BIJBLAD No. 1. !©1M 1866. JUNIJ UITTREKSEL uit het JAARVERSLAG VAN DE oyer het jaar 1865. HOOFDSTUK I. HOOFDSTUK II. van den toestand der gemeente GOES, BEVOLKING. De bevolking op den 1 Januarij 1865, m. v. zm. bedroeg2769. 5200. 5969. is vermeerderd met56. 6, 62. Zoodat de bevolking op 51 December 1865 bedroeg 2825.5206.6051. waaronder één persoon behoorende tot de zeemagt. Een getal van 1061 personen woonden buiten de bebouwde kom der gemeente. Twee vrouwen zijn gedurende het geheele, twee andere ge durende een gedeelte des jaars, voor rekening dezer gemeente verpleegd geworden in het geneeskundig gesticht voor krankzin nigen te Delft, terwijl een man, alhier onderstands-domicilie be zittende doch te Vlissingen woonachtigaldaar mede gedurende eenigen tijd is verpleegd. Landverhuizing heeft in 1865 geen plaats gehad. De bevolking is verdeeld als volgt: Nederduilsche Hervormden4542. Waalsche 5. Evangelisch Lutherschen55. Doopsgezinden6. Remonstranten1 Christelijk Afgescheidenen554. Roomsch Katholieken 1256. Nederduitsche Israëliten47. Tot geene gezindheid behoorende7. Als boven 6051. VERKIEZINGEN EN GEMEENTE-BESTUUR. Het getal kiezers in deze gemeente bedroeg voor de staten- generaal 225, voor de provinciale staten 224, voor den gemeente raad 588. Het getal kiezers in het kiesdistrictwaarvan deze gemeente het hoofdkiesdistrict uitmaakt heeft bedragen voor de staten-generaal 1550, voor de provinciale staten 985. Den 10 Mei had de verkiezing plaats voor de in dat jaar aftredende leden der provinciale staten, zijnde de heeren mr. J. C. R. van der Bilt, J. H. Bijbau, J. W. Vader en O. Verhagen. Uit het den volgenden dag opgemaakt procesverbaal van ope ning der stembriefjes, bleek, dat de heeren Mr. J. C. R. van der Bilt, J. H. Bijbau en J. W. Vader, herbenoemd waren, terwijl er voor het vierde lid eene herstemming moest plaats hebben tusschen de heeren O. Verhagen en C. C. van den Bosch. Deze geschiedde den 24 Mei, waarbij de heer Verhagen ver kozen werd. Van den gemeenteraad moesten dit jaar aftreden de heeren J. W. van Kerkwijk, C. P. Soutendam en A. Smallegange. Op den bij de wet bepaalden tijd had de verkiezing ter hunner vervanging plaats, waarbij alleen de heer van Kerkwijk de meer derheid verkreeg en voor de beide andere plaatsen door ons eene herstemming werd uitgeschreven tusschen de heeren C. P. Sou tendam, O. Verhagen, C. C. van den Bosch en Mr. J. G. de Witt Hamer. Bij die herstemming werden verkozen de heeren Soutendam en Verhagen. De heeren van Kerkwijk en Soutendam verklaarden hunne be noeming niet, de heer Verhagen de zijne wel te aanvaarden. Van daar eene nieuwe verkiezing voor twee raadsleden, waarbij de heer C. C van den Bosch dadelijk verkozen werd, terwijl eene herstemming tusschen de heeren A. Norlier en Dr. K. Broes van Dort door ons werd bepaald op 50 Augustus daarna, bij welke de heer Broes van Dort is verkozen Nadat de heeren van den Bosch en van Dort hunne benoe ming hadden aangenomenmoest er ten gevolge van het aftre den des herren van Kerkwijk als raadslidvoorzien worden in de ontstaande vacature als wethouder, ambtenaar van den bur gerlijken stand en voorzitter van het burgerlijk armbestuur. In zijne vergadering van 16 September, benoemde de raad tot die betrekkingen den heer J. A. A. Fransen van de Putte, die ze heeft aangenomen. In liet personeel der gemeente ambtenaren is sedert ons laatste verslag de volgende verandering ontslaan In de plaats van C. F. van Etlinger is tot brandmeester be noemd J. P. Muller. In plaats van J. Mulder tot onder brandmeester C. P. Els man, en In plaats van J. Ortelee tot bode bij de spuit C. Rcijerse. Ten gevolge van het besluit van den raad om met September eene hoogere burgerschool en burger-avondschool interigten, zijn aan die inrigling successivelijk door den raqd benoemd: Tot leeraar in de Duitsche en Engelsche talen M. Leopold, tevens directeur. Tot leeraar in de wiskunde S. C. L. Mesch. Tot leeraar in de natuur- en scheikunde C. Walig. Tot leeraar in de Nedcrlandsche taal A. W. van Campen. Tot leeraar in de Fransche taal F. Mutrux en daar deze be dankte F. L. Faeselij. Tot leeraar in de Nederduitsche taal W. Swart. Tot leeraar in de Geschiedenis en aardrijkskunde P. vaD Hiele, de beide laatstcn om uitsluitend te onderwijzen op de burger avondschool. Te gelijker tijd besloot de raad tot de opheffing der bestaande Fransche school met den 51 Julij 1865 en verleende tegen dien dag een eervol ontslag aan M. H. Kottmann als waarnemend hoofdonderwijzer en A. van der Lindeals lijdelijk hulponderwijzer aan die school werkzaam. De hulp-onderwijzeres op de Fransche meisjesschool Dorothea Louisa van de Velde, werd op haar verzoek met den 50 Junij eervol ontslagen en in hare plaats tijdelijk aangesteld Erkina van Braambeek Jr. Aan P. Ilartog werd op zijn verzoek met I October eervol ontslag verleend als keurmeester van het slagtvee, en als zoo danig aangesteld de vroegere adsislent J. L. Kelmer en J. Peels. Plaatselijke Verordeningen. Een voorstel van den heer Mr. Saaijmans Vader, tot wijzi ging der verordening in het belang der openbare gezondheid, voor zoo veel de verpligte vaccine van alle schoolgaande kinderen betreft, werd door uwe vergadering niet gedeeld en de bepa ling behouden. Den 10 April werd eene verordening vastgesteld regelende het middelbaar onderwijs, alsmede eene verordening op de invorde ring van schoolgelden op de Hoogere Burgerschool en Burger avondschool welke laatste na verkregene koninklijke goedkeuring behoorlijk is afgekondigd. Ten gevolge der wetten van den 1 Julij jl. is het geheele plaatselijke belasting-stelsel herzien en met die wetten in over eenstemming gebragt. Als noodzakelijk gevolg daarvan arresteerde de raad den 51 Julij verordeningen op de invordering 1". der opcenten op de grondlasten2". der opcenten op het personeel 5°. van den hoofdelijken omslag; en 4". van de hondenbe lasting welke na goedkeuring, met de daartoe betrekkelijke be sluiten zijn afgekoudigd. Door het ontstaan der runderpest in ons vaderland was het noodzakelijk bepalingen vasttestellen tot, zoo mogelijk, beveiliging van onzen veestapel. Den 26 September besloot de Raad den invoerden 9 October ook den uitvoer te verbiedenbeide ver ordeningen zijn dadelijk na de vaststelling afgekondigd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 5