens de wettigheid der geheven wordende sas en havengelden, te verzenden aan de finantiele commissieten einde te ontwerpen o. Een tarief. b. Be verpligtingen en voorwaarden waaronder het gebruik van de haven en het sas voor het publiek zit wórd'eh opengesteld. Welk voorstel' in behandeling wordt gobragt. De heer Perhagen zegtIn de vorige vergadering heb ik verklaardbezwaar te hebben van mij met dit voorstel, betrekkèlïjk de regeling der sasgeldenbui ten de gemeentewet om te vereenigenen werd mij door u de gelegenheid gegevendoor rondzending dei stukken, óm de gronden, welke ik daïirVbör had, nader te ontwikkelen; daartoe overgaande meen ik te kunnen volstaan, om er op te wijzen, dat het voornaamste argument, om déze zaak, hij wijze van concessie, geregeld'té zien, schijnt te steunen op het, in mijn oog, min juiste denkbeelddat de gemeente wet geene regeling dezer aangelegenheid zqu toelaten, terwijl het mij voorkomt, dat dit wel degelijk het geval is. Art. 121 der gemeentewet toch zegt uitdrukkelijk, dat daar waar twee gemeenten een gemeenschappelijk belang hebben, deze zich kunnen vereenigen omdat belang te regelen, en dat gemeenschappelijk belang is, in mijn oog, hier wël degelijk aanwezig. De gemeente Kattendijke toch heeft een gelijk be lang bij de regeling der sasgelden, als de ingezetenen van Goes b. v., dat deze zoo laag mogelijk ge steld worden, dat de art. 237 en 254 der gemeente wet, alsmede 172 der grondwet, bij die regeling worden iu acht genomen etc., etc., terwijl volgens art. 17'91 B h', der gemeentewet, het gedeelte der vaart tot de jurisdictie dier gemeente behoorende, aan de zorg en het toezigt van het dagelijksch bestuur dier gemeente is opgedragen. Die gemeente moge daarbij geen geldelijk belang hebben, dit sluit andere belangen niet uit, en deze kunnen dus den grondslag uitmaken der gemeenschap pelijke regeling dezer zaak. Het voorstel om deze aangelegenheidbij wijze van concessie, te regelen, steunt eenig en alleen op het denkbeeld, dat de gemeentewet geene regeling zou toelatendaar ik meen het tegendeel te hebben bewezen, verklaar ik mij, op dien grond, met het voorstel niet te kunuen vereenigen. De Voorzitter zegt dat de opgegeven gronden door dhr. Verhagen niet kunnen opgaan en door hem over het hoofd wordt gezien dat de haven is een privaat regterlijk bezit der gemeente Goeswaarop art. 237 der gemeentewet geenszins van toepassing is. De gemeente Goes draagt al de lasten die de sluis en haven medebrengt, ten gevolge van het primitief con tractterwijl ja de geraeeute Kattendijke hetzelfde regt tot gebruik beeft als dezedoch niet tot het dragen van eenigerlei last verpligt is; is nu Goes de eenige die de lasten draagt, dan zal het wel waar zjjn dat zij ook de eenige is die de baten kan trekken, en die dit regelen kan en moet zonder medewerking van wien ook. Dhr. Verhagen meent dat de vraag hier eenvoudig is of de gemeente Kattendijke belang bij de zaak heeft hetgeen spreker toestemmend meent te moeten beantwoorden. Het voorstel daarna in hoofdelijke stemming ge- bragt, wordt met 9 tegen 1 stem (die van den heer Verhagen) aangenomen. Worden ter tafel gebragt de staten van voordragt van den gemeente-ontvanger, wegens oninbare posten van den hoofdelijken omslag over 1865 ad 180,70 en belasting op de honden over dat jaar ad 24, waaromtrent burg. en weth. voorstellen, die alzoo goed te keuren. Waartoe met eenparigheid van stemmen wordt be sloten. Aan de orde zouden zijn de adressen van de heeren J. Fransen van de Putte en Mr. P. H. Saaijmaus Vader, over de kwijtschelding van een gedéeite hun ner aanslagen in den hoofdelijken omslag over 1865. Welke aan de commissie van finantle-wezen zijn gezonden doch nog niet terug ontvangen waarom die zaak wordt aangehouden. De Voorzitter deelt mede: dat de voorstellen van den heer van den Bosch tot verhooging van school gelden, niet op de agenda zijn geplaatst, omdat burg. en weth. van meening waren dat die heer niet ge noegzaam hersteld was om deze vergadering bij te wonenten einde zijne voorstellen te kunnen toe lichten en verdedigen. Wordt geiezen een brief van dc plaatselijke school commissie daarbij toezendende ontwerpen van lo. Eene verordening voor de bewaar-, naai- en breischool. 