1866. >•-. 48. VRIJDAG 33 JUINIJ. 53Bte Jaargang. OPENBARE AANBESTEDING. Het doen van eenige voorzieningen aan de Havenboorden dezer gemeente. Vaccineren of Hervaccineren. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. (.OISMIII ËOURAIVT. De uitgave dezer Courant geschiedt Haandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Prjjs per kwartaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels, a 1,20 behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, zullen op Zatuedag den 30 Junij 1866, des namid dags ten een ure, ten raadhuize aldaar, bij enkele inschrijving, in het openbaar trachten aantebesteden Waarvan locale aanwijzing zal geschieden op Maan dag den 25 bevorens, des voormiddags ten tien ure, te beginnen aan het WilhelminadorpWaarna het bestek en de voorwaarden van besteding, ter gemeente secretarie zullen ter lezing liggen. Gedaan te Goes, den 20 Junij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN De Secretaris H. G. PILAAR. PukJlioatie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis der ingezetenen Dat de heeren N. J. F. VERSCHOOR genees heer en J. KOOMAN heelmeester dezer gemeente, in de Soepkokerij zullen zitting houden te beginnen aanstaande Donderdag en voorts iederen Donderdag in deze en de volgende maanddes middags ten een ure tot het gratis Zij noodigen met aandrang de ingezetenen uit, om van deze aangebodene gelegenheid gebruik te maken, en met ter zijde stelling van alle vooroordeelen, een middel aan te wendendat door de Voorzienigheid is aangewezen om tegen de verschrikkelijke kinder ziekte zich en de zijnen te behoeden. Goes, den 16 Junij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. P I L A A R. In ons vorig nominer hebben wijop grond van berigtenuit 'sHage, medegedeeld, dat waar schijnlijk de beide kamers der staten generaal spoedig zouden bijeengeroepen worden, ten einde de aanvraag te ontvangen van buitengewone credieten voor oorlog en marine. Het Dagblad zegtdat dit berigtvoor al'snog ten eenemale onjuist is. Volgens het orgaan zou de oproeping der kamers eerst in dè'maand Julij plaats hebben, wanneer het re- gerings antwoord gereed kan zijn op het voor- loopig verslag, omtrent de Indische begrooting. Het orgaan voegt er echter bijdat de bijeen roeping geschieden zal, als de binnenlandsche toestand ditmet het oog op de buitenlandsche verwikkelingen zal gedoogen. Wanneer wij het Dagblad beschouwen als het officieus orgaan der tegenwoordige regering, dan is die mededeeling niet zonder beteekenis. Maar dan leest men ook zeker niet zonder be vreemding de laatste bijvoeging, die alles be halve geschikt is, om de natie gerust te stellen. Wel is het vermoeden niet ongegrond, dat er iets van het Bismarcksche bloed door de aderen van onzen minister van buitenlandsche zaken stroomt; maar het ministerie, dat opgetre den is om alles te veranderen, en aangekon digd heeft dat het niets veranderen zal, zal ons toch niet in de buitenlandsche verwikke lingen willen mengen? Wanneer de binnenland sche toestand met het oog op de buitenlandsche verwikkelingen geene bijeenroeping van de ka mer gedoogt, dan moet het er voor Nederland al zeer donker uitzien. En de mogelijkheid daarvan wordt verondersteld; nog wel door het blad der regerings partijdat zeker zijne com munique's ontvangen zal van de vrienden die nu eindelijk, na veel zwoegens, op het kussen geraakt zijn. Er schijnt dus bij ons behou dend kabinet wel degelijk aan gedacht te wor den, om ons in de buitenlandsche verwikke lingen een zeer werkzaam aandeel te doen ne men, zoo zelfs, dat de behandeling der In dische begrooting daardoor zou moeten uitge steld worden. Wij betwijfelen zeer, of de natie dit berigt met blijdschap ontvangen zal en of wij de eerste lichtstralendie over de plannen van het zich verMeijende kabinet worden verspreid, als een zegen voor Nederland mogen beschouwen. De re gering zoo luidt hetheeft de voorbereidende maatregelen