VEREISCHTEN van TOELATING op de HOOGERE BURGERSCHOOL. VEREISCHTRN van TOELATING op de BURGER-AVOIMDSCHOOL. Goes, den 18 April 186G. BEREDENEERD VERSLAG van den Voor dat het admissie-examen een aanvang namhadden de heci'en leeraren zich verstaanomtrent de inrigting van het examen, en bepaald, dal het schriftelijk en mondeling zoude plaats hebben. De indruk daarvan op de leden van de com missie van toezigt gemaakt, kan niet gunstig worden genoemd. Zij hadden zich wel zeer middelmatige kennis voorgesteld, maar hunne verwachting werd nog te leur gesteld, en ofschoon zij het veel hebben toegeschreven aan het vreemde van het doen van examen en de onbekendheid met de leeraren, zoo bleek het toch, dat het bijna allen aan ontwikkelend vormend onderwijs had ontbroken. Het weinige dat zij meenden te weten, was werk tuigelijk opgenomen en lag hun verward, zonder zamenhang in het hoofd. Bijna niemand van hen was in staat, zelfs over zeer eenvoudige zaken zich duidelijk en juist uit te drukken. Het resultaat was dan ook dat verreweg het grootste getal der toe- gelateneu in de laagste klasse werd geplaatst, terwijl er van de toegelatenen voor de burger-avondschool aan gccne tweede klasse zelfs kon gedacht worden. Bij de opening van de school op 25 September had de Com missie het uoodig geoordeeldom bij monde van haren voor zitter, de leerlingen bij den aanvang van dit voor hen nieuw en gewigtig tijdperk toetcsprekenhen het nuttige en noodzake lijke er van inededeelendcwaarbij hij de hoop te kennen gaf, dat zij zouden beantwoorden aan de wensclien van hunne ouders, om tot. nuttige burgers zich te ontwikkelen De Directeur be- antwooidde deze toespraak, verzekerde aan de commissie, dat de leeraren niets zouden onbeproefd laten, om de leerlingen aan hunne zorg toevertrouwd te ontwikkelen en tot bekwame leden der maat schappij te vormendaarbij den wensch uitendedat ook de leerlingen door vlijt en goed gedrag de moeijelijke taak der lee- ■aren zouden helpen verliglen en veraangenamen. Het programma inhoudende de vereischlen van toelating op de hoogerc burgerschool alsmede dat van de burger avondschool, door den Directeur vastgesteld, werd door ons goedgekeurd. Wij deelen u deze beide programmala mede, omdat het ons nuttig voorkomt, zij van algemeene bekendheid worden. eerste studiejaar. WISKUNDE. Kennis van de vier hoofdregels met geheele en decimale ge tallen en geschiktheid en vlugheid in de toepassing daarvan op evallen uit het dagelijksche leven. Duidelijk begrip van het decimale stelsel van malen en gewigten. schrijven. Duidelijk en net schrift. lezen. Vloeijend en naauwkeurig lezen uit een gemakkelijk leesboek, ij ondervraging over liet gelezene duidelijke blijken doen, dat iet begrepen is. taalkunde. Kennis van de rededeelen en de dienst, die ze in den volzin oen. Bekendheid met dc verschillende woordvormen, ontstaan oor verbuiging en vervoeging, en toepassing daarvan in voorbeelden. aardrijkskunde. Duidelijke kennis van ons land, zoowel wat de natuurlijke esteldheid van den bodem aangaat, (rivieren, meren, enz als at de voornaamste steden met hare bijzonderheden betreft. Lig ing van ons land ten opzigte van de overige landen van Europa. geschiedenis. Bekendheid met de belangrijke gebeurtenissen van ons volk en enig begrip van het chronologisch verband tusschen die feiten. kennis der natuur. Eenig denkbeeld van de eigenschappen der ligchamenvan de erschijnselen in den dampkriag en van de rijken der-natuur. eerste studiejaar- wiskunde. Kennis van de vier hoofdregels met geheele en decimale tallen; geschiktheid en vlugheid in de toepassing daarvan op evallen uit het dagclijksch leven. Duidelijk begrip van het ecimalc stelsel van malen en gewigten. schrijven. Duidelijk en net schrijven. lezen. Vloeijend en naauwkeurig lezen uit een gemakkelijk leesboek, ij ondervraging .over 't gelezene duidelijke blijken geven, dat t begrepen is. taalkunde. Eenige kennis van den volzin en verder van de beteekenis en dienst der woorden in den volzin aardrijkskunde. Duidelijke