2o. Instructie voor de onderwijzeressen. 3". Wijziging der verordening van 12. December 1859. 4°. Intrekking van de verordening voor de weezen en armenschool. 50. Bijvoeging in de instructie der hoofd- en hulp onderwijzers. en 60. Verordening tot regeling der classificatie van kin deren van minvermogenden. Welke voorstellen allen zonder noemenswaardige diseussien zijn aangenomeii. Bij monde van dhr. Kakebeeke brengt de commis sie (bestaande uit de heeren Kakebeeke Pilaar en van den Bosch) rapport uit over de rekening der ceconomische spijsuitdeeiing in den winter van 1865/6. Er is gedurende 15 weken bedeeld; het getal be deelde huisgezinnen beliep 228dat der bedeelde portien 16608. De ontvangsten hebben bedragen behalve het goed slot van vorig jaar 1172,08s de uitgaveni 1211,97s terwijl er een goed slot van rekening overbleef van163,38 De commissie de rekening in orde bevonden heb bende heeft niet geaarzeld die namens dit collegie goed te keuren en clen dank betuigd aan die com missie voor hare verrigtingen. De rekening van het Gasthuis over 1865 ingeko men zijndewordt gesteld in banden der finantieele commissie. Uithoofde van het heerschen der cholera stellen burg. en weth. voorin navolging van andere ge meenten, de kermis dit jaar niet te doen plaats hebben. Dhr. Verhagen kan zich daarmede vereenigen, maar geeft aan het dagelijksch bestuur in overweging of' er geen middel is om die ingezetenen welke door het niet houden der kermis schade lijden eenigzins te gemoet te komen. Hij erkent dat wanneer de ziekte hier mogt heerschen, zijn wensch als niet gedaan be hoort te worden beschouwd, maar twijfelt niet of bij burg. en weth. de gezindheid aanwezig isora het te lijden nadeel zoo dragelijk mogelijk te maken; hij wil daarvan geen voorstel maken maar het als een wensch en wenk aan het dagelijksch bestuur ouder de aandacht brengen. Het voorstel van B. en W. is daarop zonder hoof delijke stemming aangenomen. De Voorzitter zegt dat reeds vroeger is gesproken over de belegging van niet benoodigde gelden, in de gemeentekas aanwezig, op prolongatie. Hierop hebben B. en W. ingewonnen het advies der finantiele commissie, die het beginsel zeer toejuicht Hij stelt voor dat B. en W. gemagtigd worden om zoodanige gelden tegen soliede pand op prolongatie uit te zetten De heer Verhagen vraagt of het de bedoeling van B. en W. is, een onbepaald besluit uit te lokkendan wel of bet noodig kan zijn een cijfer aan te geven In andere gemeenten waar men tot d,en maatregel overging, werd eene bepaalde'som uitgetrokken en het besluit aan ged. staten ter goedkeuring aangeboden. De Voorzitter antwoordt., dat dit uiterst moeijelijk is daar men dan ook den tijd, waarvoor het geld op prolongatie wordt gegeven, zou moeten bepalen; hij acht het rationeler B. en XV. te mngtigen oin te ban delen naar de omstandigheden, maar altijd onder goed keuring van heeren gedeputeerde staten, die behoort gevraagd te worden. De heer van de Putte deelt het gevoelen van den voorzitter, en zegt: dat het wel degelijk in de bedoe ling ligt van B. en W. om eene doorloopende mag- tiging te erlangen, hij ziet er bovendien voor den raad geen bezwaar in, die wel in het gemeente be lang het dagelijksch bestuur kan beperken in het doen van uitgaven maar geenszins dat behoort te doen ten opzigte der inkomsten. De heer Verhagen wijst er op, dat door het nemen van het voorgesteld besluit de verantwoordelijkheid geheel aan den raad komt, voor het geval onverhoopt verlies mogt worden geleden. De Poorzitter werpt den heer Verhagen tegendat dit hetzelfde geval blijft wanneer men een