genomendie in de bestaande tijds omstandigheden op een gegeven oogenblik kun nen geacht worden noodig te zijn, en het is dus geene ij dele vrees,dat men ons in den aanstaanden strijd zal mengen. Misschien moet de angstige bezorgdheid voor de schatkistvan den nieuwen minister van finantien, wel daaruit worden ver klaard, want zoo men het land op oorlogs kosten jagen wil, dan zullen zelfs geene Indische baten groot genoeg zijn om de daardoor te verwachten bezwaren te boven te komen. Wij mogen dus wel wenschen, dat de loop der gebeurtenissen zoodanig moge zijndat wij, ondanks de ministerieele plannen en ver wachtingen, buiten die verwikkelingen blijven. De behoudsmannen zullen anders nog de grootste sloopers van het nationaal welvaren worden. Met den meesten ernst wijzen wij dan ook op het ontrustend berigt in het orgaandat immers niet falen kanen vertrouwendat de meesten wel met ons zullen wenschen, dat de hemel ons voor een Nederlandschen Bismarck moge be waren. GOES21 Junij 1866. Het voorloopig verslag omtrent de Indische begrootingdoor de commissie uit de tweede kamer opgemaakt, is thans bekend geworden. Daaruit blijkt dat de reorganisatie van het binnenlandsch bestuur en de intrekking der cultuurprocenten voor velen voldoende geregt- vaardigd is, zoo ook de verhooging der trakte menten van de inlandsche hoofden. Vrij alge meen werd er aanmerking gemaakt, op de hooge opvoering der uitgaven en werd er aangedron gen op velerlei bezuiniging. Uit Frankfort wordt aan het Handelsblad geschreven, dat het verzoek van Oostenrijk om deszelfs belangen te Florence en te Berlijn door de Nederlandsche gezanten te doen behar tigen, van overwegend belang is. Oostenrijk heeft daardoor de geldigheid erkend van de verklaring, dat Nederland eene strikte onzij digheid wenscht in acht te nemen. Men zal dus Nederland niet noodzaken om het contin gent voor Limburg te mobiliseren en van de zijde van Oostenrijk zal geen dwang worden uitgeoefend. Naar wij vernemen is de telegraphische ge meenschap met Frankfort en Hamburg, via Hanover, geheel verboden. De communicatie met Noord-Duitschland over den spoorweg Almelo-Salzbergen, is nadat de Pruissen bezit hebben genomen van den Hanoverseken spoorweg, weder hersteld. De spoortreinen van Almelo zetten de reis naar Salzbergen weder voort. De Agenda voor de e. k. vergadering der pro vinciale staten van Zeelanddie in den aan vang der vozende maand te Middelburg zal bijeenkomen, is dezer dagen vastgesteld en aan de leden rondgezonden. Tot de onderwerpen van algemeen provinciaal belangof die bepaald op dit eiland betrekking hebbenbehooren de punten: Het koninklijk besluit van den 5 Januarij 1866, no. 57, houdende verdaging van de beslissing ten aanzien van het door de staten den 9 November 1865 vastgestelde reglement van politie voor de polders in Zeeland. Het koninklijk besluit van den 1 Febru ary 1866, no. 50, houdende intrekking van de subsidiënaan eenige gemeententer zake van de gewone kosten van haar lager onder wijs, vroeger tot wederopzeggens toe verleend, en zulks uithoofde van hare verbeterde gelde lijke omstandigheden, voornamelijk ten gevolge der wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad no. 79), houdende wijziging der gemeentewet, voor zoo veel de plaatselijke belastingen betreft. Een brief van den minister van binnen landsche zakenvan den 23 Januarij 1866 no. 274, 3'e afdeeling, houdende mededeeling van hetgeen door hem besloten is, met betrek king tot de calamiteuse polders en de daaraan uit te voeren werken. Een besluit van den minister van binnen landsche zaken, van den 14 December 1865, no. 188, 9i:' afdeeling, betrekkelijk het aan Z. M. ingediende adres, strekkende dat dooi de regering een wets-ontwerp in gereedheid gebragt en ten spoedigste aan de vertegen woordiging ingediend worde, ter voorziening in de meer en meer erkende behoefte aan eene

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1