kennis van de Provincie Zeeland en tamelijke be kendheid met. de andere provinciën van ons land. geschiedenis Bekendheid met dc voornaamste feiten uit onze geschiedenis en den ehi onologischen zamenhang dier gebeurtenissen. kennis der natuur. Eenig denkbeeld van de eigenschappen der ligchamen, van de verschijnselen in den dampkring en van de rijken der natuur. Volgens artikel 24 van de Verordening, regelende het openbaar middelbaar onderwijswerd Dr. G. Walig Hz tot vice-directeur voor het loopende jaar benoemd. Slechts drie maanden is het onderwijs begonnen: hel geven van een volledig jaarverslag is daarom onmogelijk. Eerst dan wanneer eene geheele cursus van 1 SeptemberAugustus zal verloopcn zijn, kan daarover een volledig overzigt worden gegeven. Het jaarverslag dat. de commissie van toezigt ontvangt van den heer Directeur loopt van bet burgerlijk jaar 1 January tot 51 December; daardoor ontstaan er twee halfjarige niet bij elkander passende cursussenwaardoor er over het geheel niet goed kan geoordeeld worden; daarom komt het ons beter voor, als in bet vervolg het verslag over eene geheele cursus kon worden opgemaakt. De weinige ontwikkeling die er bij de meeste leerlingen bij den aanvang bestond was oorzaak dat de leeraren het noodig vonden, zelfs ook bij de 2'e en 5le klasse de fondamenten van het ge leerde scherp te onderzoeken en zoo noodig vaster te leggen alvorens daarop te mogen voortbouwen. Daarom zijn zij begonnen met bij alle klassen het onderwijs ongeveer op dezelfde hoogte aan te vangen De vrees dat daardoor de juiste verhouding der verschillende klassen tot elkander verbroken zoude wordenver valt wanneer men bedenktdat de leerlingen eener hoogere klasse door hunne meerdere algemeene ontwikkeling minder lang bij de elementen eener wetenschap behoeven stil te staan dan die eener lagere klasse. Op die wijze zal bij 't einde van den cursus zeker de regte verhouding geheel hersteld zijn .en daardoor dc over gang in hoogere klassen met meer grond kunnen worden beoordeeld. Het gemis van onderwijs in het teekenen, ofschoon door den heer Mesch geheel belangloos daaraan wordt te gemoet. gekomen, wordt door ons zeer betreurd en de wensch geuit dat de ge meenteraad andermaal pogingen aanwende, om daarin zoo spoedig mogelijk te voorzien. Bij hel eindigen van ons verslag, hebben wij er behoefte aan u mede te deelen dat dc leeraren met den meesten ijver bezield zijnen dat wij de beste verwachtingen koesterendat zij zullen werkzaam zijn om onze jeugdige inrigting op vaste grondslagen te vestigeu en in bloei te doen toenemen. De commissie van toezigt op de scholen voor middelbaar onderwijs te Goes, J. H. de LAAF de KAÏNTER, Voorzitter. IN. J. F. VERSCHOOR, Secretaris. BIJLAGE 2. toestand van het onderwijs in de gemeente Goes, over het jaar 1865. De plaatselijke school-commissie voldoende aan de deswegens bestaande wettelijke voorschriften, heeft de eer het volgende ver slag aan uwe vergadering aan te bieden. Omtrent den toestand van het onderwijs in het algemeen vermeent de commissie als haar gevoelen te kunnen mededeelen, dat door het in verband brengen van het lager met het middelbaar onderwijs het eerste andermaal eene schrede is vooruitgegaan en die toestand alzoo meer en meer gunstig kan worden genoemd. Wat hel onderwijs in de verschillende leervakken betreft, bij art. 1 der wet bedoeld het was wederom vrij bevredigend. He't onderwijs in de beginselen der vormleer werd met toe- nemenden ijver behartigd. Het getal scholen onderging geen verandering; de in het vorig jaar aan de openbare school der R klasse toegevoegde vierde klasse voor kinderen van 5 tot 6 jaren beantwoordt in allen deele aan de verwachting. Het gemiddeld getal leerlingen bedroeg op alle de scholen zoo openbare als bijzondere 502 mannelijke-, 29G vrouwelijke, zamen 058 waarvan kosteloos onderwijs ontvingen 127 mannelijke- en 103 vrouwelijke leerlingen. Bovenstaande cijfers geven een aanmerkelijk geringer getal

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 7