bepaald cijfer vast stelt, want dat de raad dian toch tot liet bedrag van dat cijfer verantwoordelijk is. In hoofdelijke stemming gebragt, is het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Wordt gelezen een brief van liet bestuur der afdee- ling Heinkenszand, van de maatschappij tot bevor dering van landbouw en veeteelt, houdende kennis geving, dat zij het voornemen heeft, 20 September a. s., ter Goes' te houden eene tentoonstelling van paarden, landbouvvvoortbren'gselen en bloemen. Met het oog op het belang, dat deze gemeente heeft bij eene velbezochte tentoonstelling, aarzelt het bestuur niet de medewerking van dezen raad in te roepen door de uitloving van een of meerdere prijzen, het geen bij de geringe finantiele krachten die haar ten dienste staan, eene belangrijke ondersteuning zou zijn. B. en W. stellen voor: in navolging van vroeger, 40 toetestaan tot aankoop van prijzen. De heer Verhagen vraagt of dit niet te weinig is, zijns oordeels mag wel een büjk van meerdere be langstelling worden gegeven en geeft hij in bedenking de premie op 60 te bepalen. De heer mr. de I.aat de Ranter 1 eeft bezwaar tegen de tentoonstelling zelve in verband met het zoo even genomen besluit omtrent de kermis, daar men ook bij tentoonstellingen meer dan gewone ophooping van menschen verkrijgt en het inconsequent is, het eene te weren het andere toetelaten. De Voorzitter heeft datzelfde denkbeeld gehad, doch het is hier de vraag om de premie toetestaan indien de tentoonstelling plaats heeft. De heer van Port deelt de zienswijze van den heer mr. de Kanter. De lieer van de Putte wenscht om aan de verschil lende gevoelens te gemoet te komen, te bepalen, dat indien de ziekte hier heerschen mogt, er geen ten toonstelling zal worden gehouden en de bepaalde som alleen disponibel zal worden gesteld' voor liét géval dat de tentoonstelling doorgaat. In omvraag gebragt, is alzoo met algeineenë stem men besloten. Op de vraag des voorzitters of een der leden nog iets in het midden heeft te brengengeeft de heer van den Bosch zijn verlangen te kennen, om nog in deze maand zijne voorstellen tot veihooging der schoolgelden, te zien in behandeling gebragt. De heer Verhagen acht dit ook een aller belang rijkst onderwerp en vereenigt zich met den wensch van den heer van den Bosch. De voorzitter zegt die hoogn belangrijkheid niet zoo zeer te beamenmaar zal trachten den wensch van dhr. van den Bosch te vervullen. De heer Verhagen herinnert, dat in de vorige ver gadering, door den hooftl-commissaris der werklieden den wensch is geuit dat eene geschikte verzamel plaats voor de werklieden worde daargesteld; hij vereenigt zich daarmede en hoopt, dat het dage lijksch bestuur daarin zal voorzien De Voorzitter antwoordt dien heer, dat bij burg. en weth. het voornemen bestaat om aan den uitge- drukteu wensch gehoor te geven. Daarna is de vergadering gesloten. K.oi*l5.elijls.e Zalton. De heer V. J. Koningsberger, predikant te Hazers- woude, heeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt. De synode der Ned. Herv. kerk heeft in de plaats van den heer P. Jas, predikant te 'sGravetihage onlangs overleden benoemd tot secundus van den secretarisden heer B. A. Overmanpredikant te Heinkenszand en secretaris van het provinciaal kerk bestuur van Zeeland. Boelsia li-oncHging. Woltaartsdijk, geschetst als eiland en ambachts heerlijkheid, als burgerlijke en kerkelijke ge meente van de vroegste tijden tot op lieden. Met autentieke bijlagen en uitvoerige geslacht registers. Voor eigene rekening uitgfegev'èn döor J. van der Baan, gewoon lid van het Ilist. Genootschap te Utrecht. Gedrukt te Goes, bij F. Kleeuwens Zoon, 1866. Prijs bij inteek. f 3,cn buiten inteek. f 4, Eene uitvoerige boekbeoordeeling kan in een dag blad niet verwacht worden. Eene korte aankondiging echter van bet bovenstaand werk over Wolf aartsdijk

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 3